Het was erg prettig voor mij te constateren dat mijn stukkies gelezen worden, want meestal hoor je dat pas als je iemand ontmoet, die zegt: "ik heb je stuk gelezen". Zelfs een negatieve reactie als die van John da Silva in de krant van woensdag 21 november, is wat mij betreft welkom. Helaas echter ben ik bang dat die gebaseerd is op een anti-makamba houding en dat is niet bevorderlijk voor een verstandige discussie.
Maar goed, op één punt heeft hij gelijk, namelijk dat mijn verre voorvaderen geen aardappelen konden bakken, want mijn oudst bekende voorvader, ene Johannes de Beijer, bijgenaamd De Bavari, kwam in 1379 in het gevolg van Catarina, dochtrer van Albert I hertog van Beijeren naar Nederland en toen was de aardappel in heel Europa nog onbekend. Die veroverde heel Europa in recordtijd na de ontdekking van Amerika in 1492. Overigens ook de tabak en andere genotmiddelen kwamen uit de nieuwe wereld, dus daar waren de inheemse bevolkingen goed in.
Anderzijds heb ik één latijnsamerikaanse nobelprijs - niet voor litteratuur, over het hoofd gezien, namelijk die voor Mayavoorvechtster Rigoberta Menchu, maar ook dat was geen wetenschappelijke maar een vredesprijs. En als we het toch over de Maya's hebben, dan vind ik het meest vermeldenswaardig het feit dat de Maya's het enige inheemse volk van heel het Amerikaanse halfrond waren, dat een volledig schrift had ontwikkeld, zodat hun geschiedenis vrij goed bekend is. Helaas vernielden de op IS moslims gelijkende katholieke inquisiteurs alle boeken van de Maya's, maar gelukkig wist één Spaanse priester een ervan te verbergen, namelijk de Popol Vuj dat veel later in Spaanse en Engelse vertaling werd uitgebracht. Ik heb de Engelse vertaling in electronische vorm gelezen en kan haar aanbevelen, want het geeft een mooie kijk op de pre-columbiaanse cultuur en godsdienst van dit volk, dat al in 3.114 jaar voor Christus zijn fameuse kalender ontwikkelde. Daat wil echter niet zeggen dat ze "astronomen"waren, maar zeer nauwkeurige registraties hadden bijgehouden van seizoenen en elk jaar terugkerende hemelverschijnselen. Wat de Inca's betreft, die hebben nooit een schrift ontwikkeld, zelfs geen simpel beeldschrift, zodat de fantasieën over hun astronomische kennis op het conto van de lulkoek van Erich von Däniken's 'Waren de Goden Kosmonauten?' moet worden geschreven.
En dan de aantijging tegen het Nobelprijs comité, dat Europeanen zou bevoordelen! De Nobelprijzen worden vrijwel altijd toegekend op aanbevelingen uit alle windstreken, waarbij de Noorse en Zweedse dames en heren het vaak heel moeilijk hebben omdat ze door tout le monde et son pêreonder druk worden gezet. Hoe dan ook, om het in de taal van de heer da Silva's vaderen te zeggen: O que rí último, rí milhor! (wie het laatst lacht, lacht het best). Até logo, rapaz!
Henk de Beijer.