Er ging een huiver door mij heen, toen ik op 27 oktober 1994 het nieuwsbericht zo koeltjes op de radio voorgelezen aanhoorde: "De autoriteiten van de Volksrepubliek China hebben een nieuwe dekreet uitgevaardigd, waarbij alle vrouwen verplicht worden tijdens hun zwangerschap een vruchtwaterpunktie te ondergaan, teneinde vast te stellen of de foetes wellicht een lichamelijk of geestelijke afwijking heeft. Zo ja, dan moet abortus provocatus ernstig worden aanbevolen, evenals in geval van een genetische afwijking. Ook is verboden dat geestelijk onvolwaardigen trouwen en kinderen krijgen."
De "kwaliteit" van de chinese mens moet gewaarborgd worden, volgens de oude heren in de keizerlijke paleizen van de Verboden Stad, die zich communisten noemen, doch zich gedragen als de keizers uit de Ming-dynastie. Het zal niet lang meer duren of zelfs de eunuchen treden weer aan om naleving van de wetten te waarborgen, want wat werkt er nu feillozer om ongewenste procreatie te voorkomen dan het geheel opheffen van de geslachtsdrift.
Het meest verbazingwekkende aan het bericht was echter het feit dat geen enkele nieuwsmedium waar ik toegang toe had -- zelfs de BBC niet -- het nodig vond om het verhaal minstens van kommentaar te voorzien. Dat gebeurde, althans op de BBC wel ten aanzien van het bericht dat in de Indiase staat Kerala artsen in een tehuis voor geestelijk gehandicapte volwassenen, op een aantal jonge vrouwen een komplete baarmoeder- en eileiderextractie hadden uitgevoerd, volgens hen, om deze vrouwen, die een geestelijk niveau zouden hebben van kinderen van rond twee jaar, te vrijwaren van de hygiénische problemen van de menstruatie en te behoeden voor sexueel misbruik.
Het was in 1981 dat ik voor het eerst in een toespraak, die onder andere volledig in de Antilliaanse krant AMIGOE werd gepubliceerd, waarschuwde voor de gevaarlijke weg die de medische wetenschap is ingeslagen met de mogelijkheid tot het vaststellen van lichamelijke of geestelijke afwijkingen bij nog ongeboren kinderen. Die waarschuwing hing ik indertijd (en later) op aan het veel misbruikte romeinse spreekwoord: "Mens sana in corpore sano" - "een gezonde geest in een gezond lichaam". In 1983 op het "Second International Symposium on Visually Handicapped Infants and young Children" te Aruba, noemde ik dat in mijn toespraak "de meest hardnekkige leugen ter wereld" (zie de Engelse pagina op deze site), niet alleen omdat heel wat gezonde lichamen leeghoofden herbergen en heel wat onvolkomen lichamen blijk hebben gegeven van zeer gezonde geesten. Wat is uiteindelijk het verschil, vroeg ik toen, tussen de praktijk van sommige primitieve volkeren, om een gehandicapt geboren baby voor de wolven te gooien, en zoals in onze hoogontwikkelde gemeenschappen, hem al voor de geboorte te aborteren? Aan beide praktijken ligt exact dezelfde volmaakt logische redenering ten grondslag: gehandicapt leven is geen menswaardig leven en dus kan het vernietigd worden, al kan in het eerste geval nog een ekonomisch motief als verzachtende omstandigheid worden aangevoerd. Wie tegenwerpt dat de konklusie onjuist is, omdat het uitgangspunt niet deugt, heeft alle gelijk van de wereld, maar behoort, vrees ik, helaas tot een minderheid.
De rode draad in mijn betoog was (en is nog steeds, veel sterker zelfs!) dat de logica op zich ons niet kan helpen bij het beoordelen van menselijke waarde en waardigheid. Wie uitgaat van verminderde waarde bij verminderde volkomenheid, kan niet anders konkluderen dan de chinezen hebben gedaan en de eindkonklusie is die van Adolf Hitler, volmaakt logisch en onontkoombaar.
Niet lang na mijn eerste uitspraken hierover in 1981 maakte de theoloog pater drs Boks (toentertijd pastoor van Kralendijk op Bonaire) in het Antilliaanse blad van de Dominicanen, La Union in een artikeltje over abortus onder andere de opmerking dat het te ver ging om zulke radikale konsekwenties aan het vraagstuk te koppelen. Hij noemde daarbij niet mijn uitspraken, maar daaraan kon de zijne in ieder geval wel refereren. Ik vraag me af of hij daar nu nog zo over denkt.
In de dertiger jaren van de twintigste eeuw weerklonken er ook veel meer stemmen die vonden dat men ten aanzien van het Nationaal Socialisme niet moest overdrijven, dan waarschuwingen ertegen. Erich Fromm (1900-1980) die in 1934 Nazi-Duitsland ontvluchtte naar de Verenigde Staten, wijdde daar zelfs een heel boek aan getiteld: "Marx, Freud en de Vrijheid", waarin hij aantoont dat hele volkeren blind kunnen zijn voor de realiteit!
Euthanasie (althans de aktieve vorm daarvan) en abortus provocatus liggen in hetzelfde morele vlak. Onder de vele vragen die erdoor worden opgeroepen zijn tenminste twee kardinale: Ten eerste: wat bepaalt de waarde en waardigheid van het menselijk leven en ten tweede: moet alles mogen wat kan? Beide vragen roepen elk eenzelfde afhankelijke kardinale vraag op: wie bepaalt wat de menselijke waarde en waardigheid bepaalt, en wie bepaalt wat wel mag als niet alles mag wat kan?
Het laatste is bij herhaling heftig in het nieuws geweest en is zelfs aanleiding geworden tot een nieuw wetsvoorstel in Frankrijk, ten aanzien van de mogelijkheid van moederschap van vrouwen na de menopauze. In wezen is in dit specifieke geval de vraag niet eens reëel, want er is geen sprake van "moederschap" aangezien de ingeplante bevruchte eicel niet van de vrouw zelf is. Er kan dus hooguit van "draag-moederschap" via in vitro bevruchting gesproken worden. Wel uiterst relevant is de discussie rond de mogelijkheid van manipulatie van embryo's voor het verkrijgen van stamcellen, waarmee wellicht in de toekomst ernstige kwalen kunnen worden genezen.
Bij de operaties uitgevoerd op geestelijk gehandicapte jonge vrouwen in Kerala waren de protesten onmiddellijk en heftig. Ze kwamen in eerste aanleg uit India zelf en met name van de zijde van andere artsen. Toch kan op zich, aan de artsen die de operaties uitvoerden, geen menslievend motief ontzegd worden. De protesten zijn gebaseerd op het feit dat de betrokken volwassen vrouwen zelf niet in staat zijn een dergelijke zware ingreep in hun lichaam toe te staan of af te wijzen.
Hhet principiële antwoord op de vraag of alles mag wat kan is natuurlijk al zo oud als de mensheid zelf en is vanzelfsprekend een daverend "nee!". Het gaat eenvoudig om het onderscheid tussen goed en kwaad en daarmee om de vrijheid om te kiezen voor goed of kwaad, maar.... waar de grens ligt en welke keuze wij in vrijheid maken hangt af van de morele en ethische opvattingen van elk individu. En zelfs als men het onderscheid moreel en ethisch juist legt, wil dat nog niet zeggen, dat men zich er ook aan houdt. Morele en ethische normen verschillen bovendien sterk van kultuur tot kultuur, van godsdienst tot godsdienst, en van levensovertuiging tot levensovertuiging.
Vanaf het moment dat in 1943 de eerste uraniumatoombom werd vervaardigd, wist feitelijk iedereen dat het moreel volstrekt onaanvaardbaar was dat het ding ooit gebruikt zou worden. De eerste werd zelfs niet beproefd en de wetenschapsmensen die hem vervaardigden -- waaronder Robert Oppenheimer -- verklaarden om het luidst dat hij nooit gebruikt mocht worden. En toch werd hij gebruikt, in 1945 boven Hirosjima in Japan en kort daarop de eerste plutonium bom boven Nagasaki. Tot op de dag van vandaag is er geen enkele wezenlijke garantie dat zijn opvolger, de waterstofbom niet ook een keer zal worden gebruikt.
Men dient zich goed te realiseren dat er altijd individuen, groepen en zelfs naties zullen zijn die datgene wat kan ook inderdaad een keer zullen toepassen. Laten wij ons geen illusies maken. "In wezen is de vooruitgang een kracht" zegt Piere Teilhard de Chardin (1881-1955) in "L'Avenir de l'Homme" ("De Toekomst van de Mens"), en de gevaarlijkste van alle krachten." al was hij de laatste die haar daarom zou afwijzen. In tegendeel! Zijn hele oeuvre is gebaseerd op zijn onwrikbaar geloof in de toekomst van de mens en dus in de vooruitgang. "Onontkoombaar," zegt hij, in Le Phénomêne Humain (Het Verschijnsel Mens) "moet in de loop van de komende eeuwen een vorm van edelmenselijke eugenetiek, [.....] ontdekt en ontwikkeld worden." Maar andermaal, hij zou de laatste zijn die niet besefte dat die eugenetiek ook op niet edelmenselijke wijze zal worden toegepast.
De in Nederland aangenomen wet op de euthanasie heeft in de rest van de wereld veel stof doen opwaaien. Vreemd genoeg schijnt niemand te weten dat in Uruguay al een aantal jaren eerder euthanasie helemaal niet meer strafbaar was. In Nederland in principe onder de nieuwe wet nog wel. In de meeste andere landen wordt aktieve euthanasie nog steeds als een ernstig misdrijf aangemerkt (namelijk als moord), die, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten nog strafbaar is met maximaal levenslange gevangenisstraf, hoewel ook daar in sommige staten een andere benadering aan het ontstaan is. Daarbij kan men zich overigens afvragen, in hoeveel landen met een strenge wetgeving er inderdaad ook vervolging plaats heeft.
Een arts, die zijn Hippocratische eed trouw wil blijven, kan onder het zich wijzigende normatief-ethische besef en als gevolg van de steeds verfijndere technische mogelijkheden, voor uiterst moeilijke problemen komen te staan. Aan de ene kant heeft hij gezworen het leven te zullen beschermen; aan de andere kant houdt zijn eed in, dat hij ziektes tracht te genezen en het lijden verlicht. Er doen zich vandaag de dag dagelijks vaak meerdere gevallen voor in onze grote ziekenhuizen, waarbij de arts voor het dilemma staat welk deel van zijn eed hij trouw moet blijven, aangezien ze niet alle drie te handhaven zijn.
Bijvoorbeeld: hij kan een coma patiënt in leven houden zonder hem te kunnen genezen, en zonder te weten of hij zijn lijden verlicht. Of hij kan het lijden van een patiënt verlichten, in de wetenschap dat hij daardoor diens leven verkort. We spreken dan van passieve euthanasie maar waar de grens ligt tussen passief en aktief is vaak heel moeilijk te bepalen. Het uitschakelen van beademingsapparatuur, bijvoorbeeld, is, hoe men het ook wendt of keert, een aktieve daad. En wat te zeggen van de keuze die vaak gemaakt moet worden tussen twee of meer patiënten bij beschikbaarheid van slechts één transplantaat?
Echte aktieve euthanasie houdt in, dat iemand, (arts of niet) iemand anders helpt om een zachte dood te sterven, met als doel hem of haar uit ondraaglijk lijden te verlossen. Het maakt voor het begrip op zich geen verschil of de patiënt er zelf om vraagt of niet. In Nazi Duitsland hanteerde men het begrip "euthanasie" ook voor het vergassen van krankzinnigen, joden, zigeuners, enz. Voor de Nederlandse wet echter gaat het in feite om euthanasie op eigen verzoek, zodat er sprake is van min of meer gesanctioneerde hulp bij zelfdoding. Daarbij wordt een afgeleide ethische vraag opgeroepen, namelijk in hoeverre de patiënt bij vol bewustzijn en in volle vrijheid zijn verzoek doet. Hoe vrij is per saldo een persoon, die ondraaglijk lijdt, als hij vraagt daaraan een einde te maken? Degene, arts of niet, die daarmee gekonfronteerd wordt, wordt zelf voor een ondraaglijk dilemma geplaatst en het verbazingwekkende - en tegelijkertijd beangstigende -- is, dat zovelen dat niet meer als een dilemma ervaren.
De afwijzing in de rest van de wereld van de Nederlandse euthanasiewet, -- de verwerping ervan komt echt niet alleen uit Rome -- is precies dezelfde als de argumenten die door Nederlandse tegenstanders steeds opnieuw zijn aangevoerd: God beware ons voor spuitgrage artsen! Dat was de quintessence van de felle afwijzing van euthanasie door mevrouw C. I. Dessaur, professor in de criminologie aan de universiteit te Nijmegen, (Andreas Burnier).
Anderen wijzen, (katholiek of niet) met het Vatikaan op de logische ladder waarop de eerste stap is gezet die uiteindelijk leidt tot eliminering van alle vormen van menselijk leven, die door de machthebbers, of groepen die zichzelf oordeelbevoegd verklaren, niet als menswaardig worden gezien. En laat men mij niet aankomen met de bewering dat dit te ver gezocht is. Wie dat zegt sluit zijn ogen voor China en, in het recente verleden, voor Nazi Duitsland!
Het andere punt, dat boven al even is aangeroerd, is echter, dat landen als de onze (de Nederlandse Antillen en Aruba), weliswaar nog zeer strenge, verouderde wetgeving kennen ten aanzien van euthanasie -- het wordt gewoon onder moord geklassificeerd -- er geen enkel vervolgingsbeleid tegen hanteren, evennmin als tegen abortus provocatus. Er is in die landen geen arts die het in zijn hoofd haalt euthanasie of abortus aan te geven. Eventuele aangifte moet van derden komen. Het effekt is dat er geen enkel kontrole is op, noch enig cijfer beschikbaar is over het vóórkomen van euthanasie of abortus. We kunnen er alleen maar naar gissen en ik ben bang dat de schrik ons om het hart zou slaan als we de cijfers zouden kennen!
Waar zijn eigenlijk, in onze ogenschijnlijk zo christelijke landen, de groeperingen -- kerkelijk, politiek of sociaal -- die hun stem verheffen voor of tegen praktijken waarvan iedereen weet dat ze voorkomen? De christelijke moraal ten aanzien van euthanasie en abortus is zeer eenvoudig, maar daarom niet minder zwaarwegend. Zij berust op het aloude, oud-testamentische gebod: "Gij zult niet doden!" wat in feite een puur humaanseculiere ethische norm is. Trouwens, de hoofdrichtingen van het Hindoeïsme en Buddhisme betrekken dit gebod zelfs op nietmenselijk leven. Ten aanzien van abortus dient daarbij te worden aangetekend dat de kerk ervan uitgaat, dat er sprake is van levenvanaf het moment dat een eicel bevrucht is. Deze vrijwel absolute waardering van de onschendbaarheid van het menselijk leven stoelt uiteraard op de religieuse overtuiging dat het leven uit de wil van God is voortgekomen en in Zijn eeuwigheid zal culmineren.
Dat houdt niet in dat de kerk het verlichten van lijden zou verbieden. In tegendeel. Zelfs ten aanzien van abortus erkent de kerk de mogelijkheid van de keuze tussen twee kwaden -- de moeder of de foetus -- waarbij het leven van de moeder zwaarder moet wegen. Daarbij kan men zich in vele gevallen ook afvragen of "leven" niet ook moet worden geïnterpreteerd als psychisch leefbaar leven. Men denke aan een micro-cephaal, die alle grote hersendelen ontbeert, of aan de verkrachte vrouw, die gedwongen wordt een kind te baren dat in diepe vernedering en marteling van haar is verwekt. Is de kerk bereid om ten aanzien daarvan een criterium vast te stellen? Of geven de hoog eerwaarde heren van de Curie er de voorkeur aan de kop in het zand te steken, omdat "Gods wegen nu eenmaal onbegrijpelijk zijn"? Als dat zo is, zijn ze erger dan de bovengenoemde spuitgrage artsen.