Op 29 april 1990 waren mijn vrouw en ik vijf en twintig jaar getrouwd. Dat vierden we, zoals te doen gebruikelijk. Alleen, wat mij betreft, zijn een aantal andere facetten, die met de feestelijkheden niet zo veel te maken hadden, minstens even belangrijk om over na te denken.
Hoewel mijn vrouw met geweldige overgave de hele Eucharistieviering zelf voorbereidde en de boekjes ervoor maakte, was ik het, die de latijnse misliederen koos. Ik betwijfel overigens of de boodschap daarvan is overgekomen. Het is verre van mij om de traditionele kerk te doen herleven, want ik ben er wars van om het verleden te verheerlijken! Verheerlijking van tradietie en verleden vindt men typisch bij fascistoïde geesten en degenen die geen toekomstverwachting meer hebben. Wij wilden er alleen mee duidelijk maken, dat niet alles uit het verleden slecht of verkeerd was en niet alles in het heden goed, noch slecht. Daar komt nog bij dat de Latijnse mis toch een sterke band schept tussen mensen die elkanders taal niet spreken en in ons geval waren dat minstens een tiental familieleden die uit Nederland waren overgevlogen naar Aruba. Overigens ervoer ik het een tijd geleden ook nog als bijzonder aangenaam, om op de BBC WORLD SERVICE een Anglicaanse mis te horen mèt.... de Latijnse misliederen, inklusief het Credo.
Teveel wordt er echter, door kleinen van geest, naar het verleden gekeken als louter goed (de goeie ouwe tijd!) en te veel wordt het heden en de toekomst gezien als louter slecht, verkeerd en gevaarlijk. Mijn oude grootvader bestond het, op 96-jarige leeftijd tegen iemand, die met hem een praatje wilde maken over 'die goeie ouwe tijd', te zeggen: "Jongen, zeur niet; wees blij dat je nu leeft!"
Kleinen van geest zeg ik, want dat zijn het, niet eens oprechte Christenen, want ze zien niet in dat Christus een uitgesproken boodschap van een glorieuze, in opbouw zijnde toekomst heeft gebracht en dus verloochenen ze Hem, of althans minstens Zijn blijde boodschap. Hoe zou de vooruitgang -- die ontkend wordt -- louter goed kunnen zijn? Voortgaan, voortschrijden, zich voortbewegen doet niet slechts het goede in de wereld, maar evenzeer het kwade. Dat wordt te weinig beseft, met name door would-be futurologen, die zich allen utopische verwachtingen vormen.
Dat begrip "Utopisch" is op zich al de moeite van een analyse waard. Wie de "Utopia" van Thomas Moore gelezen heeft, dat de oorsprong is van het woord "utopie" en "utopisch, kan maar één wezenlijke konklusie trekken: De vooruitgangsverwachtingen van de mens worden bepaald door zijn eigentijdse omstandigheden, overtuigingen, vooroordelen en bijgeloven. Sir Thomas Moore had de naam ontleend aan het Grieks, maar het is niet helemaal duidelijk of hij "niet bestaande plaats" bedoelde of "perfecte plaats".
Weinigen weten uit te stijgen in hun denken boven de eigentijdse banden. Ook Thomas Moore niet, wiens ideaal een maatschappij was, waarin, om slechts één voorbeeld te noemen, de vrouw weliswaar grote vrijheid had, maar onderdanig bleef aan de man. Het meest typerend wordt dit beschreven, waar de verteller verhaalt, hoe, alvorens zich naar de tempel te begeven voor de godsdienstoefeningen, de vrouw op het eiland Utopia neerknilt voor haar man om haar zonden aan hem op te biechten. Nergens, op het hele Utopia is er ook maar één man die ook maar op de gedachte komt hetzelfde te doen ten overstaan van zijn vrouw. Bovendien vindt More het ideaal dat het een één-partijstaat, wat per definitie een autoritair bewind oplevert.
De heilstaat van Thomas Moore is dan ook een fantasie, die hem voorkwam als ideaal, evenals de Staat van Plato ongetwijfeld Plato's ideaalbeeld was. Wij, in onze tijd, kunnen op zijn best glimlachen om het beperkte voorstellingsvermogen van beide denkers. We zijn niet eens meer in staat ons in te denken dat iemand zich de ideale vrouw voorstelde als zo'n kinderlijk onderdanig wezen, maar beseffen wij, dat ook onze eigen toekomstverwachtingen en ideaalbeelden slechts in zeer beperkte mate de werkelijkheid van morgen benaderen?
Toen mijn vrouw en ik in 1965 in het huwelijksbootje stapten, hadden ook wij verwachtingen en voorstellingen van de toekomst. Sommige daarvan werden inderdaad verwezenlijkt, maar de belangrijkste facetten van onze levensweg hebben geheel andere banen gevolgd dan wij ons konden voorstellen. Onze toekomstverwachtingen gaan steeds uit van utopieën (in alle opzichten, d.w.z. de verwezenlijking van onze eigen ideaalbeelden) of van een totale ondergangsverwachting (doemdenken). Ieder jaar is er wel ergens een of andere profeet of profetes die het einde van de wereld in het vooruitzicht stelt (gewoonlijk met datum en uur erbij) en steevast krijgen deze lieden behoorlijk wat volgelingen. Het is niet onredelijk om beide uitersten aan elkaar te koppelen, want de utopisten en de doemdenkers hebben allebei gedeeltelijk gelijk. Wij christenen zouden daar minder verbaasd over moeten staan, want de revolutie van Christus, de blijde boodschap, de verlossing, kwam tot stand door het kruis!
Het goede heeft een prijs.... de vooruitgang heeft een prijs.... de mens van morgen die meer mens zal zijn dan wij, kost ons bloed, zweet en tranen, maar hem zal de mens van zijn toekomst nog meer bloed, zweet en tranen kosten.
Toen de mens het vuurmaken leerde, kon hij ook het huis van zijn buurman in brand steken, en er waren er zeker die dat deden. Toen de mens het wiel uitvond, kon hij zware lasten vervoeren over grote afstanden, maar het stelde hem ook in staat zijn buurman te bestelen en met diens bezittingen er vandoor te gaan. Toen de mens erin slaagde stenen speerpunten te slijpen, kon hij zich meer en beter voedsel verschaffen, met veel minder gevaar voor eigen leven, maar hij kon er ook zijn buurman mee van het leven beroven en sommigen lieten dat niet na.
Als we dan de sprong maken naar onze tijd , en zien hoe de mens erin is geslaagd atomen te splijten en daarmee een onvoorstelbare energie ter beschikking kreeg, zien we gelijktijdig, dat het eerste doel waarvoor die inmense energiebron werd aangewend, een alles vernietigende bom was, die, helaas, ook nog gebruikt is en niet door de goddeloze kommunisten, maar door de natie die zich de meest christelijke ter wereld waant!
Met Paus Johannes XXIII en Vaticanum II heeft de katholieke kerk zijn gelovigen min of meer bevrijd van de knellende band van paternalistische bevoogding met dwang methodes en de persoonlijke verantwoordelijkheid geïntroduceerd, ook ten aanzien van geloof en moraal. Daartegen kwamen ogenblikkelijk allerlei konservatieve krachten in het gewweer, die het liefst de klok zo snel mogelijk en zo ver mogelijk wilden terugdraaien, zoals Mgr Lefèvre in Frankrijk. Zij wijzen op de terugloop in de kerkgang en de losgeslagen moraal en voeren alles aan wat ze maar bedenken kunnen als bewijs dat de grotere vrijheid die de kerk zijn gelovigen heeft geboden, een verfoeilijke zaak is, die ongedaan gemaakt moet worden.
Het probleem is dat men niet wil aanvaarden dat de vooruitgang een prijs heeft. Dat God zelf, bij Zijn scheppingsdaad die prijs onmiddellijk betaalde, zien zij niet. God schiep ons, zo leren ook zij, naar Zijn beeld en gelijkenis, en dus... vrije, voor onszelf verantwoordelijke, denkende mensen. Met die daad was het kwaad op slag gegeven: waar vrijheid is, zal altijd ook misbruik van vrijheid zijn. En zo schildert het ook, in een prachtig verhaal de bijbelschrijver, die ons God toont die het eerste mensenpaar duidelijk zegt, dat de keus aan hen is, maar dat ze er verstandig aan doen van die ene boom niet te eten, omdat hij hen kennis zou geven van goed en kwaad, met alle nare gevolgen van eigen verantwoordelijkheid voor eigen daden. Zij aten toch -- omdat ze de eigen verantwoordelijkheid, de vrijheid van kennis van goed en kwaad wilden omdat dat hen verhief tot waarlijk vrije mensen en het gevolg was, dat ze niet alleen het goede van de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid veroverden, maar ook het kwaad van de schaamte om de eigen verkeerde keuzes, om de eigen slechte verlangens, om de genotzucht, de afgunst en nijd, die in hen gingen leven.
Is het niet een van de mooiste verhalen die wij ons denken kunnen, maar dat door slechts weinigen op zijn juiste waarde is geschat? Sommigen hebben uitgeroepen: "Gelukkige zonde!" omdat het eerste kwaad God zelf dwong tot menswording. Maar nog niemand heeft uitgeroepen: "Gelukkige zonde!" omdat het eerste kwaad de mens verhief tot werkelijk menszijn. Hij bleek in staat tot de keuze, ja zelfs tot de verkeerde keuze, moedwillig, .... vrijwillig! Want als het niet moedwillig en vrijwillig was geschied, was het geen kwaad geweest en was de mens, die de daad stelde, geen mens geweest.
Het is natuurlijk niet de bedoeling de indruk te wekken dat wij dit bijbelverhaal letterlijk moeten nemen; uiteraard niet; het biedt een prachtige symboliek.
Er is geen pendulebeweging in de geschiedenis, zoals sommigen beweren, tussen opkomst en verval. De geschiedenis herhaalt zich niet! Er is wel regelmatig, de bekende geschiedenis door, opkomst en verval, groei en katastrofe, maar telkens brengt de beweging ons op een hoger punt dan ze ooit te voeren was. Dat kan ook niet anders. De mens van morgen zal niet beter zijn dan wij, evenmin als wij beter zijn dan de mens van gisteren. Maar net zoals wij een veel grotere bagage aan kennis en ervaring met ons meedragen, dan de mens van gisteren, zo zal de mens van morgen ons verre overtreffen in kennis en ervaring en wellicht wat meewarig glimlachen om onze primitieve opvattingen.
Toch stijgen er in alle tijden ook gedachten uit, ver boven de eigentijdse begrippenwereld. Sint Paulus is daar een goed voorbeeld van. Enerzijds toont hij duidelijk een man van zijn eigen tijd te zijn, bijvoorbeeld waar hij het huwelijk bespreekt, maar anderzijds stijgt hij ver uit met zijn gedachten boven alle tijden, zonder het zelf waarschijnlijk te beseffen.
De vooruitgang, de toekomst, heeft een prijs, een prijs die ze waard is, maar degenen die die prijs betalen, zijn het daar lang niet allemaal over eens. Zij willen het liefst dat wij alles wat om ons heen gebeurt vervloeken en verwerpen en vervloeken ons, als we dat niet doen en als wij blijven geloven in de toekomnst.