4 'N HUIVERINGWEKKENDE RUIMTEWANDELING Hij zette zich met zijn voet stevig af in de richting van de deur van het dienstdek. Hij schoot snel door het smalle gangetje tussen de slaaphutten met Roma in zijn kielzog. Er waren aan weerszijde twee slaaphutten, met een toilet er tussenin. De bedoeling was dat de drie meisjes samen een hut zouden delen en de drie jongens een andere. De slaaphutten werden voor het begin van een reis ingemonteerd, afhankelijk van het aantal passagiers of bemanningsleden. Hij botste bijna tegen de deur van het dienstdek, door de vaart die hij zichzelf had gegeven. Het woord "dek" had betrekking op het feit dat de vloer in dit geval lager lag dan die van de gang en het voorschip. Het was een vrij grote ruimte, met aan stuurboordzijde de luchtsluis en daarnaast een kast vol gereedschappen en instrumenten. Aan bakboordzijde stond een flinke werktafel tegen de wand met op de voorhoek een soort -laboratoriumkastje. In de achterwand bevonden zich twee deuren, een grote, die toegang gaf tot een vrachtruim, en een kleinere, aan bakboordzijde, die toegang gaf tot een kleine kabine, waar op stond: RUIMTEUITRUSTING NOODVOORZIENINGEN GEEN TOEGANG VOOR ONBEVOEGDEN Jack wees ernaar en zei, met een sarkastisch lachje: "Bij deze verklaar ik onszelf bevoegd." Roma glimlachte, maar in de manier waarop haar mondhoeken daarbij trilden was duidelijk een zenuwtrekje te herkennen. Hij schonk er geen aandacht aan en opende de deur. Binnengekomen zagen ze drie ruimtepakken als het ware tegen de wand staan met de borststukken open hangend en zonder helmen erop. Ze waren glimmend wit en verbonden met de elektriciteits- en zuurstofvoorziening om ze konstant gebruiksklaar te houden. In een kast ernaast, met doorzichtige kunststof deuren, lagen drie helmen en op een schapje eronder lagen drie kleine witte pakjes, waarvan hij de bedoeling niet kende. Onderaan zag hij nog een aantal zuurstofmaskers liggen met lange slangen, maar daar had hij nu geen belangstelling voor. Zijn aandacht werd getrokken door een computer terminal, waar met grote letters boven stond: ATTENTIE! NEEM ALLE VOORSCHRIFTEN DOOR ALVORENS GEBRUIK TE MAKEN VAN EEN RUIMTEKOSTUUM. Blijkbaar was er toch rekening mee gehouden dat onbevoegden er gebruik van zouden maken, dacht Jack. Hij drukte het knopje in en zei: "Alle voorschriften van begin tot einde." Tot zijn mateloze ergernis klonk er ten antwoord een van die zoetgevooisde vrouwenstemmen waar de makers van synthetische stemmen tegenwoordig zo dol op schenen te zijn. Sommige mensen konden nauwelijks nog lezen, zo verslaafd waren ze aan die stemmen. "Ik ga eerst een paar vragen stellen." zei de overdreven lief klinkende stem. "Draag je astronautenuitrusting?" "Nee." zei Jack verbolgen. "Weet je hoe je astronautenondergoed moet aantrekken?" vervolgde de stem. "Nee." beet Jack andermaal terug, al leek het hem weinig problemen te zullen opleveren. "Goed dan," antwoordde de computer. "Ga dan even opzij staan, dan zal ik het demonstreren." alsof het een echte mens was die sprak. Ze begrepen allebei direkt wat er zou volgen: een van die demon-straties door een holoskopisch geprojekteerde modemeid. Ze duwden zich naar de stuurboordzijde van het kleine vertrek. "Ik word ziek van dit soort flauwe kul." zei Jack op korzelige toon. Op hetzelfde moment stond er een uiterlijk zeer welgevormde juffrouw voor hen met uitsluitend een miniatuur broekje aan. Het exemplaar, zoals Jack de projektie in gedachte noemde, pakte uit het niets een hagelwitte, dunne lichaamskous, waarvan het borststuk open hing en stak daar, op nogal uitdagende wijze eerst haar fraaie benen in, daarna gevolgd door haar armen, die ze in de ragdunne mouwen schoof. Daarna trok ze een schuifsluiting langzaam omhoog, zodat haar welvende borsten zo lang mogelijk ontbloot bleven. Eenmaal dicht, sloot de kous als een soort tweede huid om haar lichaam. "Kun je zoiets niet gewoon even zeggen?" gromde Jack, inmiddels pis-nijdig, terwijl het exemplaar, even plotseling als het verschenen was, weer verdween. Roma lachte. "Ben jij wel eens verliefd geweest?" vroeg ze. "Nooit op leeghoofden." snoof hij. De gemaakt lieftallige stem van de computer zei intussen: "Het ondergoed ligt in de kast, op schap B onder de helmen." Jack luisterde er niet eens naar want hij had de kast al geopend. "Nou, je hebt het gezien," zei hij knorrig tegen Roma, "Je zult je moeten uitkleden en je fraaie onderdanen net als dat exemplaar in een hansop stoppen." en reikte haar een van de pakjes aan. "En jij zult je harige staken erin moeten steken." lachte Roma. Jack moest ineens zowel om haar als om zichzelf lachen en vroeg: "Hoe weet jij dat ze harig zijn?" "Dat veronderstel ik maar omdat dat hoort bij jouw mannelijkheid." lachte ze en begon zich zonder schroom uit te kleden. Het bleek in gewichtloze toestand veel moeilijker te zijn dan het exemplaar had voorgedaan, om je in zo'n dunne lichaamskous te wurmen waarin, volgens Jack, allerlei ragdunne buisjes waren verwerkt, waardoor waarschijnlijk een of andere vloeistof circuleerde. Toen ze er eindelijk in -ge-slaagd waren het ondergoed aan te trekken, zei hij tegen de computer: "En nu de ruimtepakken." "Heb je nooit een ruimtekostuum gedragen?" vroeg de zeverig aanmin-nige stem. "Nee, nooit." zei Jack "en ik heb geen -imbecie-lenuitleg nodig." Roma lachte weer, want ze wist dat het apparaat op dergelijke op-merkingen geen antwoord zou geven. Computers negeerden eenvoudig alle overbodige woorden. "Dan is het niet verstandig om zonder begeleiding van een ervaren astronaut een ruimtekostuum te gebruiken." waarschuwde de stem op zeer bezorgde toon. "'t Zal me een rotzorg wezen." gromde Jack woedend. "Voorschriften." gebood hij bars. Het volgende moment stond de gekunsteld glimlachende juffrouw met haar veel te witte tanden en overdreven rode lippen weer voor hen als een balletdanseres gekleed in de hagelwitte lichaamskous, die niets aan het oog onttrok. Achter het exemplaar werd een ruimtepak geprojekteerd tegen een wand die er niet was. Het exemplaar wipte zich op een onna-tuurlijk elegante manier omhoog en liet haar benen in het openhangende borststuk van het ruimtepak zakken, om er vervolgens ook haar armen in te steken. Daarna trok ze, met haar rechterhand in de handschoen van het ruimtepak een schuifsluiting omhoog en zei: "Het pak heeft een binnen- en een buitensluiting; eerst trek je de binnensluiting dicht. Als die goed gesloten is, hoor je drie korte pieptoontjes. Daarna doe je hetzelfde met de buitensluiting en weer hoor je drie korte pieptoontjes." Vervolgens kwam het exemplaar naar voren, waarbij het pak van de aansluitingen aan de geprojekteerde wand loskwam. Op dat moment verscheen er plotseling zomaar in de lucht een helm, die zij vastpakte. "De helm klikt in een sluiting achter in de halsring. Als de sluit-ing pakt, gaan er weer drie pieptoontjes. Hij kan dan achterover blijven hangen in de sluiting tot je hem dicht moet maken." Ze demonstreerde het en vervolgde: " Daarna haal je hem over je hoofd heen naar voren en drukt hem stevig omlaag in de sleuf. Als hij goed sluit gaan er binnenin twee groene lichtjes branden. Als een van beide lichtjes, of allebei rood zijn is er iets niet in orde. Het linker lichtje geeft aan dat de helm sluit; het -rech-ter dat het systeem werkt." Jack kon zijn ergernis maar niet onderdrukken over de onbenullige manier waarop de informatie werd verschaft. De toon van het stemmetje deed denken aan een hersenloze speelpop. Op Aarde scheen het overigens nog erger te zijn dan op Mars. Op Mars heerste tenminste nog een beetje een Spartaanse sfeer door de pioniersgeest van de kolonisten, die door de soms moeilijke en gevaarlijke omstandigheden gedwongen waren zelf te denken en snel te reageren. Op Aarde.... daar scheen een soort algemene waanzin te heersen waarin mensen zich volledig lieten leiden door her-senloze computers, die voor alles en nog wat demonstraties gaven in de vorm van verleidelijke meiden en jongens, al naar gelang de kunne of geaardheid van de gebruiker. De holovisiemogelijkheden waren daar, zo werd op Mars verteld, tot in het absurde doorgevoerd. Ze werkten zich allebei snel in een ruimtepak waarna ze er inder-daad mee van de wand konden wegstappen. Het bleek echt stappen te zijn, want de zolen van de voetstukken kleefden aan de vloer, als je je voeten neerzette.. Door je in normale loophouding te bewegen, lieten de zolen weer even vlot de vloer los. Hij haalde uit de kast twee helmen en haakte de ene bij Roma in de sluitring vast. Voor het gemak liet hij Roma de andere bij hem ophaken. "Waarvoor dient dat gekke ding bovenop de helm?" vroeg Roma, wijzend naar een pijpje dat in alle richtingen kon draaien. "Dat is een straalpijpje," zei Jack. "Daarmee kun je je in de vrije ruimte voortbewegen. Ik zal even vragen hoe dat werkt." Hij drukte de computer weer aan en zei: "Gebruik van straalpijp op de helm uitleggen." De zoetgevooisde stem begon ogenblikkelijk weer liefjes te praten: "Er zit een zak met stikstof in het ruggedeelte van je ruimtepak. Rechts op het borststuk zit een knopje dat je in kunt drukken. Om je voort te bewegen hou je het ingedrukt en geef je gesproken kommando's, als volgt: 'vooruit, langzaam', 'halve kracht', 'volle kracht'. Je kijkt daarbij in de richting waarin je gaan wilt. Wil je achteruit gaan dan kommandeer je: 'achteruit' en kijkt in tegengestelde richting. Als je het knopje loslaat stopt de voortstuwing niet alleen maar wordt je ook afgeremd." "Oké," zei Jack heel wat milder gestemd. "Dat is wel voldoende. Kom mee." "Waarom hebben ze dat nou niet gedemonstreerd?" vroeg Roma verbaasd. "Omdat je in een ruimtepak nu eenmaal niet ziet wat voor mooie meid erin zit." smaalde Jack. Roma lachte. Terwijl ze in hun glimmend witte ruimtepakken de kleine kabine verlieten keek ze nieuwsgierig naar zijn gezicht. Plagend vroeg ze: "Heb je iets tegen mooie meiden?" "Nee, " grijnsde hij, "helemaal niet. Ik heb iets tegen 't gebruik, of liever 't misbruik van mooie meiden, even goed als van mooie jongens, zogenaamd omdat de informatie dan beter overkomt. Ik ben 'n mens. Ik heb hersens. Ik ben geen aap." Ze konden zich in de soepele pakken heel gemakkelijk bewegen met de helmen opengeklapt hangend op de rug. Deze moderne ruimtekostuums waren wel heel wat anders dan de logge en stijve gevaarten waarmee de eerste astronauten zich moesten behelpen, net grote zuurstofflessen op de rug en omvangrijke paketten die alle andere funkties moesten regelen. In hun kostuums bevond de zuurstofvoorraad zich in een grote reeks holle buizen in het ruggedeelte van het pak. Als er daar één van zou sprin-gen, werd hij automatisch van de rest van het systeem afgesloten, zodat er maar weinig zuurstof verloren zou gaan. Alle andere apparatuur -- voor temperatuurregeling, vochtgehalte, radiografische verbinding en dergelijke -- was zo klein, dat ze overal verspreid in het pak was ondergebracht, zonder dat de gebruiker daar enige hinder van ondervond. Om hun middel bevond zich een brede band met sluitringen, waaraan ger-eedschappen konden worden opgehangen. Er hingen al twee tasjes aan met verschillende soorten tangetjes en schroevendraaiers erin. Boven het vizier in de helm bevonden zich enkele metertjes waarop de gebruiker de druk, het zuurstofgehalte en de tijd die hem nog restte kon aflezen. Jack kreeg een vervelend gevoel in zijn maagstreek, toen hij aarzelend voor de deur van de -lucht-sluis bleef staan. Hij besefte maar al te goed dat ze iets gingen doen, waartoe ze niet alleen niet -kompe-tent waren maar waar ze vooral totaal niet op getraind waren. Meer om nog wat tijd te rekken, dan om het nut ervan, liep hij naar de ger-eedschapskast en trok de deur open om te kijken of er iets in hing wat hij misschien zou kunnen gebruiken. Er was van alles aanwezig; van veel van de instrumenten engereedschappen kende hij het doel niet eens. Er hing zelfs een van die hyper-moderne snijbranders, in de vorm van een pistool die een zeer krachtige LASER bevatte waarmee je tot op een afstand van enkele meters zelfs een stalen plaat kon doorsnijden. Die liet hij maar liever hangen, omdat het een levensgevaarlijk apparaat was. Wat hij wel meenam was een kleine ouderwetse koevoet, al had hij er geen notie van waar hij het ding voor nodig zou kunnen hebben. Diep in zijn hart wist hij, dat hij het stuk gereedschap alleen maar pakte, om niet voor niets naar de kast te zijn gegaan. Hij haakte hem aan de gordel van zijn pak. Daarna liep hij terug naar de luchtsluis en drukte resoluut de knop in. Met een schuin oog keek hij naar Roma en zag de gespannen trek op haar gezicht. De deur schoof zacht zoemend open en terwijl hij zijn best deed de trilling in zijn stem niet te laten doorklinken, zei hij: "Oké, helm dicht." en gaf zelf het voorbeeld. De twee groene lichtjes flitsten bijna gelijktijdig aan. Door het vizier keek hij naar Roma, die ook haar helm had dichtgeklapt. Ze konden elkanders gezichten niet goed meer zien, omdat het viezier door een speciale coating bijna alle licht terugkaatste. Van buiten naar binnen werd het daardoor vrijwel ondoorzichtig; van binnen naar buiten was het uitzicht echter volkomen helder. "Kun je me horen?" vroeg hij gespannen. "Ja, hoor." klonk haar stem duidelijk trillend in zijn oren, maar het ging gepaard met een onaangenaam gekraak, alsof er een sterke stor-ing van statische elektriciteit was. Het verbaasde hem, want dat soort gebrek aan perfektie had hij niet verwacht. "Zijn allebei de groene lichtjes aangegaan?" vroeg hij. "Ja..." was het enige wat ze ze. Naast elkaar gingen ze de luchtsluis in en de deur schoof automa-tisch achter hen dicht. "Ben je bang?" vroeg hij. "'n Beetje." gaf ze zacht toe. "Ik ook." erkende hij, geruststellend en oprecht. Niettemin aarzelde hij geen moment om de knop in te drukken, die de luchtpomp in werking stelde om de sluis leeg te pompen, waarna de buitendeur automatisch zou open schuiven. Het eerste gevolg echter was, dat er weer zo'n overdreven lieftallige vrouwenstem in hun oren klonk, zij het, nu met nogal wat gekraak, die zei: "Bevestig een van de veiligheidslijnen aan de ring op de linker heup. Er zijn vier veiligheidslijnen, twee aan elke kant van de buiten-deur. Als je weer binnen komt, geef je twee korte rukjes aan de lijn; de katrollen rollen dan automatisch op." "Bedankt voor de mededeling.." zei Jack, om de spanning te breken en trok een van de lijnen uit het gaatje in de wand, vlak naast de buiten-deur, en haakte zelf de sluiting in de ring op Roma's ruimtepak. Intus-sen waren hun pakken lichtelijk opgezwollen, terwijl de buitendeur geluidloos openschoof. Hij trok de tweede lijn uit het gaatje en haakte hem aan zijn eigen ruimtepak. Ze hadden al heel wat keren in hun leven holovisieprojekties gezien, die vanuit ruimteschepen waren opgenomen, maar hoe echt dat ook leek, de -gewaarwor-ding die ze nu ondervonden was volkomen anders. Met kloppend hart keken ze de inktzwarte leegte in van het ogenschijnlijk absolute niets. Ze knipperden met hun ogen, want, hoewel het hele beeld buiten de indruk gaf van het totale zwart, van de afwezigheid van alle licht, was het toch helder licht en was het zwarte tapijt bezaaid met flonkerende sterrepunten. Ondanks het nare gevoel van te moeten overgeven op een lege maag en met zijn hart kloppend in zijn keel, waagde Jack het erop zijn hoofd naar buiten te steken. Met zijn linkerhand hield hij zich krampachtig vast aan de deurstijl. Zijn hersenen zeiden hem dat hij gewoon naar buiten kon stappen, zonder gevaar om te vallen, omdat er eenvoudig geen gravitatieveld was, buiten de massa van het schip zelf dat hem ergens naar toe kon laten vallen. Maar zijn gevoel weerhield hem ervan de stap naar buiten te wagen. De zon moest zich ergens aan deze kant van het schip bevinden, want de buitenwand was helder verlicht. Hij zocht het inktzwarte uits-pansel af en vond hem, tenminste, de helderste van alle sterren. maar hij was veel kleiner dan hij verwacht had. Het nare gevoel bekroop hem dat er iets grondig mis was; hoewel,... het kon ook gezichtsbedrog zijn. Hij probeerde alle gevoelens van zich af te zetten en dwong zich zijn voeten van de vloer los te maken. Met zijn vingers om de deurstijl geklemd, duwde hij zich heel langzaam naar buiten. Toen ontsloot hij ook de greep van zijn hand. Alle angst, die hem tot nog toe in zijn ban had gehad, loste zich op en maakte plaats voor een gevoel van uitgelaten-heid, alsof hij plotseling werd ondergedompeld in een dronkenmans roes. Hij zweefde, helemaal vrij, vlak buiten de deur van de luchtsluis. Vrijer dan een vogeltje in de lucht... want vogels konden vallen, als hun -vleugel-slag stopte.... hij hoefde zich maar een duwtje te geven en hij zou langzaam wegzweven van het schip. Hij was echter veel te nuchter om zich door een euforie als deze te laten meeslepen. Hij keek naar Roma, die in de deuropening stond. Hij bewoog zijn rechter voet naar de wand van het schip, vlak naast de open deur en plakte hem er tegenaan, waarna hij zijn lichaamshouding wijzigde, haaks in verhouding met die van Roma. "Kom, er kan je niets gebeuren." zei hij. Alle angst van zo-even was uit zijn stem verdwenen. Het volgende moment stond ze naast hem, tegen de zijwand van het schip. Hij zou graag het kloppen van haar hart hebben willen horen, op het moment dat ze zich losmaakte, dacht hij; maar misschien was zij wel nuchterder dan hij. Hand in hand liepen ze naar voren, tot waar de kommandokabine schuin boven de scherpe neus van het schip uitstak. Zo, van buitenaf gezien, zou je niet zeggen dat er binnenin zoveel ruimte was. Hij liet haar hand los en zei: "Ik ga eerst kijken of we wel iets kunnen doen." Hij liep over de neus van het schip en keek over de kommandokabine heen naar achteren. Roma stond nu haaks ten opzichte van hem. Haar witte pak stak scherp af tegen de inktzwarte hemel. Het schip zelf leek vanuit dit perspektief heel lang en smal. Een heel eind naar achteren zag hij de zonnepanelen, die zich, na het verlaten van de dampkring van Mars automatisch hadden uitgeklapt. Het leek alsof het schip volkomen bewegingloos tussen de sterren hing, terwijl ze zich in werkelijkheid met zeer hoge snelheid voortbewogen. Hij boog zich voorover, naar de voorruit van het kommandodek, maar door de zwaar gefilterde kunststof ruiten kon hij binnen niets on-derscheiden. Alleen zag hij dat het licht aan was. De scheur in de linker ruit was heel duidelijk te zien. Hij leek nu wel dicht, maar als de kabine onder druk zou komen te staan, zou hij onherroepelijk weer open gaan. "Ga op het dak van de kabine staan," zei hij tegen Roma. "Ik ga naar d andere kant om het luik te bekijken. Alle angst was volledig uit hem verdwenen, konstateerde hij tevre-den. Hij liep naar de bakboordzijde van het schip en stapte daarmee als het ware van het ene moment op het andere vanuit helder licht in het totale duister, omdat deze zijde van het schip van de zon was afgekeerd. Op zijn helm flitste automatisch een schijnwerper aan. Het luik zat gelukkig niet in, maar op de wand van het schip, al was het wel zodanig verzonken, dat het met de wand één geheel scheen te vormen. Als hij een eindje naar achteren liep en zich voorover boog, moest hij met zijn handen tegen het luik kunnen drukken. Als het nu maar niet vergrendeld was, dacht hij. Hij liep een klein eindje naar achteren, draaide zich om en boog zich voorover. Hij zette de ballen van zijn hand zo dicht mogelijk tegen de achterrand van het luik. De rand liep schuin glijdend naar binnen toe, zodat hij weinig houvast had. Hij moest zijn voeten zo plat mogelijk tegen de wand houden, om te voorkomen dat ze zouden losschieten. Met alle kracht, die hij in zijn gekromde houding in het ruimtepak kon opbrengen, drukte hij tegen het luik. Toen gebeurde er iets volkomen onverwachts... Het luik schoot met een klap naar voren, met als gevolg dat zijn voeten loslieten van de wand van het schip en door de kracht die hij zelf had uitgeoefend werden weggeslingerd, waarop ook zijn handen het kontakt met het schip verloren en hij een komplete salto mortale maakte in voorwaartse richting. Hij scheerde met zijn gezicht vlak langs de voorkant van het kommandodek en zag heel bewust dat zowel het linker als het rechter luik was dichtgeschoven. In een flits vroeg hij zich nog stomverbaasd af, waarom dat met zo'n klap was gebeurd en het volgende moment raakte hij volledig in paniek, omdat hij ook had gezien hoe zijn veiligheidslijn tussen de dichtklappende luiken was terecht gekomen en.... werd -door-ge-sneden. Hij voelde zich ijskoud worden. Hij had het gevoel alsof zijn haren recht overeind gingen staan. In het wilde weg graaide hij met zijn handen naar houvast, maar er was niets,... helemaal niets, dan alleen voorbijflitsende sterren, want de salto -bewe-ging stopte niet; hij draaide, als een op hol geslagen molenwiek in het niets rond. Hij wilde schreeuwen om hulp, maar er kwam geen geluid uit zijn keel; hij was niet in staat om te denken; hij viel.... viel.... en zou tot in het oneindige blijven doorvallen .. Roma stond op het dak van de kommandokabine als aan de grond genageld toen ze zag hoe hij de ruimte werd ingeslingerd. De schok van het onverwachte verlamde haar; haar lichaam kromp ineen en haar hele huid veranderde in kippevel. Ze zag hoe het afgesneden stuk van zijn veiligheidslijn met hem mee -rond-slingerde, alsof het een kaarsrechte stok was en hoe hij met zijn handen in het niets graaide. Met een krachtige wilsinspanning zette ze de opkomende paniek van zich af. Ze dacht niet echt na, over wat haar te doen stond; ze -rea-geerde zonder aarzelen. Ze zakte door haar knieën en zette zich met handen en voeten tegelijk af van de wand van het ruimteschip in de richting waarin hij, steeds verder wegdrijvend, rondwentelde. Op de tast zocht en vond ze met haar rechterhand het knopje op haar borst waarmee ze de straalpijp op haar helm in werking stelde. Kort en duidelijk zei ze: "Volle kracht vooruit." en zag, meer dan dat ze het voelde, hoe ze sneller in beweging kwam. Als de veiligheidslijn niet lang genoeg was, zou ze hem loshaken, dacht ze en legde haar linkerhand op de sluiting. Waarom gebruikte Jack zijn straalpijp niet, vroeg ze zich af en begon te roepen: "Jack... Jack.... Gebruik je straalpijp." maar hij scheen haar niet te horen. Achteraf besefte ze, dat het misschien niet meer dan een minuut of zo had geduurd, voor ze vlak bij hem was, maar terwijl ze zich, naar haar smaak veel te traag naar hem toe bewoog, met haar ogen strak op hem gericht, leek het uren te duren. Toen ze ten lange leste zo dicht bij hem was, dat ze bijna een klap van hem kreeg, liet ze het knopje van de straalpijp los en zei dringend: "Jack. Jack. Hou op met zwaaien. Ik grijp je vast." maar haar stem scheen nog steeds niet tot hem door te dringen.. Ze riep nogmaals, nu harder: "Jack. hou op met slaan." en stak gelijk haar linker hand uit, waarmee ze zijn rechter been bij de enkel vastgreep, toen het dreigend dicht voor haar langs kwam. Dat had weliswaar tot gevolg dat zijn wenteling gedeeltelijk werd afgeremd, maar tegelijkertijd, dat zij, hoewel in mindere mate, zijn wenteling overnam. Waar ze de tegenwoor-digheid van geest vandaan haalde, begreep ze zelf niet, maar ze keerde onmiddellijk haar gezicht in de wentelrichting en drukte het knopje op haar borst in en zei: "Volle kracht achteruit." Enkele ogenblikken later stonden de sterren, die waren gaan bewe-gen, weer stil en ze liet het knopje los. Ze greep zijn rechterhand vast en liet zijn enkel los. Met haar linkerhand pakte ze de vei-ligheidslijn en gaf er twee korte rukjes aan. Ze draaide haar hoofd om en keek verbijsterd naar de enorme afstand, die ze van de "Arthur Clarke" verwijderd waren. Het was een onwezenlijke gewaarwording. Het was alsof er niets, helemaal niets bewoog. Het schip leek zo klein op deze afstand; een klein, glinsterend metalen pijpje, dat roerloos tussen de flonkerende sterren hing in een eindeloze, zwarte leegte. Ze hui-verde. Er overviel haar een gevoel van angst en nietigheid, maar met een krachtsinspanning die ze nooit in zichzelf had vermoed, schudde ze het gevoel van zich af. Jack knipperde met zijn ogen. "Roma...." zei hij hees. Hij had haar stem gehoord, zij het met veel gekraak van statische elektriciteit en hij kwam langzaam bij uit de verdovende verlamming van angst. Hij begreep dat ze een poging deed om hem te redden. De leegte, het schier absolute niets om hem heen, was zo overweldigend, dat hij slechts met de grootste krachtsinspanning in staat was zichzelf een klein beetje te kalmeren. "Volle kracht vooruit." hoorde hij haar stem door het gekraak en geknetter heen zeggen en nu pas begreep hij dat ze de stikstof raket gebruikte om de terugtocht te versnellen en dat hij dat ook kon doen en dat hij er in zijn panische verlamming geen moment eerder aan had gedacht. Ook hij drukte nu het knopje op zijn borst in en zei, eveneens, hoewel met schorre stem: "Volle kracht vooruit." Langzaam, heel langzaam kwam het ruimtevaartuig naderbij, alsof niet zij zich bewogen maar het schip. Je kon je, vanaf deze afstand nauwelijks indenken dat je je, binnenin dat verloren stipje in de onme-telijke ruimte, veilig voelde. Het was onvoorstelbaar dat het zich met enorme snelheid voortbewoog en dat zij zich, daar buiten, in diezelfde richting met diezelfde snelheid voortbewogen. De vraag was alleen: in welke richting? Eindelijk waren ze vlak bij het schip. Hun lichaamshouding was precies omgekeerd ten opzichte van de vloer van de luchtsluis, zodat ze de sluis met hun voeten naar het plafond in zweefden. Dat maakte echter geen enkel verschil. Aleen, om gemakkelijker bij de bedieningsknoppen te komen, liepen ze, hand in hand langs de zijwand naar de vloer, waarna Jack zelf het knopje indrukte om de buitendeur te sluiten. Nu pas voelde hij zich weer tot rust komen. Hij keek, met mateloze bewondering naar Roma in haar witte ruimtepak en wilde maar liefst meteen haar en zijn helm afrukken om haar gezicht te kunnen zien. Maar ze moesten nog een lange, volle minuut wachten, voor de sluis weer onder druk stond en de binnendeur open schoof. Gelijktijdig klapten ze hun helmen open. Al die tijd hadden ze geen woord gewisseld, omdat hij geen woord kon uitbrengen en nog steeds scheen het hem toe dat zijn keel dichtgeknepen was. Zwijgend liepen ze naast elkaar naar de kleine kabine. Alsof zijn leven er nog van afhing trok hij met een ruk de sluitingen van zijn ruimtepak open, na eerst haar en zijn eigen helm in de kast te hebben gezet. Hij stapte snel uit het pak en hing het weer op zijn plaats tegen de wand, waarna hij dat van Roma aannam om het ook op te hangen. Toen kon hij zich niet langer bedwingen. Zij was juist bezig de lichaamskous van zich af te stropen, toen hij zich naar haar omkeerde, en zich er niet van kon weerhouden om zijn armen om haar heen te slaan en haar een klinkende zoen op beide wangen te geven. Met schorre stem zei hij: "Dank je, Roma, je bent het meest fantastische meisje dat er best-aat." en hij meende het uit de grond van zijn hart. Roma bloosde, maar zei, met een guitige klank in haar stem: "Zeg, mag ik me eerst even aankleden? Dadelijk gaan de mensen er nog wat van denken." De spanning viel van hem af. Hij schoot in een hartelijke lach. Haar opmerking zette hem, figuurlijk althans, weer stevig met beide benen op de grond. Hij besefte nu pas dat ze half ontkleed was en dat hij zelf nog de straksluitende lichaamskous aanhad. Dat interesseerde hem echter, op dit ogenblik geen zier.