3 'N HACHELIJKE ONDERNEMING Onder andere omstandigheden zou het een grappig gezicht geweest zijn, dacht Jack, zoals ze daar nu met z'n zessen rond de tafel zaten, maar de twee lege stoelen zorgden er wel voor dat ze zich er diep van bewust bleven dat er nog twee mensen aan boord waren, twee volwassenen op het kommandodek: twee lijken... Een schrijnend kontrast: aan de ene kant zes tieners, rond de tafel; aan de andere kant twee doden in hun stoelen op het kommandodek. Hij had zijn best gedaan om de anderen af te leiden door een volle, warme middagmaaltijd te laten opdienen. Ivana had zich ontpopt als het gedienstige meisje dat, na een korte uitleg van hem, de pantry (zoals dat heette) had bediend. Dat was heel eenvoudig. In de hoek, achter de tafel in de grote kabine, bevond zich een kleine computer terminal waarop je een knopje moest indrukken. Daarna kon je gewoon zeggen wat je wenste: "Zes middagmaaltijden." had Ivana met haar ietwat schelle stem gezegd en enkele sekonden later klapte er een deurtje open en kon ze een grote schaal met dampend warm, verpakt eten te voorschijn halen. Ondanks dat ze dit allemaal geoefend hadden tijdens hun eerste vlucht rond Mars, bleek een training toch iets heel anders te zijn dan de werkelijkheid. Het leek zo eenvoudig om een schaal uit een lade te pakken en naar de tafel te brengen, maar aangezien noch zijzelf, noch de schaal met eten enig gewicht had, bleek het alles behalve makkelijk te zijn. Er was geen boven en geen onder en doordat je niets woog, kon je ook niet lopen; je moest jezelf wegduwen, in de juiste richting en je kon de bewegingsrichting onderweg niet veranderen. Goed beschouwd hadden ze niet eens aan tafel hoeven gaan zitten; je kon evengoed vrij in de ruimte zweven met het eten voor je, ook los in de ruimte; het kon niet vallen, maar zou op die manier wel bij de minste of geringste aanraking wegdrijven. Bovendien hadden ze geleerd dat ze zo veel mogelijk moesten doen alsof er wel een boven en een onder was, omdat in de loop van de geschiedenis van de ruimtevaart was gebleken dat dit psychologisch een gunstig effekt op ruimtereizigers had. Vandaar ook dat er tapijt op de vloeren lag en de plafonds en de wanden verschillend van kleur waren. Het kon best heel grappig lijken om met je hoofd naar de vloer rond te dobberen, maar op den duur ging zoiets bij medereizigers op de zenuwen werken. Als er iets was wat Jack wilde vermijden, was dát 't wel. Hun toestand was al zenuwslopend genoeg. Toen ze allemaal hun schaaltjes met eten voor zich op tafel hadden vastgeklemd, zei hij: "Jongens, we gaan samen bidden; we zullen God's hulp hard nodig hebben. We bidden samen hardop het Onze Vader en daarna houden we één minuut stilte, zodat iedereen even voor zichzelf kan bidden." Het verbaasde hem zelf een beetje dat hij daar zo spontaan toe kwam. Hij was weliswaar een diep godsdienstig mens en kwam uit een diepgelovig gezin, maar hij had er nooit van gehouden om met zijn geloof te koop te lopen. Het getuigde van meer persoonlijkheid, vond hij, om je OPTREDEN door je innerlijke levensovertuiging te laten bepalen. Ze baden allemaal mee; alleen Paddy's stem klonk nogal onwennig. Miranda sloot haar ogen en maakte een groot kruisteken. Het was een hartverwarmende ervaring. "Hoe kan 't nou..." vroeg Roma tijdens het eten, "dat we al zo lang onderweg zijn, zonder dat we ons ervan bewust zijn?" "We zijn buiten kennis geweest," meende Jack en voegde eraan toe: "en niet zo maar eventjes. Bijna twee volle etmalen." "Ongelooflijk." zei Roma en schudde haar hoofd. "Gek, dat we er helemaal geen nadelige gevolgen van schijnen te hebben overgehouden." Jack knikte en at zijn mond leeg. "Dat niet alleen," zei hij daarna. "Wat ik ook heel gek vind is dat we na die vijf en veertig uur allemaal precies tegelijk weer bij kwamen." "Zouden onze horloges niet van slag kunnen zijn?" vroeg Ivana, een beetje schuchter omdat ze het blijkbaar zelf ook nogal een vergezochte veronderstelling vond. "Zes horloges die allemaal precies even ver van slag zijn?" vroeg Jack vriendelijk. "Nou ja," mompelde Tosh met volle mond, "de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Misschien worden wij jongens morgen meisjes en de meisjes jongens." "Ik wil helemaal geen jongen worden." riep Miranda verontwaardigd uit. "Gelijk heb je." glimlachte Jack. Het meisje zat links naast hem en Roma rechts. Hij zelf zat aan het hoofd van de tafel. "Maar, wat houdt dat allemaal in?" vroeg Roma bezorgd. "Ik wou dat we het wisten." antwoordde Jack. "Daarom wil ik toch wel graag proberen om op het kommandodek te komen." "Als we maar wisten hoe..." dacht Roma hardop. "Er is misschien één mogelijkheid." zei Jack. "Ik zit er de hele tijd al over te peinzen. Aan de buitenkant van het schip zitten luiken voor de ramen. Daarom kunnen wij niet naar buiten kijken. Voor de voorruiten van het kommandodek zitten ook van die luiken, maar tijdens de start en de landing hebben de piloten die open. Ze kunnen van binnenuit geopend en gesloten worden. Als we de luiken voor de voorruiten weer kunnen sluiten, is er een goede kans, dat de kabine weer onder druk komt te staan." "Maar, waar zitten de bedieningsknoppen om ze dicht te doen?" vroeg Roma nieuwsgierig, bij voorbaat al pessimistisch omdat ze het antwoord al vermoedde. "Op het kommandodek natuurlijk." gaf Jack toe. "Dan zijn we nog even ver van huis." konkludeerde ze mistroostig. "Dat weet ik zo net nog niet..." zei Jack, maar deed er verder het zwijgen toe. Hij wist heel goed dat zijn gevaarlijke plan niet in goede aarde zou vallen, tenminste niet bij Roma. Hij keek met een schuin oog naar haar. Sinds hij haar, ruim een maand geleden voor het eerst had ontmoet, had hij grote waardering voor haar gekregen. Ze was een rustig, bescheiden en intelligent meisje, dat, ondanks haar uitgesproken aantrekkelijke uiterlijk, geen enkele poging deed de aandacht op zichzelf te vestigen. Hij zag dat ze met haar groene ogen vragend naar hem keek. "Ik vraag me af,..." begon hij langzaam, "of het niet mogelijk zal zijn, de luiken van buitenaf met dehand te sluiten." Haar gezicht kreeg een uitdrukking van volslagen afgrijzen, alsof ze zich in alle ernst afvroeg of hij niet goed bij zijn hoofd was. Hij lachte en vervolgde: "Ik weet wat je denkt, maar ik ben er zeker van dat er ruimtepakken aan boord zijn." "Maar..." begon ze, vertwijfeld over zoveel overmoed, "Je wilt me toch niet wijsmaken dat jij weet, hoe je in volle vlucht een ruimtewandeling moet maken?" "Nee, natuurlijk niet." gaf hij toe. "Ik ben wel een paar keer op Mars in een drukpak buiten de Solis Lacus geweest, maar dat is heel iets anders dan een ruimtepak. Maar, volgens mij zijn de pakken zelf geen echt probleem. Die moderne dingen werken volautomatisch. Als je de helm sluit, beginnen alle systemen meteen te werken." "Dat zal allemaal wel waar zijn," wierp Roma tegen, "maar een ruimtepak aantrekken is heel iets anders dan erin naar buiten gaan, de lege ruimte in, in gewichtloze toestand, om een of ander karwei op te knappen." "Oké," knikte Jack, "daar heb je gelijk in." Hij moest onwillekeurig aan zijn moeder denken; die zou met soortgelijke bezwaren komen en met waarschuwingen om toch vooral geen gevaarlijke dingen te doen." Ik geef toe dat het een hachelijke onderneming is," vervolgde hij, "voor iemand die daar niet in getraind is; maar 't is onze enige kans om op 't kommandodek te komen." Roma zweeg verbijsterd. Hij zag hoe ze strak naar haar schaaltje met eten staarde. Ze was al aan haar nagerecht begonnen maar had de beker met namaak vruchtensap nog niet aangeraakt. De maaltijd bestond uit soep, in een drinkschaaltje, waarvan het tuitje afsloot, als je ophield met zuigen, net als bij de drinkbekers, zodat de vloeistof er, in gewichtloze toestand niet uit bleef stromen. Na de soep was er een schaal met aardappelen -- of althans, wat daarvoor door moest gaan -- groente en vlees. De schaal was afgesloten met een doorzichtige kunststof deksel, waarin aan de voorkant een opening kon worden gemaakt, waardoor je het eten eruit kon scheppen. Het nagerecht bestond uit een of andere pudding, in een apart, kunststof schaaltje. Ze aten allemaal met veel smaak, al was 't alleen maar omdat ze geweldig veel honger hadden, ondanks dat het, volgens hun dag-nacht rythme nu eigenlijk ochtend was. Hier in de ruimte bestond echter geen vershil tussen dag en nacht. Roma zette peinzend de beker met vruchtensap aan haar mond en begon eraan te zuigen zonder er iets van te proeven. Het was trouwens namaak vruchtensap, want er groeiden nog maar heel weinig vruchten op Mars. Er werd al van alles gekweekt, in grote koepelboerderijen, maar in hoofdzaak waren het nog die produkten die echt noodzakelijk waren als eerste levensbehoefte. Tenslotte rechtte ze haar rug en keek hem uitdagend aan. "Nou ja, vooruit dan maar... maar dan ga ik wel met je mee." Jack keek haar verbouwereerd aan. "Geen sprake van." riep hij uit. Hoe kon ze in vredesnaam op zo'n krankzinnige gedachte komen. Natuurlijk was hij zelf ook geen astronaut maar hij had tenminste enorm veel gelezen over ruimtevaart en sterrenkunde; hij had altijd alles bijgehouden wat hij maar te pakken kon krijgen; hij had heel wat holovisiefilms gezien, van astronauten die in de ruimte bezig waren; voor hem zou het dus niet zo vreemd zijn als voor haar, dacht hij. Hij begreep ook wel dat het heel iets anders was dan in een drukpak op Mars rondlopen, waar je met beide benen op de grond stond. Ook het zien van een holovisiefilm, hoe echt die ook leek, was niet te vergelijken met de werkelijkheid. "Oké,..." hoorde hij de stem van Roma, nog even uitdagend zeggen: "dan jij ook niet. Samen, of helemaal niet." Hij keek haar geschokt aan. Haar gezicht stond volmaakt ernstig. Het liet geen enkele twijfel aan haar vastberadenheid. Ze zou in staat zijn hem tegen te houden. Hoe dacht ze eigenlijk het recht te kunnen opeisen om hem iets te verbieden? Hij onderdrukte zijn eerste opwelling om kwaad te worden, omdat hij meteen begreep dat zij geen enkel recht opeiste, maar zijn en hun eigen veiligheid op het oog had. Bovendien, was het eigenlijk wel een geruststellende gedachte om iemand bij zich te hebben op zo'n onbekende missie, al was het alleen maar voor de zekerheid en om je niet zo alleen te voelen. Maar ... aan de andere kant moest hij ook aan haar veiligheid denken. Een ruimtewandeling, zonder kenis van zaken was niet iets dat je iemand mocht laten doen. En toch... Hij gaf zich eigenlijk wel graag gewonnen. "Goed dan," zei hij zacht. "Maar je doet precies wat ik je zeg." "Ja, baas." lachte ze, met een tevreden blik in haar ogen. "Luister eens even hier." kwam Ivana, met opgewonden stem tussenbeiden. "Jullie gaan geen gevaarlijke dingen doen, hoor." Vijf paar ogen richtten zich verrast op haar. Ze waren dat soort uitbarstingen van haar niet gewend. In tegendeel: ze was altijd erg meegaand. Ze bloosde en vervolgde verlegen: "Ja..., nou ja ...., moet je horen ... we ... we zitten met z'n zessen in 't zelfde schuitje ... ik ... ik .... ik zou niet weten wat we zonder jullie moesten beginnen." Jack lachte haar vriendelijk toe. Nog zo'n typische vrouw, dacht hij, hoe jong ze ook nog was. "Maak je maar geen zorgen." zei hij. "We komen weer heelhuids binnen, hoor. Roma gaat mee om op mij te passen en ik zal goed op haar passen en jullie passen hier goed op elkaar." Op wat strengere toon voegde hij eraan toe: "En terwijl wij weg zijn verlaat niemand deze kabine, begrepen?" "En ... en als we dan naar de WC moeten?" vroeg Paddy duidelijk weerbarstig als reaktie op de ietwat autoritaire toon van Jack. Tosh was hem echter voor met antwoorden: "Dan doe je het gewoon in je broek." zei hij op zijn emotieloze toon. "Jij bent zeker de leukste thuis?" vroeg Paddy geërgerd. "Ja," zei Tosh, zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. "Op de WC-pot na, maar die houdt alleen van vieze moppen." "Getverderrie. Viezerik." riep Miranda verontwaardigd uit. Jack grijnsde en schoof zijn stoel achteruit, terwijl hij even de hand op de arm van Roma legde ten teken dat ze hem moest volgen. Hij was blij dat de verslagenheid, waarmee ze de maaltijd begonnen waren, was omgeslagen in normaal gedrag, dat bij jongelui van hun leeftijd paste. Hij haakte zijn veiligheidsriem los en duwde zich uit zijn stoel op en zei: "Jullie weten waar de toiletten zijn maar verder kom je niet. Ook uit de voorkabine moet je wegblijven." Hij duwde zich in de richting van de achterdeur en drukte even met zijn vinger tegen het rode vlekje ernaast, dat het elektronisch mechanisme in werking stelde om de deur open te schuiven. "O, ja," zei hij nog, zich even omkerend, "en gooi alle etensresten, de schaaltjes en het bestek in de vernietiger." "Ja, baas." zei Ivana, Roma na-apend.