Het gonst de laatste weken op Aruba van allerlei vreemdsoortige uitspraken rond het wetsontwerp ter invoering van een Algemene Ziektekosten Voorziening (AZV). Op enkele goede uitzonderingen na hebben al die uitspraken één ding gemeen: ze zijn erop gericht te voorkomen dat er op korte termijn een algemene ziektekosten voorziening in het leven geroepen wordt. Sommige zijn zelfs schaamteloos eerlijk. Het leitmotiv van de artsen is, als we de uitlatingen van een bekende specialist in Diario mogen geloven, gewoon: poen, poen en meer poen! Hij zou er goed aan doen zich eens af te vragen waarom de levensverwachting van artsen ver beneden het gemiddelde ligt.
Sommige anderen zien er geen been in om te verklaren dat ze niet inzien waarom er zo nodig een AZV moet komen, terwijl iedere armlastige toch via het PPK-systeem geholpen wordt. Met andere woorden, Aruba -- en dat geldt zeker niet alleen voor Aruba -- moet gewoon een eiland blijven waar iedereen die dat wil zich gemakkelijk kan verrijken, in ruil waarvoor we dan bereid zijn echt armlastige medeburgers met een aalmoes af te schepen, maar dan moeten ze wel dankbaar zijn en niet zeuren over rechten!
Het komt er op neer dat er groepen in onze samenleving zijn die niet geïnteresseerd zijn in het belang van het hele volk, maar uitsluitend in hun eigen bevoorrechte positie. Dat geldt zelfs voor sommige vakbonden, die zich op het standpunt stellen dat zij er alleen zijn ten behoeve van de belangen van hun eigen leden. De kansarmen en kanslozen in de gemeenschap eisen feitelijk helemaal geen rechten op, want ze hebben geen stem die voor hen spreekt. Ze zijn overgeleverd aan de goede wil van politici en God zij dank zijn er nog politici die, zij het niet altijd op ethisch juiste gronden, toch voor hen opkomen.
De FAVI werpt zich wel op voor zo'n groep kansarmen: de Arubaanse blinden en slechtzienden en breidt zijn integratieprincipe per definitie uit tot de gehele gemeenschap. Zij publiceerde begin 1986 een uitvoerige pleitnota door mij als uitvoerend secretaris geschreven over de noodzaak van een algemene ziektekostenvoorziening, waarbij werd gekozen voor een niet-genationaliseerde vorm van de Britse National Health Service. Men dacht bij de FAVI dat iedereen die nota inmiddels vergeten was, maar tijdens de Staten hearing op woensdagmiddag 8 januari 1992 stak ADN-afgevaardigde Pedro Bislip hem triomfantelijk omhoog, om het tegendeel te bewijzen. Trouwens, ook tijdens de eerste ronde van het debat in de Staten is eraan gerefereerd door PPA-afgevaardigde Benny Nisbet.
"Een natie, die haar volk verdeeld houdt in bevoorrechten en achtergestelden, of zij nu groot of klein is, zwak of sterk, verspeelt daarmee het recht zich een ware natie te noemen." aldus staat er te lezen in de ‘Kritiek op het AZV-ontwerp’ die de FAVI aan de statenleden aanbood. De FAVI maakte daarmee zeer duidelijk dat haar kritiek op het ontwerp van wet in geen geval wordt ingegeven om de invoering van een Algemene Ziektekosten Voorziening tegen te houden. ‘Die moet liever vandaag komen, dan morgen!’ is de mening bij de FAVI.
Alvorens een oordeel uit te spreken over een ontwerp van wet als de AZV op Aruba, moeten de uitgangscriteria welomschreven zijn, anders verzandt men gemakkelijk in zulke nietszeggende kreten als: ‘het moet Arubaans zijn!’ of ‘We moeten naar de praktische mogelijkheden kijken en niet naar de ideologie!’ De indruk overheerst, dat slechts zeer weinigen zich een goed idee hebben gevormd van het belangrijkste uitgangspunt, vervat in de vraag: Wat is het doel? Pas daarna kan er gesproken worden over de vraag hoe dat doel bereikt kan worden en welke onze specifieke mogelijkheden zijn om het te bereiken.
Het doel van een volksvoorziening is niet slechts, zoals menigeen uitroept, “iedereen gelijke rechten geven”, maar die gelijke rechten verschaffen door iedereen deelnemer te maken in een collectief systeem, waardoor niemand meer afhankelijk is van bedéling maar elk individu in principe medeverantwoordelijk is voor het geheel. Een dergelijk doel kan slechts bereikt worden door het systeem verplicht te stellen, waardoor weliswaar iets aan vrijheid wordt ingeboet, maar de gemeenschap als geheel aan vrijheid wint, door verminderde afhankelijkheid van allen. In de praktijk moet het voor een eiland als Aruba niet zo moeilijk zijn een dergelijke collectieve voorziening te verwezenlijken, aangezien thans reeds, via een achterhaald, bedélend anachronistisch systeem en allerlei andere verzekeringen en/of regelingen de gezondheidszorg ook door het gehele volk wordt betaald, via loon- en inkomstenbelasting, SVB-premie en partikuliere verzekeringen, waardoor de lasten onrechtvaardig verdeeld zijn.
Uitgaande van die criteria kan men weinig anders doen dan het aan de Arubaanse Staten aangeboden wetsontwerp terugverwijzen voor grondige herziening. Als voor dit stuk slordig werk een expert uit Nederland is betaald, moet men zich toch eens gaan bezinnen hoe expertise van te voren kan worden afgemeten. Men was blijkbaar niet eens in staat met een fatsoenlijke tekstverwerker om te gaan, die automatisch de hoofdstukken en paragrafen korrekt indeelt, anders zouden er geen twee hoofdstukken 7 in staan, en niet in een opsomming van subparagrafen zo maar een letter worden overgeslagen. Wie dat muggezifterij noemt begrijpt kennelijk niet dat een serieuze zaak ook serieus moet worden aangepakt.
Het grootste probleem met dit ontwerp is, dat vrijwel alles bij algemene maatregel moet worden ingevuld. Dat houdt feitelijk in dat er nog geen wezenlijke principiële politieke beslissingen zijn gevallen en dat de regering vrij spel zou krijgen en het parlement het nakijken heeft. Elke algemene maatregel moet tien dagen ter inzage van het parlement gelegd worden, maar er staat nergens, dat het parlement ook de bevoegdheid heeft ze al dan niet goed te keuren. Een volksvoorziening is een te gewichtige zaak om niet elk aspekt het fiat van de volksvertegenwoordiging mee te geven.
Zo ook krijgt, het hele ontwerp door, de minister van gezondheidszorg de bevoegdheid, vrijwel alle beslissingen van het op te richten uitvoerend orgaan nietig te verklaren. Het uitvoerend orgaan zelf krijgt daarnaast echter wel ongelooflijk veel praktische bevoegdheden, die op de eerste plaats de kompetentie van artsen en de rechten en eigen verantwoordelijkheid van de verzekerde zodanig beknotten, dat , als ze werkelijk worden uitgevoerd, de gezondheidszorg tot een minimum zullen beperken.
Men begrijpe ons niet verkeerd: als we het hebben over de regering, het parlement en de minister slaat dat niet op de huidige personen want het is algemeen bedoeld. Het is bijna zeker dat de zittende regering, het huidige parlement en de tegenwoordige minister niet bij de uiteindelijke invulling van het wetsontwerp betrokken zullen zijn. Zij kunnen hooguit, na de eerstkomende verkiezingen in een nieuwe samenstelling terugkomen en bovendien wordt een wet niet geschreven op één zittingsperiode van een regering, maar op de toekomst.
Volgens artikel drie van het ontwerp zijn alle op Aruba ingeschreven ingezetenen verzekerd, maar volgens artikel 49 wordt zowat het gehele volk uitgesloten op absolute minimumlijders en ambtenaren na. Dit tweede artikel houdt echter, naar ons is verzekerd, een overgangsregeling in, maar dat staat er niet, noch voor welke termijn een dergelijke overgangsregeling dan wel zou moeten gelden. We zullen bovendien maar aannemen dat dit ontwerp al stamt uit de tijd dat het verschil tussen ambtenaren en werklieden nog niet was afgeschaft, want het onderhavige artikel spreekt bij herhaling nog over ‘werklieden’ en ‘arbeiders’, wat natuurlijk best even had kunnen worden verwijderd, of wordt er bij de direktie Wetgeving nog niet met een tekstverwerker gewerkt?
Het bevolkingsregister zal het bovendien bijzonder druk krijgen, want iedere inwoner van Aruba moet een uittreksel uit het bevolkingsregister overleggen om ingeschreven te kunnen worden, een vreemd bedenksel, tenzij men het alleen bedoeld heeft voor de toekomst, als alle ingezetenen bij de overgang naar de AZV eenmaal zijn ingeschreven en alleen nieuwkomers moeten worden toegevoegd.
Over premieheffing en hoogte wordt met geen woord gerept, (gereserveerd staat er achter het desbetreffende hoofdstuk. Toch is juist de manier van premieheffing een principiële zaak, die niet bij algemene maatregel kan worden afgedaan. Dat na oprichting van het fonds de loon- en inkomstenbelasting moeten worden verlaagd, (tenminste zeker in fasen) aangezien de kosten van de gezondheidszorg vanaf dat moment voor het grootste deel uit de premieinkomsten moeten worden gedekt, wordt in het ontwerp van wet uiteraard niet aangeroerd. Toch zou het goed zijn in de informatie dit punt wel te benadrukken, anders krijgt het de schijn dat hier een sluipweg wordt ingeslagen om de overheidskas te spekken.
Artikel 43 geeft heel ernstig te denken. Als we goed lezen wat er staat, wordt hiermee zelfs het ambtsgeheim van de artsen opgeheven en is de verzekerde aan de willekeur van de minister overgeleverd. Om een artikel als dit aanvaardbaar te maken zal er op zijn minst de clausule toegevoegd moeten worden dat inlichtingen uitsluitend met instemming van de verzekerde aan derden mogen worden verstrekt. Men kan op dit punt gewoon niet streng genoeg zijn.
Sommige van de stemmen die rond de statenbehandeling van het wetsontwerp verzet hebben aangetekend tegen de invoering van een algemene volksvoorziening voor ziektekosten richtten zich echter, zoals reeds opgemerkt, niet op de feilen van het wetsontwerp, maar tegen de idee zelf van een volksvoorziening. Vooral één uitspraak moet ronduit dom worden genoemd. Er werd gezegd, dat in veel Europese landen en zelfs in Amerika zo'n voorziening niet bestaat. Wie Amerika op sociaal gebied ten voorbeeld stelt is toch wel griezelig naief. Senator Edward Kennedy heeft al bij herhaling -- zowel in de senaat van de VS als daarbuiten -- verklaard dat de Verenigde Staten en Zuid Afrika zich samen in de vernederende positie bevinden dat zij de enige twee hoog ontwikkelde industriële naties zijn die geen algemene ziektekostenvoorziening kennen. Er leven in de Verenigde Staten minstens 35 miljoen mensen die niet verzekerd zijn tegen ziektekosten en de partikuliere verzekeringen niet kunnen betalen.
Alle geïndustrialiseerde landen van Europa, inklusief Spanje en Portugal, kennen al sinds jaar en dag een of andere vorm van volksverzekering tegen ziektekosten. In Groot Brittannië werd de National Health Service al in 1948 ingevoerd. en Nederland kent reeds sinds jaar en dag zijn Algemeen Ziekenfonds, dat thans op de helling staat om vervangen te worden door een werkelijk algemene volksverzekering, zoals de AOW, AWW, AWBZ,WW, WAO/AAW en andere. De medicijnverstrekking is per 1 januari al ondergebracht in de AWBZ en is daarmee van toepassing op het hele volk.
Ook een land als Canada heeft uitstekende voorzieningen voor de dekking van medische kosten, in het algemeen een aangepaste vorm van de Britse National Health Service. Het Régie de l'Assurance Maladie de Quebec” wordt vaak gehanteerd als voorbeeld van een all round volksverzekering zowel tegen ziektekosten als tegen arbeidsongeschiktheid.
Natuurlijk kleven er allerlei feilen aan deze voorzieningen! In Nederland en Engeland staan de sociale voorzieningen onder zware druk! In Engeland, waar de National Health Service (NHS) een vorm van nationalisatie van de hele gezondheidszorg is, gaan hier en daar stemmen op om gedeelten van het systeem te privatiseren, zoals de ziekenhuizen. Dat is allemaal volkomen waar, maar er loopt geen zinnig mens in die landen rond, die ze zou willen afschaffen of die het betreurt dat ze ooit zijn ingevoerd, zelfs Margaret Thatcher niet! Op nieuwjaarsdag verklaarde premier John Major van Groot Brittannië in een BBC-interview, dat zijn eigen ouders, dankzij de NHS op hoge leeftijd een goede medische behandeling hadden gekregen en dat hij er dan ook geen moment over peinsde om het systeem te ondermijnen.
Dat er feilen kleven aan menselijke konstrukties spreekt vanzelf. De enige manier om fouten en mislukkingen te voorkomen is: niets doen.... Sommige argumenten, die met name zeer recentelijk konden worden gehoord klonken bijna negentiende eeuws liberaal. Ze getuigden in ieder geval van geen enkel inzicht in de noden van het volk en vooral niet van enige vorm van maatschappij visie. Niet het feit dat er op Aruba voor alle burgers een of andere vorm van ziektekostendekking bestaat is van doorslaggevend belang, maar dat er bevoorrechten bestaan en mensen (de grootste groep) die benadeeld worden door een volslagen anachronistisch systeem, dat wel (en daarmee liggen we ongetwijfeld voor op de regio) ook armlastigen medische voorzieningen verschaft, maar de manier waarop dat gebeurt is verwerpelijk, omdat er niet principiëel wordt uitgegaan van rechten, maar van een vorm van overheidsbedéling.
Het was nooit al te best gesteld met de solidariteit van bevoorrechten met benadeelden, maar we naderen de 21ste eeuw en men zou mogen verwachten dat alle omwentelingen van de eeuw die ten einde loopt ons toch wel iets geleerd zouden hebben.... Die verwachting lijkt soms ijdel. ‘Verworven rechten’ bestaan niet, als ze betrekking hebben op een beperkte groep. Dan zijn het voorrechten of misschien nog beter privileges. Wie zijn voorrechten stelt boven het belang van de gemeenschap in zijn geheel getuigt niet van enig sociaal gevoel. Bovendien is er niet de minste reden om om wille van eigen voorrechten een collectieve voorziening tegen te houden. Men kan te allen tijde in afzonderlijke onderhandelingen de eigen voorrechten veilig stellen bij de werkgever, of dat nu de overheid is of het partikuliere bedrijfsleven. De verzekeringsmaatschappijen zullen er wel bij varen! Dat moet echter los gezien worden van de invoering van een algemene voorziening, net als de overheids- en bedrijfspensioenen bovenop de Algemene Ouderdoms Voorziening staan.
Het anachronistische PPK systeem (PPK = Pro Pauperis kaart) moet zo snel mogelijk uit de wereld geholpen worden en de vele gezinsleden van SVB-verzekerden en bejaarden, die vaak helemaal niet armlastig zijn, maar gewoon de dure partikuliere verzekeringen niet kunnen betalen, dienen evenmin afhankelijk te zijn van het PPK monstrum. Maar op de allereerste plaats dient onze gemeenschap te leren dat zij collectief verantwoordelijk is voor elk individu in de gemeenschap. Wie dat communistisch noemt is gek; we kunnen het met veel meer recht christelijk noemen. Dat schijnt echter vele christenen volkomen te ontgaan.