WERKGELEGENHEID ... VOOR WIE EIGENLIJK?



        gepubliceerd in de Amigoe van 31 maart 2016



     Er zijn van die dingen waar ik geen snars van begrijp. Bijvoorbeeld: dat heropening van de olieraffinaderij zal zorgen voor grote nieuwe werkgelegenheid. Dan vraag ik mij in arren moede af voor wie dan wel? De technische arubanen die bij de raffinaderij hebben gewerkt zijn al lang verdwenen; hetzij gepensioneerd, hetzij naar het buitenland vertrokken. En die laatsten komen echt niet terug voor een onzekere toekomst bij een onzekere werkgever,die als puntje bij paaltje komt even snel weer verdwijnt als hij komt. En dus, .... voor wie scheppen wij die werkgelegenheid? Juist, voor nog meer immigranten waarvan Aruba er al zo'n veertig percent telt, de illegalen niet meegerekend.


     Dat is dan punt één. Punt twee is zeker zo belangrijk: heeft Aruba zoveel behoefte aan economische groei? Economen hebben het alsmaar over groei, maar niemand kan mij uitleggen waar dat voor nodig is. Als je genoeg het, waarom moet je dan per se meer hebben? In 1972 verscheen het rapport van de Club van Rome onder de titel "The Limits to Growth", in het Nederlands vertaald als "Grenzen aan de Groei", waarin met overtuigende, maar door de meeste economen sarcastisch weggewuifde argementen werd aangetoond dat de wereld geleidelijk bezig is de aarde uit te putten. Van economen heb ik nooit iets begrepen. Ze zijn altijd fantastisch goed in het achteraf verklaren waarom het allemaal misging en hun zo geweldige voorspellingen er faliekant naast zaten. Mijn economische principe is zeer simpel: je moet de tering naar de nering zetten, oftewel: geef niet meer uit dan je binnen krijgt. Maar dat schijnt voor economen een erg dom principe te zijn. Waarom? Omdat je altijd meer moet willen hebben dan je het? Vraag mij niet waarom, want dat is voor mij niet alleen onbegrijpelijk, maar zelfs verwerpelijk als je het al goed het!


     Ja, maar, ... hoor ik de economisch geschoolden al zeggen: diversificatie is erg belangrijk, want afhankelijk zijn van één economische pilaar is gevaarlijk. Hoezo? Toerisme is een van de industrieën die niet gauw zal instorten,want naarmate de welvaart stijgt in de toeristische toeleveringslanden zal ook het toerisme toenemen, tenzij de olieraffinaderij wordt heropend en er een keer een ongeluk gebeurt met een van die supertankers.


     Wil men het toerisme zeker stellen dan moet men die sector diversifiëren, bijvoorbeeld, door de eigenaren van de Efteling in Nederland over te halen een dependance op Aruba in de Colony te vestigen. Vooral Amerikaanse toeristen zullen daar dol op zijn, want ook zij kennen al die sprookjes en het is tenminste niet de zoveelste veramerikanisering op ons eiland, waar menige toerist al over klaagt.


     Het zou van grote moed getuigen als de Arubaanse regering en het parlement zich niet laten leiden door een aantal megalomane domkoppen die met hun gebral denken de kiezers achter zich te krijgen. De angst om kiezers te verliezen is de slechtste raadgever voor de politiek. De beste dienst die men Aruba kan bewijzen is die vule troep daar in San Nicolas in Godsnaam te laten opruimen door de vervuilers zelf, al springen de brallers gaten in de lucht van woede. Onze kinderen en kleinkinderen zullen er dankbaar voor zijn dat er eindelijk eens een regering was die haar gezonde verstand liet prevaleren boven de angst om kiezers te verliezen.



Henk de Beijer, Aruba