(gepubliceerd in de Amigoe van dinsdag 27 juni 2017)
De politieke partijpropaganda is op Aruba in alle hevigheid losgebarsten. We zullen er, tot veler ergernis (Sic!) drie maanden onder gebukt gaan. Partijbonzen, inclusief ministers, hebben blijkbaar niets beters te doen dan stad en land af te struinen met kolder brallende geluidswagens en om onzinnige partijvlaggen te slijten bij mensen die geen "nee" durven zeggen. Bij degenen waarvan ze vermoeden dat ze wel "nee" zullen zeggen kloppen ze wijselijk niet aan.
En waar gaat het dan om? Om een democratisch parlement gekozen te krijgen? Vergeet het maar! Zo werkt dat op Aruba en in vele andere landen niet! Het gaat erom de meerderheid in het parlement te verwerven om de macht te krijgen. "Ta nos ta manda! " is op Aruba een bekende politieke uitspraak. De Franse filosoof-schrijver Alexis de Toqueville schreef het al in 1840 in zijn verhandeling over de Amerikaanse democratie: " Het gevaar van de democratie is de dictatuur van de meerderheid."
De zo roemruchte Trias Politica functioneert op ons eiland absoluut niet. De regering is weliswaar executief, maar het parlement verre van legislatief! Of het nu 'die Grünen'; of 'die Gelben' zijn, zoals een Zwitser het eens tegen mij zei toen hij tijdens de verkiezingstijd op Aruba was, hun afgevaardigden in het parlement zijn er als "jaknikkers" voor hun regering, of als "neeknikkers" in de oppositie.
Kan dat nou echt niet anders? Jawel, natuurlijk wel, als men dat zou willen. Het kan door een regering los van het parlement te kiezen, waarvan de leden niet gebonden zijn aan de parlementsfracties. Dan hebben ze voor de uitvoering van hun beslissingen stemmen van meerdere partijen nodig. En dat is geen coalitieregering zoals velen wellicht denken, want daar heeft op ons eiland menige regering in het verleden de zure vruchten van moeten slikken. Dat komt namelijk meestal neer op een grote partij die de kop moet buigen voor de eisen van de kleine partner, zoals bij de laatste regering van Mr. Henny Eman tot in het absurde toe.
Één mogelijke vorm om verandering te brengen in het huidige systeem is in Nederland al meerdere malen geopperd maar nooit ingevoerd, namelijk door behalve parlementariërs ook gelijktijdig door de kiezers de minister-president te laten kiezen, die dan vervolgens de vrije hand krijgt om een regering samen te stellen, bij voorkeur niet uit gekozen parlementariërs. Men zou daarbij het Franse systeem kunnen hanteren dat als één van de kandidaten niet in de eerste ronde meer dan 50 % van de stemmen heeft behaald, er in een tweede ronde gekozen moet worden tussen de twee hoogst scorende kandidaten. Deze wijziging lijkt mij niet alleen de minst moeilijke om in te voeren en de meest belovende om een stempelparlement te voorkomen, maar ook om corruptie tegen te gaan.
Zo'n twintig jaar geleden reageerde ik eens telefonisch in een discussie op Canal Noventa over democratie. Daarin zei ik: "Democratie is geen systeem; het is een mentaliteit van tolerantie! Zolang een politicus nog durft te zeggen: 'Nos lo no tolerá nunka' toont hij alleen maar aan geen democraat te zijn, want er is maar één ding dat een democraat niet mag tolereren en dat is intolerantie!"
En dan nog even dit: De voorzitter van de Staten zou, al is het maar symbolisch, meer moeten verdienen dan de minister president, want hij/zij staat boven de regering! De minister president is aan hem/haar verantwoording verschuldigd, iets wat zelfs de parlementariërs zelf niet goed beseffen, denk ik.
Henk de Beijer