Het fundamentalistische verhaal waarin de afstamming van Christus herleid wordt tot Adam toe, met jaartallen en al erbij, is één van de dingen die mij vaak hebben geïrriteerd in de kerstviering in de katholieke Kerk. Nadat ik een aantal jaren geleden enkele malen onze toenmalige parochiepastoor had gewezen op het weinig educatieve en bewustmakende effekt van die stamboomoplepeling, koos hij een andere inleiding. De voor een groot deel gefingeerde stamboom is één van de veelvuldig voorkomende vormen van verkleinen van de werkelijkheden, van de essentie tot historische onzin, waarvan de waarde uitsluitend ligt in de weerspiegeling van de ontwikkeling van de menselijke denkwereld.
Het is niet slechts voor een groot deel verzinsel, inklusief Christus' afstamming van David -- want, zoals het kerstevangelie van Sint Lucas vermeldt, moesten Jozef en Maria naar Bethlehem omdat Jozef van David afstamde en dat terwijl vrijwel de hele christenheid gelooft dat Christus niet de zoon van Jozef was -- doch het is historisch gezien volkomen onbelangrijk van wie Christus menselijk afstamde.
De betrokken pastoor had aanvankelijk nogal wat moeite met de overschakeling op een meer metaforische benadering van het kerstgebeuren, omdat hij aannam -- wellicht terecht -- dat het te hoog gegrepen was voor het kerkvolk. Ik suggereerde hem dat hij duidelijk moest maken dat het belang van Christus voor de wereld niet in zijn, sterk geromantiseerde historiciteit ligt maar in zijn kosmische essentie. Dat zegt ook Paus Johannes-Paulus II bij herhaling in zijn apostolische brief over het derde milennium, zelfs al meteen aan het begin: "Dankzij het Woord, verschijnt de wereld der schepselen als kosmos." Dat is wel wat erg mystisch uitgedrukt, zodat men zich kan afvragen voor wie hij die brief bedoeld heeft.
Om heel eerlijk de waarheid te zeggen houd ik niet van het kerstfeest. Kerstmis is romantiek, zelfs geen historiciteit. Met het woord "romantiek" heb ik het niet over de vercommercialisering van het kerstfeest, maar over het kerstverhaal zelf. Het evangelische kerstverhaal is sober genoeg. Alleen de evangelist Lucas beschrijft de gebeurtenissen wat uitgebreid. Wat de christenheid ervan gemaakt heeft is pure, sentimentele romantiek. Een baby die geboren wordt in een stal. Alle herbergen waren vol vanwege de volkstelling die Keizer Augustus had uitgeschreven en er bleef Jozef niets over dan zijn toevlucht te zoeken in een ezelstal, om zijn vrouw haar kind te laten baren. Dat is een heerlijk sentimenteel verhaal, waarover je kunt huilen van medelijden, hoewel de evangelisten er het tegendeel van een sentimenteel verhaal van maken.
Dankzij het Romeinse feest "Solis InvictI", van de "Onoverwinnelijke Zon", dat onder keizer Aureleo sinds het jaar 274 op 25 december werd gevierd, en dankzij het germaanse midwinterfeest dat gekerstend moest worden van zijn heidense bedoelingen om de geesten der duisternis te verdrijven door het in de fik steken van sparrebomen, (de kerstboom), had de kerk een mooie gelegenheid om het geboortefeest van Christus een plaats te geven op de jaarkalender, hoewel niemand met ook maar enige zekerheid kon vaststellen op welke dag in het jaar Christus geboren moest zijn. Zelfs het jaar kan niet met zekerheid worden achterhaald. De Romeinse administratie was kennelijk nog vrij slordig in die dagen, waarom je je ook af kunt vragen welke waarde aan de volkstelling van keizer Augustus moet worden gehecht.
De wintertijd in Noord Europa echter leverde een unieke bijdrage aan de sentimentsromantiek, want het is toch wel erg zielig om als moeder en baby ook nog kou te moeten lijden! Dat in Israel die kou in die tijd van het jaar nogal meevalt, wordt gemakshalve maar buiten beschouwing gelaten, want dat komt de romantiek niet ten goede.
Tot ver in de vierde eeuw werd de geboorte van Christus helemaal niet gevierd. De oosterse kerk vierde altijd het feest van de Epifania rond 6 januari. In de Russisch Orthodoxe en Byzanthijnse kerk doet men dat nog, evenals in de Koptische kerk, want de Epiphania raakt meer de essentie van het gebeuren zelf. De komst van het Woord Gods in de wereld, dat is de zaak waar het om gaat. En niet alleen dát Hij kwam, maar dat Hij noodzakelijkerwijs móést komen, een noodzaak, voortvloeiend uit Zijn oneindige liefde.
De kerstvieringen die in de katholieke kerken worden opgevoerd, veelvuldig gecompleteerd met kermisachtige kitscherige versieringen, trekken alle aandacht weg van het feit dat Christus meer is dan dat historische kind dat in Bethlehem geboren werd en dat 33 jaar later tussen twee misdadigers stierf. Ik noem in één adem Zijn geboorte en dood, om de romantiek met één klap de kop in te drukken.
In het geval van Christus komt daar nog de symboliek bij van zijn geboorte als verworpeling en zijn dood als misdadiger. Daar is geen greintje romantiek bij. Bovendien echter wordt het allemaal nog prozaïscher, als we bedenken dat in de politieke en culturele èn godsdienstige konstellatie van Zijn dagen, waarschijnlijk heel weinig mensen ook maar hun wenkbrouwen optrokken bij kennisneming van die omstandigheden. Ze waren immers aan de orde van de dag. Christus zal niet de enige baby zijn geweest die in dergelijke, naar onze begrippen erbarmelijke omstandigheden ter wereld kwam. Trouwens, vandaag de dag gebeurt het nog en erger dan dat, in grote delen van onze wereld.
Zijn dood aan het kruis, was in die dagen ook geen al te opwindende zaak. Het was de normale manier van de Romeinen om de doodstraf te voltrekken. Hoe wreed ook, in onze ogen, er stierven duizenden mensen op die manier in die dagen en velen van hen waren echt geen misdadigers volgens onze begrippen. De doodstraf werd zeer makkelijk opgelegd en zonder pardon voltrokken. Daar kwam, ook getuige de veroordeling van Christus zelf, geen rechtbank aan te pas, die uitvoerig kennis neemt van verklaringen van getuigen à charge en à décharge, laat staan getuigen-deskundigen als psychiaters en dergelijken. En alweer, hoevele mensen sterven vandaag de dag niet op soortgelijke afschuwelijke wijze of zelfs erger dan dat?
Ook ik ben vele jaren diep onder de indruk geweest van deze historische gegevens en zag het lijden van Christus ook als dat lichamelijke lijden, dat afschuwelijke sterven aan het kruis dat door de passiepredikers in de vastentijd welbespraakt en breed werd uitgemeten, soms kompleet met morbide details, waardoor je je kon afvragen of er geen sprake was van een vorm van geestelijk sadisme. Maar wie het evangelie wat nauwkeuriger leest, ziet dat Hij nog geluk had in vergelijking met de beide misdadigers naast hem. Die leefden nog, toen de soldaten kwamen kijken om de lijken op te ruimen, terwijl Christus al gestorven was.
Eigenlijk ben ik mij pas, door het lezen van Teilhard de Chardin bewust geworden van de werkelijke, universele omvang van het lijden van Christus. De historische details en de romantisering ervan en de legendevorming brengen je niet tot die essentie, maar houden je ervan af. Vandaar dat ik er, bij onze toenmalige pastoor op aandrong de historische feiten en de romantische verdichtsels geheel achterwege te laten.
Ik suggereerde hem een inleiding te kiezen waarin hij het kerkvolk duidelijk zou maken dat wij het zijn, wij, de mensheid, die Christus bestrijden, die Christus' lijden veroorzaken. De vazallen van Herodes, dat zijn geen buitenaardse duivels geen gevallen engelen, die ervoor zorgen dat wij onze handen in onschuld kunnen wassen, maar wijzelf: de mensheid.
Het is de evangelisten niet kwalijk te nemen dat hun sobere beschrijvingen door het christendom zo geromantiseerd zijn, want zij hadden zich tot taak gesteld niet de historische feitelijkheden zo getrouw mogelijk weer te geven, maar de leer van Christus binnen de kontekst van zijn leven over te brengen. Ze spreken elkaar nergens tegen maar komen sterk overeen, vooral als het gaat om het weergeven van de uitspraken van Christus. De evangelist Johannes brengt in de inleiding tot zijn evangelie de kosmische essentie van Christus in een zeer beknopte omschrijving over als hij zegt: "en het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond."
Geschiedenis en detailstudies van feitelijke gebeurtenissen kunnen bijzonder boeiend zijn en zeer leerzaam maar ze hebben tevens sterk tot gevolg dat we ons al te zeer richten op bijkomstigheden in plaats van, zoals in het geval van Christus, op zijn kosmische essentie. Vandaar dat ik kies voor het uitlichten van de hele zaak uit de historische werkelijkheden naar de tijdloze en plaatsloze essentie van God. God, die een wereld schiep d.w.z. het gehele universum, niet door noeste arbeid, maar door een denkakt. Hij dacht de wereld en de wereld was er. En in dezelfde denkakt in Zijn oneindige liefde, tot de wereld en tot de mens, schiep Hij de mens naar Zijn beeld en gelijkenis. Wat is dat? Wat wil dat zeggen? Dat wil zeggen: zich bewust zijnde van zijn eigen bewustzijn en daarmee vrij. vrij, om te kiezen, te kiezen voor het goede of het kwade; vrij om verantwoordelijkheid op zich te nemen of verantwoordelijkheid te schuwen; vrij om lief te hebben of te haten..... Het kwaad is niet door God geschapen; het ligt in de vrijheid besloten. Zonder keuze geen vrijheid; zonder vrijheid geen liefde.
In ieder geval zal het voor elk redelijk denkend mens duidelijk moeten zijn dat er zonder vrijheid geen liefde kan bestaan, omdat liefde de gave van zichzelf is en wie niet vrij is om te geven heeft niets te geven. Dat houdt tegelijkertijd in dat het kwaad des mensen is. Als we daarbij geloven in de uiteindelijke universaliteit van de liefde, spreekt ook vanzelf dat elk menselijk kwaad van de eerste tot de laatste mens, zijn weerslag heeft op de totaliteit van het menselijk bewustzijn. De erfzonde werd niet slechts gepleegd door een eerste mens maar wordt, dagelijks, door ieder van ons begaan.
Men kan een eindeloze opsomming maken van goed en kwaad, maar dan moet men wel beseffen dat dit nooit alleen betrekking kan hebben op individueel goed en individueel kwaad, omdat beide zich zowel in de tijd als in de ruimte uitzaaien naar de totaliteit van de mensheid. De waarde van het goede hangt af van de mate waarin het gericht is op de ander. Er zijn geen individuele treinkaartjes naar de hemel te koop.
De kosmische Christus is de Christus die al het bewuste kwaad in zich verzameld heeft en zo, letterlijk ter helle afdaalde. Als Christus aan het kruis uitroept: "Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?" is het die afwezigheid van alle liefde, die afwezigheid van God die Hem tot een hel maakt. Zijn dood aan het kruis, was ook de eeuwige dood in het kwaad. Slechts door zijn menselijkheid kon hij die dood sterven. Slechts door Zijn goddelijkheid, kon Hij uit die dood verrijzen.
De romantiek rond het kerstfeest, de sentimentaliteit om een kind, dat in erbarmelijke omstandigheden geboren werd, om maar te zwijgen over het walgelijke kommerciële misbruik van die romantiek, compleet met afgrijselijke kwijlliederen, trekt ons weg van de essentie van Gods komst op aarde. Het is om die reden dat het van het grootste belang is het kerstgebeuren uit te lichten boven die romantiek, boven de vermeende historische details. Als de Kerk het kerkvolk die kosmische Christus blijft onthouden, zal het er nooit aan toe komen en zullen meer en meer Christenen de kerk uiteindelijk de rug toe keren omdat hoe langer hoe minder mensen bevrediging vinden in een kinderlijk sentimenteel verhaal.