Je vroeg me wat mijn opvatting was met betrekking tot de erfzondelijke belasting van babies. Even aarzelde ik, omdat ik twijfelde aan je eigen opvattingen ten aanzien van de krankzinnige gedachte dat die arme onschuldige wezentjes veroordeeld zouden zijn als ze niet gedoopt waren. Het is nog niet zo erg lang geleden, dat ongedoopte babies op ongewijde grond werden begraven! Gelukkig ben je echter ver genoeg gevorderd op de weg naar een meer universele kijk op mensheid en religie om van dit soort uit het fixisme stammende overtuigingen afstand te hebben genomen. Laten we voorop stellen dat vele leerstellingen in bepaalde tijden en kulturen uiteraard in overeenstemming met de begrippenwereld van die tijd en kultuur worden uitgelegd en begrepen. De waarheid is geen statisch gegeven. Copernicus en later Galileo Galilei en de zijnen ontdekten de waarheid van het niet geocentrische heelal, maar ook zij waren nog lang niet toe aan het niet-heliocentrische heelal, laat staan aan een niet-anthropocentrisch heelal. Laat ik die termen even uitleggen:
Vóór Copernicus -- die zijn boek "over de Omwenteling der hemelsferen opdroeg aan de toenmalige paus -- werd algemeen aangenomen dat de aarde het middelpunt van het heelal was -- geocentrisme. Na de ontdekking dat de aarde met de andere bekende planeten om de zon draaide, ging men uit van een heelal waarvan de zon het middelpunt was: heliocentrisme. Toen men ontdekte dat ook dat niet juist was, bleef men toch, tot op de dag van vandaag, vasthouden aan een heelal waarin de mens althans het hoogste wezen moest zijn: anthropocentrisme. De eerste schokkende aanval daarop kwam van de Darwinisten, en pas nu begint de opvatting door te breken dat er mogelijk vele zogenaamde "intelligente wezens" in het helal voorkomen of althans zouden kunnen voorkomen. Dat betekent dat de aardse mens wel eens één onder velen zou kunnen zijn.
Het is met opzet dat ik deze zijsprong maak in de diskussie met betrekking tot de erfzonde. Teilhard de Chardin werd er, door zijn fixistisch denkende confraters dikwijls van beschuldigd dat hij de leer van de erfzonde verwierp. Het fixisme van die dagen was, wat het fundamentalisme vandaag de dag is: het geloof, dat God alle dingen, inklusief de mens, kant en klaar heeft geschapen, wat inhoudt dat er dus geen sprake is van enige ontwikkeling. Het wijst elke evolutie gedachte van de hand, zoals de fundamentalisten nog doen, niet alleen in het christendom.
Ik hoorde eens een Amerikaanse radiopredikant (die zijn luisteraars op verzoek een kleurenfoto van zichzelf toezond!) op snoevende toon en met de arrogantie van de domheid te keer gaan tegen de evolutieleer, waarbij hij een brief citeerde van één van zijn trouwe luisteraars, een vrouw, die op zogenaamd grappige wijze schreef dat zij eigenlijk wel in de evolutieleer wilde geloven, omdat ze best een paar mooie vleugels zou willen krijgen om als een engel door de lucht te kunnen vliegen.
De grenzeloze domheid demonstreert zich in dit soort kinderlijke argumentatie bij uitnemendheid en bewijst tevens, dat het weinig zin heeft met dergelijke lieden in diskussie te treden. Zij hebben in zichzelf een mentale barrière opgericht tegen elke vorm van logisch denken, iets wat zeer veelvuldig voorkomt in het religeus sektarisme. Men ziet het echter eveneens in extreme politieke en sociale bewegingen die zich een of ander kwasi filosofisch of ideologisch uitgangspunt eigen maken, van waaruit zij dan tot volslagen absurde konsekwenties komen, zoals de zogenaamde Maoïstische strijdgroepen als "Sendero Luminoso" in Peru of de "Rote Armee Faktion" in Duitsland, maar ook extreem rechtsfascistische groepen als de "Ku-Klux-Klan" in de Verenigde Staten. Men kan ze allemaal, met de fundamentalistische sekten onder de noemer van geestesvernauwde bewegingen rangschikken, die moeilijk anders te bestrijden zijn dan door de nietleden ervan te wapenen tegen dit soort geestesvernauwing.
Ook in de Katholieke Kerk is zeker een flink stuk, weliswaar niet fundamentalistische, maar wel geestesvernauwd sektarisme aanwezig, dat moeilijk te overtuigen is van een meer universeel, meer kosmisch gezichtspunt. Het is een kwestie van zien zegt Teilhard en wie niet kan zien, wie zijn ogen gesloten houdt, die kunnen we zelfs niet dwingen om te zien, ook al is het beeld nog zo helder.
Ik moet je wel waarschuwen dat het veelvuldig gebruik van de naam van Pierre Teilhard de Chardin niet inhoudt, dat ik zijn stellingen zit te verkondigen. Veel van wat ik zeg kan tot hem worden herleid, maar dat wil niet zeggen dat hij het zo heeft geponeerd. Zonder zijn grandiose visie op de evolutie van het leven echter, zou ik deze stellingen niet kunnen poneren. Vooral met zijn visie op wat hij noemt de "christogenese", heeft hij Christus uitgetild boven Zijn historische beperktheid en Hem tot een waarlijk kosmische Christus gemaakt. Jean-Paul Sartre heeft gezegd dat Teilhard met alle geweld Christus in de evolutie wilde plaatsen. Ik denk niet dat dat waar is; ik denk dat de plaats van Christus in de evolutie voor Teilhard zelf ook een ontdekking is geweest, die als logische konsekwentie voortvloeide uit zijn biologische extrapolaties.
Laten we, om te beginnen, met Descartes vaststellen dat wij bestaan: "Cogito, ergo sum" -- ik denk, dus ik ben. Laten we ten tweede vaststellen, dat, omdat wij erkennen dat wij bestaan, God moet bestaan omdat ons bestaan anders onmogelijk zou zijn. Laten wij, ten derde vaststellen, dat al wat eenmaal bestaat nooit meer niet kan bestaan.
zegt Angelius Silesius. Maar Silesius was een mysticus, geen filosoof. De mystiek ziet echter vaak metafysische waarheden op een bijzondere manier. Einstein heeft ons geleerd dat de tijd een materie-gebonden maat is: het tijd-ruimte continuum. Al wat in het verleden ligt is niet verdwenen, niet opgehouden te bestaan maar verschoven op de schaal van de tijd. Als we de tijd zouden kunnen wegdenken, bestaan verleden heden en toekomst tegelijk in een eeuwig moment. Binnen het tijd-ruimte continuum is de richting echter uitsluitend voorwaarts.
Het bewustzijn is, zo leert ons ook Teilhard de Chardin en niet hij alleen, een gevolg van de komplexificatie van de materie. Hoe ingewikkelder de materie zich synthetiseert, des te hoger de graad van bewustzijn. Bij de mens heeft de komplexiteit van de materie het punt bereikt, waar het bewustzijn reflexief werd, d.w.z. het erkende zichzelf. Vanaf dat moment was het bewustzijn vrij. Het kon denken, kiezen, uitvinden, ontwikkelen. Het kon beslissen tot het goede èn tot het kwade. En al wat het doet, is voor alle eeuwigheid gedaan! Ook het kwaad! We zouden kunnen zeggen dat daarmede de mens zichzelf heeft verdoemd, omdat naast het bewust goede ook het bewust kwade nooit meer ongedaan kan worden gemaakt.
De complexificatie houdt echter niet op bij het individuele biologische wezen. Zij schrijdt voort, nu met de afzonderlijke individuen als bouwstenen. Het is een sociale complexificatie. Heel geleidelijk, stap voor stap schakelen de elementen zich aaneen, om, -- en we maken kortheidshalve maar de enorme sprong -- uit te monden in wat Teilhard het Punt Omega heeft genoemd, het punt, waar een hyperreflexie plaats moet hebben, d.w.z. dat elk afzonderlijk individu zich even bewust wordt van elk ander afzonderlijk individu als hij zich van zichzelf bewust is. En nogmaals, ter voorkoming van misvattingen: dit vereist ook hyperpersonalisatie, als conditio sine qua non. Gevolg is, dat elke zich volledig bewust zal worden van elke daad van elk ander mens, ook van het kwaad! Daarmede is de erfelijkheid van het kwaad geen voortvloeisel van een daad van een eerste mens, maar van alle mensen. En zelfs, al zou er maar één mens gezondigd hebben en ware het de laatste mens op aarde, dan nog zou die ene daad de totaliteit van alle menselijke bewustzijns hebben bezoedeld omdat alle mensen er zich van bewust zouden worden.
We hebben in dit betoog sprongen gemaakt, die feitelijk niet kunnen in een logisch opgezette verhandeling. Daar komen we echter niet onderuit. Voor de Christen zou dat geen probleem moeten zijn. Gelooft hij immers niet in de universele liefde? Blijkbaar bestaat dat geloof echter alleen maar in woorden en niet in begrip, anders zou de hier gegeven redenatie als volkomen sluitend moeten overkomen. Laten we daarom, tot besluit, dat begrip "universele liefde" eens even onder de loep nemen. We zien ervan af om hier een diepgaande uiteenzetting te geven van wat liefde dan wel is. Kortweg definiëren we haar als: het verlangen de ander gelukkig te maken en daardoor zelf gelukkig te worden. Welnu, op enkele uitzonderingen na, kennen we allen wel dat verlangen ten aanzien van één of meer personen; in vele gevallen slechts tijdelijk. Proberen we nu eens de onmogelijke mentale exercitie om ons voor te stellen, dat wij alle miljarden mensen die ooit op de wereld geleefd hebben of zullen leven, onophoudelijk en stuk voor stuk op die manier zullen lief hebben en dat al die miljarden mensen ons , stuk voor stuk en zonder ophouden op die manier zullen lief hebben. En dan spreken we nog maar over de gebrekkige liefdeservaringen die wij thans kennen. In een dergelijke zeer gebrekkige voorstelling, is het al duidelijk, dat elke pijn, elke vlek van duisternis, elke onreine gedachte afbreuk doet aan die getotaliseerde liefde.
Die afbreuk, die "vermindering" zoals Teilhard het noemt, móést weggenomen worden uit de verzamelde bewustzijns door ze samen te pakken in één bewustzijn, één bewustzijn dat ze kan overschaduwen door zijn eigen glorie. de universele Christus!
De mist is opgetrokken. Wij zien... Maar velen lopen nog steeds rond met hun hoofd omlaag in de mist. Het ergste is niet eens dat ze niet zien, maar dat ze niet geloven in het leven, in de mensheid als totaliteit, in de toekomst van de mensheid, in hoger bewustzijn. Ze geloven alleen maar in persoonlijke redding die hen een plaatsje zal opleveren in een soort hemels luilekkerland. Zij zullen gered worden, want zij zijn de goeden, de gelovigen en daarmee de uitverkorenen. De anderen, die gaan naar de hel en daar hebben zij dan verder geen boodschap meer aan. Dat is per slot van rekening hun eigen schuld! Hadden ze zich maar moeten bekeren! Ook de arme kindertjes die het ongeluk hadden als Mohammedaantjes, of Hindutjes, of Animistjes geboren te worden. Je vraagt je in gemoede af, wat voor God van liefde en rechtvaardigheid dit fundamentalisme eigenlijk aanhangt? En, laat ons hierbij goed bedenken, dat dit soort geesteshouding ook in de katholieke kerk hier en daar sterk verspreid is.
Wie pleegt de erfzonde? Ik pleeg hem, en jij! Dat moet je proberen duidelijk te maken, als je pastoraal wilt bezig zijn, want dan is ook de stap naar inter-subjectieve, inter-menselijke verantwoordelijkheid ogenblikkelijk ingesloten. Dan ben je verplicht de stap te zetten naar het aankweken van medemenselijkheid, medeverantwoordelijkheid, voor de hele mensheid. Die stap kan alleen gezet worden als je zelfstandige, zelf-verantwoordelijke persoonlijkheden kweekt. Geen afgesloten religie, uitsluitend uit op eigen heil, maar een naar de wereld en de toekomst en de totale mensheid gericht geloof in het leven dat van God gegeven is.
Tot slot moet mij ook een opmerking van het hart over het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Deze leerstelling is geheel gebaseerd op het volstrekt achterhaalde idee van een "voorvaderlijke erfzonde" waarmee elke nieuwe boreling belast is, behalve Maria! Van Christus zelf is nog nooit een theoloog op de gedachte gekomen ook Hem te ontlasten van zo'n "erfsmet". Ik kan er werkelijk niet bij, hoe men een liefdevolle God kan preken, terwijl men er toch van uitgaat dat alle borelingen min of meer verdoemd geboren worden. Laten we hopen dat spoedig het besef doordringt, dat dit dogma in zoverre op de helling moet, dat wij inzien dat de betekenis ervan inhoudt dat wij aanvaarden dat Maria niet heeft bijgedragen aan de vermindering van het heil door haar leven lang zonder zonde te zijn gebleven. Als zij een volkomen menselijk mens was, is dat een prestatie zonder weerga.