WAAR LEVEN PRIESTERS EN DOMINEES VAN?

(gepubliceerd in de Amigoe van dinsdag 28 augustus 2018)

    Ron Hubbard, de mislukte science-fiction schrijver en stichter van wat hij noemde: The Scientology Church, schreef al in 1948 dat, als iemand miljoenair wilde worden de beste methode was een godsdienst te lanceren. De zijne werd een "kerk" zonder God en zowel hij als menige van zijn volgelingen werden inderdaad multi-miljoenair. Dat geldt echter niet voor katholieke priesters en gereformeerde dominees, althans zeker niet op onze eilanden.


    Oorspronkelijk in de gehele Nederlandse Antillen en nu nog op Aruba en Curaçao, zijn priesters en gereformeerde dominees semi-ambtenaren die een salaris van de overheid ontvangen. Naar mij ter ore is gekomen na publicatie van dit artikel krijgen ook de joodse Rabbis zo'n salaris. Vermoedelijk stamt dat uit de tijd van de Westindische Compagnie, die voor haar personeel dominees meebracht, die door de Compagnie betaald werden. In de daaropvolgende koloniale tijd werd die regeling vermoedelijk uitgebreid tot de katholieke pastoors. Ik heb mij niet verdiept in de historische achtergronden daarvan. Het gaat mij om de huidige situatie.


    Bij de invoering van autonomie voor Curaçao en Sint Maarten en de overname door Nederland van de BES-eilanden, heeft de toenmalige staatssecretaris, mijn nichtje Drs Ank Bijleveld, thans minister van Defensie, zelfs voor de functionerende priesters en dominees op Bonaire, Sint Eustatius en Saba gezorgd voor een Nederlands salaris, terwijl Nederland zelf geen godsdienstige bedienaren zelfs maar subsidiëert, laat staan salariëert. Het salaris voor de priesters en dominees op de BES-eilanden werd daarom gebonden aan debij de overgang functionerende bedienaren. Met andere woorden: de huidige pastoors op Saba en Sint Eustatius krijgen geen overheidssalaris meer maar moeten door de bisschop betaald worden, omdat de een is overleden en de andere vertrokken. Sint Maarten heeft het systeem - wijselijk - niet overgenomen, met als gevolg dat indertijd de vicaris van de Bisschop bij mij aanklopte om een goed woordje bij mijn nichtje te doen. Uiteraard was hij teleurgesteld toen ik zei dat het geen Nederlandse zaak was maar van Sint Maarten zelf.


    Wat het systeem, zoals het nog functioneert op Aruba en Curaçao nogal onwerkelijk maakt, in de seculiere maatschappij die wij zijn, is dat op onze eilanden geen scheiding van kerk en staat bestaat, maar dan wel alleen ten aanzien van de Katholieke en Gereformeerde kerken en ook de Joden dus. Alle andere geestelijken zijn nooit gesalariëerd noch gesubsidiëerd. Uiteraard zal niemand zijn vingers eraan willen branden, maar theoretisch kan de overheid de kerk haar wil opleggen. Iets dergelijks is toch al ongewild gebeurd, want de Bisschop - met zijn Italiaanse achtergrond en totaal gebrek aan seculiere kennis - vond het nodig op Aruba, na een paar jaar een ander tot vicaris te benoemen, daarbij niet beseffend dat volgens de Arubaanse ambtenarenwet (LMA) het onmogelijk was de eerst benoemde zijn hogere salaris af te nemen om het aan de volgende toe te kennen. Aruba kent maar één zogeheten "hoofdpredikantensalaris" voor de Katholieke kerk en gezien het feit dat de betrokken pastoor ambtenaar is kan hij niet worden gedemoveerd. Theoretisch kan zijn functionering wel door de overheid worden beoordeeld.


    Hoe we het ook wenden of keren, het is niet alleen een onwerkelijk systeem, om het maar eufemistisch uit te drukken, maar het is ook nog discriminerend, want uitsluitend van toepassing op de katholieke en gereformeerd protestante kerken. Het is mij bekend dat in het verleden tenminste één protestantse dominee evenals één katholieke priester het overheidssalaris uit principe hebben geweigerd, omdat de gemeente, c.q. de parochie voor hun onderhoud verantwoordelijk diende te zijn.


    Het wordt dan ook hoog tijd dat de overheid - inclusief parlement - gaat brainstormen over afschaffing, althans zeker voor nieuwe bemoemingen. Maar, .... wie zal de kat de bel aanbinden?*


Henk de Beijer, Aruba.


*Harrie Oplaat liet mij weten dat hij het in 2002 in het parlement ter sprake had gebracht maar nul op het rekest kreeg. Ook dr Rudy Lampe heeft het geprobeerd toen hij in het parlement zat, met hetzelfde resultaat als Harrie Oplaat.