IK GELOOF ...


door Henk de Beijer


terug naar hoofdmenu.


I


     ik geloof, maar mijn geloof is hoe langer hoe meer aagnostisch geworden. Dat begon al toen ik pas veertien jaar was, en het woord Agnosticisme niet eens kende, maar het aan mijn toenmalige biechtvader opbiechtte als twijfel in het bestaan van God. De aanleiding was Wat wij toen nog de “Grote communie” noemden, ik denk het Vormsel OF ZOO. Tot mijn stomme verbazing antwoordde onze toenmalige dorpspastoor: “wie niet twijfelt denkt niet.”. at heb ik veelvuldig herhaald, want het was, wat mij betreft de belangrijkste levensles die ik ooit heb gehad, vooral omdat intussen de twijfel veel groter is geworden. Vermoedelijk had mijn toenmalige biechtvader dezelfde twijfels als ik, want hij deed geen enkele poging de mijne te bestrijden.


     Overigens heb ik voor het laatst gebiecht in Madrid, bij een zeer beminnelijke en verstandige Spaanse priester, in 1959! Ik was toen nog heilig overtuigd van het belang daarvan, te meer daar er diezelfde avond iets gebeurde dat mijn leven weer op de rails zette.


     maar die overtuiging kwam in het gedrang, toen ik de volgende avond in Parijs aankwam en werd opgewacht op het station door mijn Franse vriendin Alice Figoni, bij wie ik een nacht kon blijven logeren in haar appartement vlak bij de Place de la Bastille, want mijn bezwaar wuifde ze weg met de opmerking: “vous ne me allez pas manger, 'est-ce pas?”. Dat was nog de tijd dat een vriendin een vriendin was en geen bedpartner. Zij lachte om die biecht, waarover ik haar vertelde. Ze was tien jaar ouder dan ik en had haar man verloren in het laatste oorlogsjaar en was en is nooit meer hertrouwd. Ik heb haar voor het laatst ontmoet in 2001, toen wij een rondreis door Europa maakten en ik haar per se op mijn lijst had gezet van noodzakelijke bezoeken. Ze was toen 79 en hield zich tot mijn teleurstelling bezig met de voorspellingen van Nostradamus. Ik krijg geen antwoord meer op mijn e-mails aan haar buurvrouw, zodat ik vermoed “elle a disparu” zoals de Fransen dat zeggen.


     Haar argument ten aanzien van de biecht was wel overtuigend: Een biechteling kan keer op keer de fout ingaan en telkens opnieuw van dezelfde zonden ontslagen worden, terwijl er geen enkele therapeutische waarde van uitgaat, om in herhaling- vallen te voorkomen. Met andere woorden het creëertp gewoon recidivisme. Ondertussen is het de biechtvader absoluut verboden zelfs bij de grofste misdrijven civile maatregelen in te roepen. Daar komt nog bij dat de biechtvaders nauwelijks enige psychologische scholin hebben gehad en dus maar op gezag van het eigen gezond verstand, voor zover ze dat hebben, de biechteling aanhoren. En toch gaf die biecht in Madrid bij die, wat mij betreft wijze priester, mij een zeer bevredigend gevoel, als een opluchtend gesprek met een goede vriend. En in die zin verwerp ik de biecht niet maar zal er waarschijnlijk nooit meer gebruik van maken, temeer daar ik in mijn huidige leefwereld geen enkele wijze biechtvader ken. Integendeel!


     Ondanks alle twijfels ben ik altijd trouw katholiek gebleven, en deed in mijn jeugd devoot mee aan kerkelijke plechtigheden en processies. Vanaf mijn vijftiende was ik een devote misdienaar die de ene na de andere Latijnse strofe opratelde alsof het mijn moedertaal was en dat met een nog ongebroken stem die minstens een octaaf hoger lag dan die van de priester. Veel van die Latijnse frasen kan ik nu nog oplepelen, al had ik toentertijd geen idee van wat ik zei. Dat was nog de tijd dat de priester met de rug naar het kerkvolk stond en dat hij het evangelie in het Latijn oplas, zo van “In ilo tempore dixit Jesus ad apostole sue ....” en reken maar dat de beminde gelovigen daar heel wat van opstaken ....! Je vraagt je werkelijk in gemoede af, waarom het zoveel eeuwen moest duren voor deze tegenstrijdige praktijk uiteindelijk pas midden twintigste eeuw werd afgeschaft. Hoewel, ... die afschaffing had ook tot gevolg dat je je niet meer overal ter wereld in een katholieke kerk thuisvoelde en dat vind ik echt een gemis.


     Ook andere kerkelijke activiteiten waren favoriet voor mij, zoals de 'Hullesen umdrach' langs de Waal in mijn geboortedorp Gendt en de processie door de straten van Grave. Ik zong dan uit volle borst mee, zelfs achteraf bezien wel heel rare teksten, zoals “weest Jezus zoet van ons gegroet, o Jezus zoet.”. Hoe kan in vredesnaam een man het appreci ëren om “zoet”genoemd te worden? Maar ja, zo ging dat in 'het Rijke Roomsche leven'.


     Op Aruba is het vandaag de dag nog een graadje erger. Daar kun je charismatische gebedsgroepen horen brallen: “Mi dushi Hesus! Mi dushi jesus! Mi dushi Hesus!”, waarbij de armen hoog de lucht ingaan. “dushi” betekent 'zoet'. Pastoor Erkamp zaliger gedachtenis gaf als zijn mening eens op mijn telefonische vraag over wat hij van die charismatische beweging vond: “geestelijke zelfbevrediging”. n toen ik die conclusie tegenover pastoor Bouman op Aruba uitsprak, werd hij kwaad: “Nee, meneer de Beijer!” riep hij uit. “Het is liefde!” Maar wat door hele volksstammen liefde wordt genoemd is nu eenmaal niets anders dan zelfbevrediging, waarbij de geliefde het object is om haar mee op te wekken en bij de charismatische beweging is dat object Jezus-Christus. Gelukkig moet mijn vrouw, ondanks haar absoluut kinderlijk overtuigde geloof in de katholieke kerk, ook niks hebben van die flauwe kul.


     Dat er bij die processies van vroeger, die ook vandaag de dag op Aruba nog met enige regelmaat in kleine omvang voorkomen, gewoon sprake is van triomfalisme beseften we toen nog niet. Op Aruba weet trouwens vermoedelijk vrijwel niemand wat triomfalisme is en zeker niet wat het inhoudt. Toen ik daar nog aan meedeed had ik ook nog de zekerheis des geloofs, die echter geleidelijk aan hoe langer hoe onzekerder werd. Niettemin hechtte ik mij tot ver in mijn volwassen leven aan de kerkelijke dogma's, die ik nu vrijwel allemaal verwerp. Dogma's zijn namelijk een soort decreten die zich niet in de geschiedenis mogen aanpassen waarmee aan de gelovigen dus het recht wordt ontzegd zich in hun leven te ontwikkelen tot een kritische benadering van de eigen geloofsovertuiging en tot diepgaandere inzichten.


     Toch bleef het ritueel van de Katholiek erediensten mij tot op heden boeien, zo zelfs dat Marina en ik in 2015 de feestmis bij onze vijftigjarige bruiloft geheel vantevoren hebben uitgewerkt. Ik heb het ervaren als een prachtige plechtigheid, waarbij nota bene vijf Filippijnse priesters aan het altaar stonden, waaronder de hulpbisschop die speciaal voor ons uit Curaçao was gekomen. Ze gaven mij een daverend applaus nadat ik ze in het Tagalog had bedankt. Dat had ik echt niet zelf opgeschreven, want ik ken die taal niet. een Filippijnse kennis had mijn Engelse tekst vertaald en me daarna voorgezegd hoe ik het moest uitspreken.


     Hoe je het ook wendt of keert, die vijf Filippijnse vrienden aan het altaar en die kerk vol familie en vrienden, daat was toch een prachtig teken van liefde! En wat is liefde zonder God? Ik geef toe, een heel problematische vraag. Kan liefde bestaan als er geen opperste liefde bestaat? Kan de mens bestaan als er geen opperst bewustzijn bestaat? Het is als de grot van Plato, waarin geketenden afspiegelingen zien van wat er buiten werkelijk bestaat want zonder dat werkelijke bestaan kunnen de afspiegelingen niet bestaan. Voor hen echter zijn de afspiegelingen de werkelijkheid. Daarom vraag ik mij af, in hoe verre onze huidige kennis en begrippen slechts afspiegeling zijn van een diepere werkelijkheid. Ik weet het niet.


     Voor miljoenen mensen is 'liefde' synoniem aan sexuele bevrediging. Men 'bedrijft de liefde'! en ziet niet in dat er in diepst wezen sprake is van het biologische dwangmechanisme dat in de hele dierenwereld aanwezig is om de soort in stand te houden en uit te breiden. Dat daarbij ook sprake is van andere geaardheid ligt gewoon in het kansspel van de natuur en is daarmee in geen enkel opzicht verwerpelijk, net zo min als mijn blindheid verwerpelijk is. Maar dat is geen inzicht dat ik al jaren heb. Integendeel! Ik volgde tot mijn jaren veertig trouw de afwijzing door de kerk van homosexuele praktijken, zodat ik de attitudes van vele godsdiensten of godsdienstige stromingen ten aanzien daarvan wel begrijp. Zelfs ongeacht de godsdiensten is verwerping van het 'anders'zijn niet onbegrijpelijk.


     Maar ik ben inmiddels, God zij dank, wel zover gekomen dat ik mijn overtuigingen van voorheen diep betreur. Ik distanciëer me dan ook met klem van de verwerping door de meeste religies van homoseksualiteit en andere afwijkende geaardheden want het houdt een verwerping in van de biologische evolutie en zou dus ook mijn blindheid moeten verwerpen , wat natuurlijk niet inhoudt dat het 'normale' mensen kan worden verweten dat ze geschrokken en soms afwijzend reageren op een anders-zijnde. Zoals het mijn blinde vriend Paul van den Berg overkwam toen hij eens met zijn vrouw over straat liep, en iemand aan zijn vrouw vroeg:“hoe gaat 't met hem?”, waarop zij antwoordde: “Vraag het hem zelf maar; hij bijt niet.” En laten we wel bedenken dat de ontmoeting met iemand die anders is dan de algemeen gangbare levenswijze, een soort schrikreactie oproept van niet weten hoe die ander te benaderen. Bij een handicap is het meestal een vorm van medelijden; bij een anders geaarde is het een schrikreactie van afkeer. Bij gehandicapten roept de kerk daarbij de liefdadigheid te baat en bij anders geaarden de afwijzing. Ondanks Teilhard de Chardin - Jezuïetenpriester - is de evolutieleer ook in de katholieke kerk nog steeds niet aanvaard, en bijgevolg worden afwijkingen van de norm in het evolutieproces, nog altijd beoordeeld als 'tegennatuurlijk', wat volstrekte onzin is. Maar het is nog niet zo lang geleden dat ik die overtuiging ook aanhing, onder de redenering, dat de biologische evolutie de sexuele drift had doen ontstaan om de soort in stand te houden. Dat gegeven valt ook niet te ontkennen, maar dat daarin ook afwijkingen ontstaan is even vanzelfsprekend, uitgaande van een biologische evolutie, die van nature streeft naar steeds hogere vormen van bewustzijn.


     In mijn eerste toespraak tot de Rotary Club op Aruba in 1975,heb ik het gewaagd te zeggen: “charity is a vice, because it humiliates its object.” Pastoor Erkamp, die daarbij aanwezig was, vertelde mij na afloop dat heel wat hoofden 'ja' geknikt hadden. En dat, ondanks dat de hele christenheid liefdadigheid in alle toonaarden verheerlijkt. Mgr de Jong, aartsbisschop van Utrecht, die zich in de oorlog zeer moedig gedroeg, in verband met de jodenvervolging, verzette zich in de jaren vijftig tegen de door Willem Drees ingevoerde Algemene OuderdomsWet (AOW), omdat het een ondermijning zou zijn van de naastenliefde!


     En wat nog erger is, is dat grote delen van het christendom nog steeds handicaps zien als straf van God, hetzij voor de ouders die een 'gebrekkig'of zelfs 'ongelukkig' kind krijgen, hetzij voor de persoon zelf die de handicap op latere leeftijd oploopt. Laten we nu wel wezen: “papa Dios no ta drumi!” (God slaapt niet!) Massa's christelijke secten zijn er heilig van overtuigd dat natuurrampen de straf van God zijn, voor het wangedrag en ongeloof van de getroffenen en dat zijn beslist niet alleen extreme sekten. Dit geloof bestaat overigens niet alleen in het Christendom maar nog sterker in bijvoorbeeld de Islam.


     Hoe het ook moge zijn, het zijn zoals gezegd de godsdiensten die het anders-zijn verwerpen en dus een God preken die geen liefde kent.En ik geef toe, ook ik heb mij daar vele jaren van mijn leven aan schuldig gemaakt. Ik ben mij er dan ook diep van bewust dat dit ver achter blijft bij de liefde, zoals wij die ervoeren in die Heilige mis bij onze gouden bruiloft waarin we de tweede brief van Paulus aan de Corinthiérs lieten voorlezen, het zogenaamde hooglied der liefde. Alleen mijn twijfels van vandaag dwingen mij tot de reflexie in hoeverre het ook godsdienstige inhoud heeft gehad. Want mijn twijfels zijn steeds groter geworden en ik kan niet zeggen dat het mij spijt dat de coronacrisis ons al meerdere jaren buiten de kerk heeft gehouden.


terug naar hoofdmenu.


II


     Na mijn laatste biecht in Madrid, en de bijzonder gezellige dag bij Alice in Parijs, heb ik nooit meer de 'zekerheid des geloofs' gekend en ben meerdere malen geconfronteerd met mensen die zeiden: “Maar wij wéten dat het waar is.” Zoals die Engelsman in het hotelletje in Blanes aan de Costa Brava, waar ik in 1959 drie maanden werkt als tolk-receptionist en waar ik ONDER ANDEREN Alice en verscheidene anderen heb leren kennen. We kregen het over het feit dat ook hij katholiek was en zei: “We know that it is true.” Ik schudde een beetje meewarig mijn hoofd, en zei niets. Dat is mij meerdere malen overkomen, zoals eens in een gesprek met enkele kloosterzusters. Zij kenden geen twijfel. “Wij weten dat het waar is!”, zeiden ze onomwonden. Ik vrees dat er zo miljoenen zijn, in alle godsdiensten en zelfs nog meer in alle sekten, die zonder enig empirisch bewijs uitgaan van de absolute zekerheid van hun geloof. Neem de 'waarheid' van een groot deel van de huidige Islam die ook de 'waarheid' was van de Middeleeuwse christenen, dat 'ongelovigen' ter dood gebracht moesten worden en dat 'Godsgebod' voerden ze ook rigoureus en op nog wredere manier uit als de huidige islam radikalen.


     In dat Spaanse vakantieoord werd ik vaak bij discussies over godsdienstige onderwerpen betrokken. De godsdienst is voor velen duidelijk een heilige zaak, om niet te zeggen een heikele zaak. Zo was daar die Duitser die wilde weten tot welke kerk ik behoorde en toen hij vernam dat het de katholieke was, schoot hij uit zijn slof met de beschuldiging dat de Rooms Katholieke kerk intolerant was, omdat een van haar leerstellingen is dat er buiten haar geen heil bestaat. En als ik aangevallen word, ga ik vanzelfsprekend in de tegenaanval. Ik zei: “Das stimt, JA” - dat klopt, maar de kerk voegt daaraan toe, dat iedereen die te goeder trouw dwaalt ook tot de kerk behoort en dus ook het heil kan bereiken. Dat leren we al als kleine kinderen in de catechismuslessen. En dwalen te goeder trouw is een pleonasme, want je kunt niet te kwader trouw dwalen. En dat, zo besef ik nu pas, gaat op voor alles wat niet Rooms Katholiek is, in feite zelfs voor het atheïsme.


     Ik heb me daar in Blanes, aan de Costa Brava, een keer gruwelijk geërgerd aan een katholieke priester. Ik ging naar de mis op zondag en ontmoette buiten de kerk een Engels meisje uit mijn hotel dat daar alleen stond. Ik vroeg haar waarom ze niet naar binnen ging en ze antwoordde dat ze stond te wachtenop haar vriendin - die niet eens katholiek was - die door de pater die bij de kerk ingang stond was weggestuurd omdat ze geen kousen aanhad! Ze was teruggehold naar het hotel om haar 'misstat' te corrigeren. En dat in een toeristenoord, waar veel vrouwelijke toeristen hooguit een onderbroekje en een bloesje aanhadden.


     Als je dan zo'n veertig jaar later de afgrijselijke berichten binnenkrijgt over grootscheeps kindermisbruik door katholieke priesters, dan kun je je wel in arren moede afvragen of die sexuele gestrengheid niet het rookgordijn was voor de verborgen werkelijkheid. Maar dat kon ik toen allemaal nog niet weten en had het vermoedelijk ook niet geloofd, ondanks dat ik wel wist dat de kerkgeschiedenis veel wangedrag van gezagsdragers kent, zoals van de uit Spanje afkomstige paus Alexander VI (1492- 1503). Hij had een dochter, Lucrecia Borgia, die haar maagdelijkheid al in bed met haar broer schijnt te zijn verloren, en die broer was toen al door zijn vader op 7 jarige leeftijd tot kardinaal verheven. En dat gebeurde allemaal open en bloot! En dan zwijgen we nog maar van de monniken die rondzwierven om aflaten te verkopen. Hoe langer de gewenste aflaat, hoe hoger de prijs. Dat was een van de redenen waarom Maarten Luther zijn reformatie begon.


     Als die kerk, door een almachtige en liefdevolle God wordd geleid, zoals ons te geloven is bevolen, dan komen er bij mij tegenwoordig steeds meer twijfels en bedenkingen, om niet te geggen afwijzingen naar boven, wantom maar één ander voorbeeld te noemen, de kerk heeft zich nooit uitgesproken tegen de slavernij en de slavenhandel. In tegendeel, Sint Paulus vermaant niet de slaveneigenaren, maar de slaven zelf, dat ze zich goed te gedragen hebben tegenover hun meesters. En neem de 18de-eeuwse jezuïet Raymund Harris. Deze gewijde priester publiceerde in 1788 een traktaat waarin hij de rechtvaardigheid van de slavenhandel beredeneerde vanuit een Bijbels perspectief. Daar hoefde hij niet veel moeite voor te doen, want in het Oude Testament wemelt het van de slaven, terwijl ook Christus zich nooit heeft uitgesproken tegen de slavernij. Laten we het maar eerlijk zeggen, ook de priesters en bisschoppen, in de gebieden waar de slavernij welig tierde, spraken zich zelden uit tegen de mensonwaardige behandeling en wreedheden van de tot slaaf gemaakten. In tegendeel! Er waren - en wie weet zijn ze er nog - christelijke predikanten die slaven maanden dankbaar te zijn, want de slavernij had hen tot christen gemaakt.


     Godsdienst is een onderwerp dat vrijwel iedereen bezighoudt. Dat doet me denken aan die keer dat ik in discussie raakte met twee verpleegsters. In 1972 lag ik in het ziekenhuis in Amsterdam en moest stil in bed blijven liggen om te voorkomen dat mijn netvlies zou loslaten (Wat het uiteindelijk toch deed). Daardoor moest ik dagelijks op bed gewassen worden terwijl ik helemaal niet ziek was. In mijn stuk onder de titel 'Geloof en Ongeloof', gepubliceerd in de Amigoe in de jaren 90, merkte ik op dat het opvallend was hoe willekeurige gesprekken vak uitdraaien op onderwerpen betreffende het geloof. Ook toen, in het ziekenhuis, waar ik uiteindelijk blind uitkwam, waren vaak geloofskwesties het gesprek van de dag met de verpleegsters. Ik herinner mij datop een dag, toen ik de kamer ook nog voor mij alleen had, er een heel aantrekkelijke jonge vakantiehulp binnen kwam om mij te wassen, die mij uit mijn pijama hielp zodat ik naakt op bed lag, toen er een oudere verpleegster binnenkwam. Dat had kennelijk de bedoeling om een oogje in het zeil te houden, zeker als er één onervaren verpleegster met zo'n wasbeurt bezig was.


     Ik was net bezig de knappe, jonge vakantiehulp uit te horen. Ze had het Fons Vitae gymnasium met succes afgerond en ging medicijnen studeren. Aangezien het een katholiek gymnasium was, vroeg ik haar naar haar geloofsovertuiging, die nog steeds kritisch katholiek was. De oudere verpleegkundige, die bij de wastafel stond te rommelen, en die niet katholiek was vroeg op een gegeven moment, op een opmerking van mij: “Weet je dat zeker?”, waarop ik antwoordde: “Als ik het zeker wist, hoefde ik het niet te geloven.” en dat werd enthousiast beaamd door mijn jonge wasseres.


     Ik vroeg haar of het niet raar was toen ze de eerste keer een mannelijke patiënt moest wassen. “Ja,”, zei ze, “maar het voordeel was dat die patiënt niet wist dat hij de eerste was. Bovendien was het een ernstig zieke man, met een rozenkrans in zijn hand geklemd. het geloof in hulp van boven kan soms wonderen doen”, zei ze, “al geloof ik dat die wonderen niet van boven komen, maar van binnenuit.” Ik hoop dat dat meisje haar ideaal heeft kunnen verwezenlijken, want op haar jeugdige leeftijd was ze al heel wijs.


Eind jaren vijftig logeerde ik een week bij de “delegado Nacional de la ONCE”- de manager van het regionale kantoor van de Spaanse blindenorganisatie in Barcelona, de heer Fortuny. Ik had hem opjgezocht om meer te weten te komen over de ONCE, de “Organisación Nacional de los Ciegos de España” = de nationale organisatie van de blinden van Spanje, opgericht door het Franco regime om de vele jjjoorlogsblinden een veilig middel van bestaan te geven.


     Dat veilige middel van bestaan hield - en houdt - in dat er in alle steden een dagelijkse loterij wordt georganiseerd waarvan de lootjes - los cupones - alleen door blinden of slechtzienden worden verkocht. Wat mij betreft een verkapte vorm van bedelarij. Maar de visueel gehandicapten wordt daarbij een vast inkomen gegarandeerd met extra toelage bij oververkoop. Het is een vicieuse cirkel waar de visueel gehandicapten nooit uitkomen, omdat ze in de algemene maatschappij nooit kunnen verdienen wat ze met hun “cupones” halen. Als gevolg daarvan stonden er zelfs academisch geschoolden op straathoeken te roepen “¡Quedan dies pesetas para hoy!” (= er zijn nog tien peseta's over voor vandaag).


     Ten jhuize van meneer Fortuny kwam op een avond een bezoeker die na kennismaking plotseling wilde praten over het geloof, vermoedelijk ervan uitgaande dat ik als noorderling erg kritisch zou zijn. Hij was namelijk zeer sceptisch geworden, zei hij. Ik merkte dat mijn gastheer zeer geagiteerd raakte en begon te ijsberen. Op het moment dat ik een antwoord gaf aan de bezoeker in de trant van: “¿No era Jesucristo mismo que dijo [...?” (Heeft Christus zelf niet gezegd ...?) riep Fortuny uit: “¡Eso! ¡Eso es contestar con la biblia en la mano!” (= Juist! Dat is antwoorden met de bijbel in de hand. Toen de bezoeker weg was, vertelde hij mij, dat zijn zoontje, die er de hele tijd bij had gezeten zonder iets te zeggen, nogal labiel was en dat hij daarom blij was met de manier waarop ik het gesprek had gevoerd. Ik besef nu pas dat ik toen nog heilig overtuigd was van de goddelijkheid van Christus, iets wat nu zit weggemoffeld in de hoek van het agnosticisme.


     In het hotelletje in Blanes, aan de Costa Brava, vroegen mij eens twee Denen om als tolk te fungeren tussen hen en twee Spaanse jongemannen. Ik deed dat oorspronkelijk zo onpartijdig mogelijk maar op de vragen van de Denen over het Franco regime wilden de Spanjaarden geen enkel antwoord geven. en wat betreft de katholieke kerk, gingen de antwoorden op een gegeven ogenblik volledig de mist in omdat hun doctrinaire en bijbelkennis alles te wensen overliet en kon ik t niet nalaten zelf in discussie te gaan met de Denen. Aan het eind zei een van hen: “You catholics are very clever debaters.” Toen vond ik dat een compliment, maar later besefte ik dat hij feitelijk zei: “Je kunt kletsen wat je wilt maar je overtuigt mij niet.”


     Dat de twee Spaanse jongemannen niet in wilden gaan op het Franco regime was in die dagen heel begrijpelijk. De Guardia Civil was overal zichtbaar, en dat waren jongens die bereid waren de wil van 'el Caudillo' (Spaans voor '…der Führer”) te vuur en te zwaard op te leggen. En dan te bedenken dat de Generalísimo Francisco Franco Bahamonte een vrome katholiek was die iedere zondag in de kerk zat en vermoedelijk ook te communie ging. Hij week daarmee, zoals iedereen wel weet, niet af van zovele dictatoren die door het Vaticaan nooit zijn veroordeeld of geëxcommuniceerd. Dat laatste gebeurt alleen als iemand iets doet wat niet strookt met de leer van de kerk en massamoorden en wat dies meer aan mensonterende misdaden betreft, horen daar kennelijk niet bij. Een kort listje van zulke brave katholieken is snel gegeven: Franco, Musolini, Salazar, Cayetano, Pinochet, Videla en ... Jorje Zorreguieta!


     Laten we daarbij wel bedenken, dat vooral in de katholieke wereld in de jaren veertig en vijftig dit soort regimes welwillend gedoogd werden, want ze waren per saldo anti-communistisch. En ik moet eerlijk bekennen dat ik me daaraan ook heb bezondigd.


     Ik kreeg zelf een keer een controle van een agent van de Guardia Civil, toen ik in een bar met mijn bandrecorder opnames maakte van hetleuke gezang van een jongeman. De agent kwam binnen en eiste dat ik hem liet horen wat ik had opgenomen. Toen hij daarmee geen probleem had, verdween hij zonder ook maar 'gracias' te zeggen en te groeten.


     Het gebrek aan geloofskennis van de twee Spanjaarden verbaasde mij niet en verbaat mij ook niet van de huidige Arubanen, want hun geloof richt zich niet op zo'n abstract wezen als God, maar op concrete wezens als heiligen. Katholieke kerken staan overal ter wereld vol heiligenbeelden, en de orthodoxe kerken vol iconostasen. Van God kun je geen beeld maken, hoewel velen zich Hem voorstellen als een oude baardige vader, dus alweer niets abstracts, want een abstractie kun je niet weergeven en dus ook niet voorstellen. En toch aanbidden wij en loven wij en beminnen wij dat onvoorstelbare, althans dat zeggen we allemaal in onze gebeden en gezangen, maar ik betwijfel of we allemaal ook enig begrip hebben van wat die woorden inhouden. Ik in ieder geval niet.


     We kennen allemaal het eerste van de tien geboden: “Ikben de Heer Uw God. Gij zult Mij alleen aanbidden en bovenal beninnen. ” Vindt iemand het vreemd dat ik daar geen snars van begrijp? Wat betekent in vredesnaam 'aanbidden' en hoe moet ik iets wat niet tastbaars voor mij is beminnen? Menige theoloog zal daarop wel een of ander antwoord hebben, maar het zal mij vermoedelijk niet overtuigen.


     Voor mij was, al sinds mijn puberjaren de logica doorslaggevend: Alles heeft een oorzaak; zonder oorzaak bestaat er niets; maar wat is dan de eerste oorzaak? Een “Ens causam suam”- een wezen dat zijn eigen oorzaak is - zoals Thomas van Aquino dat heeft genoemd, kan logischerwijs niet bestaan. En daar komt dan de ratio van het geloof om de hoek kijken: het (= God) móét bestaan,fjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjanders kan ik niet bestaan. Maar over die God kunnen wij niets met zekerheid weten. Vandaar ook dat er zovele fantasieën over bestaan, die zich allemaal uitroepen tot “het ware geloof”, vaak op grond van even zovele heilige boeken.


     Dat ontlokte Jean-Paul Sartre de constatering dat God niet de mens geschapen had, maar dat de mens God geschapen heeft. Hij had beter kunnen zeggen dat de Mens zich vele goden heeft geschapen! Laten we nu wel wezen, het Christendom, het Judaïsme, de Islam, het Hindoeïsme, het Boeddhisme, het Taoïsme, het Shintoïsme, het animisme enzovoort, enzovoort, roepen zich allemaal uit tot het ware geloof en binnen elk van die geloven zijn er weer deelwaarheden die desnoods te vuur en te zwaard bereid zijn zich aan ieder ander op te leggen. Kijk naar de blasfemie wetten in de Islam, die geen betrekking hebben op God maar op de Profeet Mohammed. Of kijk naar de streng gereformeerde gebieden in Nederland, zoals URK, waar op een bevolking van 21 duizend zielen 25 gereformeerde kerken bestaan, die stuk voor stuk een andere absolute waarheid verkondigen, op grond van persoonlijk uitgelegde bijbelteksten door predikanten die zichzelf vaak zonder enige theologische opleiding tot dominee hebben benoemd. En dan laten we de Getuige van Jehova en de Mormonen maar even buiten beschouwing, die er allemaal van uitgaan dat God alleen hun groepje tot zaligheid toelaat en alle overige miljarden naar de verdoemnis stuurt! Voor de Getuigen van Jehova is de Katholieke Kerk gelijk aan de “Hoer van Babylon” en moet de Verenigde Naties vernietigd worden. Wat een liefdevolle God!


     Op Aruba was er in 2021 ook een groep van 35 zogenaamde “kerken” die zich verzette tegen het geregistreerd partnerschap. Op 9 maart 2021 publiceerde ik daarover een ietwat sarcastisch artikeltje in de Amigoe, waarin ik ze beschuldigde van totaal gebrek aan christelijke naastenliefde. In augustus dus zes maanden later was het aantal toegenomen tot 41! En ze verklaarten zich andermaal verbolgen over het feit dat de staten het geregistreerd partnerschap met slechts één stem tegen had aangenomen. Die ene stem tegen was natuurlijk van de MEP-parlementariër die zich eveneens tot “Pastor” (Pastor Marco!) heeft uitgeroepen en die zich dus naast zijn salaris als parlementariër nog een aardige bijverdienste heeft bezorgd, met de 'tiende'van elke volgeling. We kunnen dus wel nagaan dat het om kleine sekten van zelfbenoemde 'pastores' gaat die ingevolge de wet van één tiende bijdrage van de volgelingen, zich een dure auto kunnen aanschaffen. Want over dat bijbelse bevel zijn ze het natuurlijk allemaal hartgrondig eens. Maar het geeft je als weldekend mens wel de kriebels met betrekking tot de godsdienst! Zoals een van onze dienstmeisjes, die twee keer per week naar een 'curso di Biber'- zoals zij dat zelf opschreef! - moest en daarvoor door de 'pastor' zelf werd opgehaald en weer thuisgebracht. Ik testte haar een keer, door te vragen hoe de vrouw van Abraham heette. Dat wist ze niet. Want dat was voor haar 'pastor' natuurlijk onbelangrijk. Als ze maar goed begreep dat ze een tiende van haar inkomen aan hem moest afstaan.


     Je vraagt je in stomme verbazing af hoe op een eiland als Aruba hooguit vijf percent van de bevolking tot 41 verschillende Iglesias kan behoren die 95 percent van de bevolking hun wil willen opleggen. En dan te bedenken dat ze alle 41 elk hun eigen absolute godsdienstige waarheid preken.


     we kunnen er echter niet meer onderuit. Het universum wemelt van de planetenstelsels. Minstens miljarden in ons eigen melkwegstelsel en dus vele miljarden meer daarbuiten. Het is eveneens een absurde anthropocentrische veronderstelling dat ons planetenstelsel in die vele miljarden het enige zou zijn met een planeet als de aarde, waarop leven niet slechts kon ontstaan, maaar zelfs evalueren tot intelligente biologische entiteiten zoals de mens met zijn reflexieve bewustzijn. En toch is dat de algemene overtuiging onder vrijwel de hele mensheid, zoals we al hebben gezien. Wij zijn het middelpunt van Gods schepping! En het zou mij niet verbazen als ook de overgrote meerderheid van de humanisten nog steeds anthropocentrisch denkt.


     Als we dus moeten concluderen dat miljarden melkwegstelsels, sterren en planetenstelsels een algemeen natuurverschijnsel zijn,dan is ook de aanname gewettigd dat er vele miljarden planeten zijn waarop de omstandigheden gunstig zijn of zijn geweest of nog zullen zijn, voor het ontstaan en evalueren van het leven en dus ook van hoog intelligent leven. Daarmee is niet gezegd dat wij mensen ooit met een of meer van die andere intelligente werelden in contact zullen kunnen tredden, want dat vereist het ontdekken van nog geheel onbekende natuurwetenschappelijke mogelijkheden, als die überhaupt bestaan. Bovendien is in het tijd-ruimtecontinuum - zoals Einstein dat heeft genoemd - gelijktijdigheid vermoedelijk absoluut uitgesloten. De verstafstaande ster die tot nog toe gezien is, staat op 12,9 miljard jaar van ons vandaan Of liever, hij bestond 12,9 miljard jaar geleden want zo lang blijven sterren niet bestaan. Als daarbij dus een planeet heeft bestaan zoals de aarde, met inteligent leven , zoals bij ons, is dat al miljarden jaren verdwenen. Met andere woorden, het is vrijwel onmogelijk dat enige andere biologische entiteit ook maar in de verste verte op een zelfde laag of hoog niveau van ontwikkeling zou zijn als wij. Vandaar ook dat het speuren naar signalen van buitenaardse wezens niet slechts onnozel , maar zelfs infantiel is. Evolutionaire ontwikkelingen strekken zich nu eenmaal uit over miljarden jaren.


     wel echter is het onontkoombaar dat onze visie op de mens en zijn godsdiensten tot een diepgaande tot zelfs radicale herbezinning komt. want deze nieuwste ontdekkingin in de astronomie roepen grote vragen op, niet wat het geloof in God an sich betreft als wel aan de godsdienstige overtuigingen, die allemaal uitgaan van een anthropocentrisch godsbeeld, met uitzondering van het Boeddhisme, misschien, want dat is in wezen geen godsdienst- althans het oorspronkelijke Boeddhisme, want wat er in onze tijd vooral in het westen van is gemaakt is voornamelijk dweverige lariekoek. In dit verband is het boek 'Perennial Filosofy'van Aldous Huxley zeer aanbevelenswaard (De Eeuwige Wijsheid), hoewel ik wat problemen heb met zijn hang naar mystiek. (Zie de reactie van Jan Veneman als appendix)


Waarom zou het geen algemene natuurwet zijn, dat het leven in het hele universum evolueert tot reflexief bewustzijn, al dan niet in anatomische vormen als de onze? Dat alles is niet eens een moderne visie, want Copernicus, Galileo Galilei, Geordano Bruno en Christiaan Huygens hingen die overtuiging in de 16de en 17de eeuw al aan. Zij hadden nog weinig notie van een of andere evolutieleer,maar verwierpen dus vermoedelijk zonder het te beseffen, impliciet het anthropocentrisme. En het lijdt geen twijfel dat bij die - laten we maar zeggen - intelligente wezens, ook het geloof in God zich heeft ontwikkeld, zal ontwikkelen of zich op dit ogenblik aan het ontwikkelen is, zeer waarschijnlijk met soortgelijke fantasieën als op aarde, met inbegrip van zulke primitieve mythologiën, als de Germaanse en de Griekse, om er maar twee te noemen. En ze noemen zich ongetwijfeld allemaal ook “het ware geloof”, want hun begripsvermogen laat net als bij ons, geen ander inzicht toe!


     Een bovennatuurlijke invloed wordt al gauw verondersteld bij primitieve volkeren, die natuurverschijnselen als onweer en storm, om er maar twee te noemen, niet kunnen begrijpen en ze daarom toeschrijven aan hogere machten, zoals de Germaanse God Thor die met zijn hamer Mjölnir de donder veroorzaakte. Vandaar ook dat de nadruk niet moet liggen op 'intelligent' maar op 'reflexief bewust', want ook de Neanderthalers op Aarde waren al reflexief bewust en dus intelligent, maar hun kennis was, in vergelijking met de onze, uiteraard zeer beperkt.


     Dat houdt dus in dat religie afhankelijk is van de kennis van de periode waarin wij leven, een periode die honderdduizenden, miljoenen, of zelfs miljarden jaren kan omvatten. Wat wij maar moeilijk beseffen - getuige de eerder genoemde onnozele speurtocht nar buitenaards intelligent leven, met reuze radioterlescopen - is dat het niet onwaarschijnlijk is dat wij op dit ogenblik inderdaad de enige reflexief bewuste wezens zijn op ons peil van bewustzijn in het heelal. De mens, in zijn huidige vorm, bestaat nog niet eens een miljoen jaar. Zestig miljoen jaar geleden stierven de Sauriërs uit die toen al veertig miljoen jaar de aarde bevolkt hadden. Waar staan wij mensen dan en onze mogelijke soortgenoten in het heelal? Wellicht zijnen er die al miljarden jaren uitgestorven zijn of andderen die pas over miljoenen jaren zullen ontstaan. In ieder geval, in tijd en ruimte bestaat weinig gelijktijdigheid en dus is het onzin te veronderstellen dat wij contact zouden kunnen maken met andere intelligente wezens. Als ze al bestaan is contact uitgesloten, vanwege de 'beperkte' snelheid van electromagnetische golven - rond 300.000 kilometer per seconde. En daarmee is al het gespeur nar mogelijke radiosignalen van andere planeten een nogal infantiele bezigheid, bij voorbaat niet alleen gedoemd tot mislukken maar ook tot geldverspilling. En dat wordt gedaan door hoogopgeleide wetenschappers, die dus nog altijd weinig bennul van de astronomische werkelijkheid hebben.


     Laten we nu wel wezen: vijftig duizend jaar geleden leefden er in Europa de Neanderthalers. Hoe zouden hoog inteligente wezens elders in het Heelal die vijftig duizend jaar op onze ontwikkeling en evolutie voorligen ons bezien? Waarschijnlijk met grote interesse, zoals wij nu de Neanderthalers. En over onze religieuse fantasieën zouden ze ongetwijfeld meewarig glimlachen. In ieder geval zouden ze waarschijnlijk concluderen dat het geen zin heeft om direct contact met ons op te nemen, aangezien wij met geen mogelijkheid in staat zouden zijn ook maar iets van hun wereld te begrijpen, net zo min als Neanderthalers iets van onze wereld zouden kunnen begrijpen. Alle science-fiction schrijvers en filmers die ik ken, konden niet eens voorzien hoe de wereld er vijftig jaar na hen zou uitzien. Degenen die het vijftig jaar geleden probeerden hebben de plank volledig misgeslagen. Dat hoeft geen verbazing te wekken, want niemand kan voorzien wat er morgen ontdekt wordt. Kijk maar naar de ontdekking van de LASER begin jaren zestig, die een volledig onvoorziene nieuwe revolutionaire ontwikkeling teweegbracht.


     Toen wij - als groepje devote trouw katholieke jongeren - tijdens een pastorale bijeenkomst in mijn jonge jaren aan de Capucijner monnik die onze geestelijke lijder was - zoals dat toentertijd heette - , de vraag stelden of hij het idee verwierp dat er elders in het heelal ook intelligente wezens leefden, was zijn antwoord: “Als dat zo is moet Christus wel het middelpunt zijn.” En toen begon mijn denken op te spelen. Het had iets van de tijd dat Copernicus c.s. bewezen dat het heelal niet geo-centrisch was, waarop gelijk werd aangenomen dat het dus helio-centrisch moest zijn. Zoals boven al aangetoond, was die aanname al in de zestiende eeuw verlaten. Toch is het anthropocentrisme nog algemene de belangrijkste zij het onbewuste overtuiging. Boven de overtuigingen en bijgeloven van de eigen tijd uitstijgen is slechts voor weinigen weggelegd. Luther, bijvoorbeeld schamperde over Copernicus zoiets als dat die zot niet eens begreep dat hij fout zat, want in de Bijbel wordt bij de slag om Jericho door Jozua uitgeroepen: “zon sta stil en de zon stond stil.” Dus hoe kon het dan waar zijn dat de zon niet om de aarde draaide!


     We hoeven daar echt niet om te lachen, want tot op de dag van vandaag zijn er zeer grote christelijke fundamentalistische groeperingen die zich onder andere creationisten noemen, voor wie de aarde pas zesduizend jaar bestaat en is de overgrote meerderheid van de mensheid er nog heilig van overtuigd dat wij de enige reflexief bewuste wezens in het hele heelal zijn. Trouwens,dat reflexieve bewustzijn is voor velen nog een onwezenlijk begrip. Alle science-fiction schrijvers fantaseren er op los door aardse toestanden, zoals oorlogen, moord en doodslag, sex en wat dies meer zij, naar andere planeten in de toekomst te verhuizen, met sigaren rokende ruimtevaarders. De meeste toekomst fantasten, zoals Isaac Asimov gingen uit van verre planeten gekoloniseerd door aardse mensen. Degenen die wel uitgaan van vreemde wezens, doen dat meestal met de mens als superieur. Verreweg de meeste van die toekomstfantasieën negeren de godsdienst volledig, alsof religie zal ophouden te bestaan. En wie weet, is dat inderdaad de toekomst!


     Over slechts duizend jaar zal men, VERMOED IK, even meewarig maar ook met interesse terugkijken op onze tijd waarin wij nog heilig geloofden de enige intelligente wezens te zijn in het heelal. en dat zullen ze ongetwijfeld doen met historische belangstelling maar ook met verbazing en met afgrijzen. Dat doen wij immers ook als we duizend jaar in de geschiedenis terugkijken. En hopelijk zullen onze nazaten van die dagen, net als wij nu, kunnen constateren dat er heel veel ten goede is veranderd. Wij hoeven daarbij alleen maar te denken aan de overtuiging dat wat nu Europa is, toen de wereld was, die bovendien nog plat was ook; en wat te denken over de brandstapels, de pijnbanken,de heksenjacht, het vierendelen en raddraaien, het aan de schandpaal nagelen, de galeislaven, het lijfeigenschap, de oorlogen tussen steden en regionen, enzovoort, enzovoort. Om te concluderen dat de wereld wel degelijk steeds ten goede verandert hoeven we niet eens duizend jaar in het verleden te kijken. Honderd jaar is al meer dan genoeg om met Teilhard de Chardin te concluderen dat het menselijk bewustzijn in langzaam stijgende lijn is naar co-reflexiviteit. Het woord 'empathie' was tot begin 21ste eeuw nauwelijks bekend ondanks de acht zaligheden uit de Bergrede van Christus.


     Zelfs de verwachting van Teilhard de Chardin dat er een wereldomspannend menselijk brein moet ontstaan, is inmiddels grotendeels werkelijkheid aan het worden met de moderne smartphones.


     Ik moet rond de 16 of 17 jaar zijn geweest, dat wij al zo modern waren dat wij de mogelijkheid van buitenaardse intelligentie in theorie aanvaardden. Wij waren natuurlijk nog niet bekend met de ideeën van geleerden als Geordano Bruno en Christiaan Huygens. En Einsteins onbegrijpelijke theorieën over ruimte en tijd waren voor ons nog abracadabra. Pierre Teilhard de Chardin was toen voor ons ook nog een volslagen onbekende. Ook hij bleek toen we kennis met zijn gedachten maakten bereid buitenaards reflexief bewustzijn te accepteren, maar ging ervan uit dat die 'bewustzijns' moeten gaan convergeren met de menselijke convergentie, naar wat hij noemde 'het punt Omega'. Ik zou zeggen: een mooi pantheïstisch vooruitzicht voor mij, waarin ander reflexief bewustzijn in het hele universum naadloos kan opgaan. Hij verwachtte zelfs dat Christus een kosmische entiteit was. Hij was dus tegen wil en dank,een anthropocentrist. Hoe dat te rijmen is met de ontelbare reflexieve bewustzijns zowel in plaats als tijd, heeft hij niet meer kunnen extrapoleren. Zijn hele overtuiging, filosofisch en theologisch is gebaseerd op extrapolatie van zijn paleontologische ontdekkingen, maar ook die zijn puur anthropocentrisch. Hij was nu eenmaal bioloog-paleontoloog en geen astronoom, hoewel hij in onze tijd wellicht ook astro-bioloog zou zijn geworden, want hij was akelig geleerd. Ik ben er zelfs heilig van overtuigd dat, - had hij nu geleefd - hij een diepgaande filosofische en theologische studie zou hebben gemaakt over de consequenties van alle mogelijk buitenaards reflexief bewustzijn.


     Jaren geleden - in de kerstkrant van de Amigoe van 1985 schreef ik een artikel onder de titel “ Is er in de kerk plaats voor E.T.?” En de conclusie was simpel die van Teilhard de Chardin, dat indien ET reflexief bewustzijn bezat hij gelijk was aan de mens. Maar achteraf bezien realiseer ik mij dat ook die conclusie uitging van anthropocentrisme. Want ET zou daarmee in de Kerk worden opgenomen! En die kerk is, hoe je het ook wendt of keert, een aartse, anthropocentrische instelling. En daarmee kan E.T. zich in die kerk nooit thuisvoelen. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geeft E.T. een geheel eigen levensbeschouwing die met het christendom, noch met enige andere godsdienstige stroming op aarde, niet te vergelijken is. Met andere woorden: hoe kan het christendom de enige waarheid zijn, tenzij Christus op al die miljarden planeten ook geboren en gekruisigd is, of nog geboren en gekruisigd gaat worden. Is het vreemd dat het mij inmiddels gaat duizelen? Ik zou willen dat Teilhard de Chardin nog leefde om daar zijn gedachten eens over te laten gaan.


     Het is wel duidelijk dat toen ik dat stuk schreef, ik nog steeds in die kerk geloofde en dus nog geen enkel besef had van de tegenstrijdigheid in mijn leefwereld van de intrinsieke onmogelijkheid dat een aardse godsdienst volledig van kracht kon zijn onder niet aardse reflexieve bewustzijns. Als het je interesseert, neem dan eens een kijkje op mijn website: www.de-beijer.aw waar meerdere verhandelingen over buitenaards leven zijn opgenomen, die ik eigenlijk eens zou moeten herschrijven en bundelen en uitgeven, hoewel veel van de stellingen daarin helaas achterhaald zijn. Onze begrippenwereld is nu eenmaal gebonden aan de tijd waarin we leven. Als men mij, in de jaren vijftig had verteld dat over vijftig zestig jaar zelfs kinderen zouden rondlopen met een complete computer in miniformaat, die ze 'smartphone' zouden noemen waarmee ze onder andere over de hele wereld konden telefoneren, zonder dat het ook maar één cent kostte, had ik ze waarschijnlijk voor gek verklaard.


     Maar, zo bedenk ik nu, mijn begripswereld gaat al heel lang uit van de evolutie van het leven, iets wat nog steeds door vele christenen, inclusief vele katholieken, wordt afgewezen, want de mens is door God geschapen, “naar Zijn beeld en gelijkenis”. Tijdens zijn leven werden de theorieën van Pierre Teilhard de Chardin, door zijn eigen Jezuïtische medebroeders en oversten nog zo fel verworpen dat hij ze niet mocht publiceren. En dan hebben we het dus over de eerste helft van de twintigste eeuw, toen ook dominee Geelkerken, in 1926, uit de gereformeerde kerk werd gezet omdat hij het had bestaan om de slang in het aards paradijs een symbool te noemen. En laten we ons niets wijsmaken, want het grootste deel van het Christendom, inclusief in de katholieke kerk, en het Judaïsme en de Islam aanvaardt het boek Genesis van de Bijbel nog steeds als een soort natuurhistorie! Dat doet me denken aan die twee heren die zich druk maakten over alle elende in de wereld.“Maar ja.” zei de ene heer. “Wat wil je? De hele wereld is in niet meer dan zes dagen geschapen, dus wat kun je dan verwachten!


     Overigens is het idee van de GodMens al vanaf het begin van het Christendom een kwestie van grote twijfel, evenals natuurlijk de “moeder Gods”. Er ontstonden zelfs schisma 's door. Ook vandaag de dag zijn er meerdere theologen, vooral bij niet-katholieke christenen, die het Godzijn van Christus niet slechts in twijfel trekken, maar zelfs verwerpen. Voor vrijwel alle christenen is dat een absoluut onaanvaardbare ketterij. Gelukkig echter, worden de ketters niet meer verbrand, anders zou de halve christelijke wereld voortdurend in brand staan, want er zij maar heel weinig kerken en sekten die de 'waarheid' van de anderen niet agressief verwerpen. Het heeft zelfs in de geschiedenis menig maal tot godsdienstoorlogen geleid en menige mysticus is op de brandstapel beland door God en Mens te vereenzelvigen.


     Ik heb geprobeerd het probleem der godsdiensten op alle buitenaardse werelden - die er in de miljarden moeten zijn - aan te palen bij een Filippijnse priester vriend van ons, die zeer intelligent is, maar hij ontweek al mijn stellingen. Net als bij die Capucijner monnik, bleef Christus voor hem centraal staan. En dus ging hij onbewust uit van de overtuiging van vermoedelijk het hele christendom, dat een persoonlijke God de arde tot middelpunt van het heelal heeft gemaakt, van anthropocentrisme dus, waarmee alle andere vormen van theïsme - panthe ïsme, Polytheïsme, henotheïsme, animisme en wat dies meer zij - eenvoudig onbespreekbaar zijn. Hij verwierp met klem de ideeën van de indertijd zo populaire cosmoloog Carl Sagan, die nog geen enkel bewijs had van het werkelijke bestaan van exo-planeten, maar er wel met vuur en vlam over kon oreren. En die prachtige en volkomen logische oraties verwierp hij als anti-christelijk. Vreemd genoeg blijft de hele christenheid en alle andere godsdiensten vasthouden aan anthropocentrisme in weerwil van alle astronomische ontdekkingen, die Carl Sagan al voorspelde. Wij zijn het middelpunt van Gods schepping, met als doel de eeuwige gelukzaligheid in een hemel van uitsluitend menselijke zielen, die aan het einde der tijden ook lichamelijk zullen herrijzen. Ik ben bang dat dat vooruitzicht bij mij al behoorlijk aan het wankelen is, al blijf ik er ondanks al mijn twijfels naar hunkeren. Ik herinner mij mijn stomme verbazing, toen iemand eens poneerde dat hij niet begreep dat de Kerk crematie had geaccepteerd, want hoe konden de lichamen nu verijzen als ze tot as verbrand waren. En toen ik dat aanhoorde, mocht ik niet lachen, waar ik grote moeite mee had. En het was een katholiek familielid die die vraag opwierp.


     In ieder geval mogen we, op grond van de christelijke leer concluderen dat hemel en hel uitsluitend bevolkt worden door de zielen van aardse mensen , als gevolg waarvan alle andere miljarden reflexief bewuste wezens hun eigen hemel en hel moeten hebben. Kan iemand mij nog helpen uit dit dilemma te komen? De meeste godsdienstige overtuigingen en vooral sekten gaan er trouwens van uit dat uitsluitend hun volgelingen de hemelse zaligheid zullen verkrijgen, zodat alle anderen - de overgrote meerderheid van het mensdom door God de verdoemenis in wordt gejaagd. Hoe mensen - en er zijn er nogal wat - in zo'n afgrijselijke potentaat van een God kunnen geloven is mij een volslagen raadsel. Toch is ook 'mijn' katholieke kerk van oorsprong een anti-democratische instelling die van alle leden gehoorzaamheid eist en aanvaarding van al haar dogma's en geboden, op straffe van ex-communicatie.


     Ik herinner mij het geval van een familielid die terminale kanker had en overwoog om euthanasie te vragen. Daarop reageerde een ander, nog vrij jong familielid met “dan wordt hij ge-excommuniceerde!” Waarop mijn reactie was: 'dat zal hem een rotzorg wezen.' En dat viel natuurlijk niet in goede aarde, want ex-communicatie betekent voor de overtuigde katholiek de verdoemenis! En die verdoemenis blijft voor de meerderheid der christenen in ieder geval toebedeeld aan zelfmoordenaars, waartoe ook mensen behoren die euthanasie vragen en de uitvoerders ervan gaan mee naar de hel, want zij zijn moordenaars, evenals abortusplegers en vragers. De kerken zullen zich toch eens moeten bezinnen over de waarde van zinloos leven en lijden. Een dier dat ernstig lijdt verlossen we daar van met een spuitje en noemen het 'inslapen'. Een mens moet creperen, tot het uiterste, want dat is de wil van God! Vindt iemand het vreemd dat ik dat soort wil van God te enen male verwerp?


     Het zal wel tot ver in de toekomst duren Dat het anthropocentrisme voor alle godsdiensten, sekten en agnosten de belangrijkste zij het onbewuste overtuiging blijft. Mogelijk lukt het in de verre toekomst met behulp van de quantum verstrengeling, of een nog te ontdekken natuurwet, om tijdloos contact te leggen met andere reflexief bewust wezens, die dan wel volslagen toevallig op min of meer eenzelfde peil van ontwikkeling moeten zijn als wij, iets wat vrijwel uitgesloten is, behalve voor scienjce-fiction schrijvers. Daarmee zou het anthropocentrisme de genadeklap krijgen. Maar dit is toekomstmuziek, die vermoedelijk ook nooit zal plaatsvinden, aangezien ruimte en tijd miljoenen dimensies hebben. En misschien is de aarde wel de verst gevorderde in de evolutie die tot de mens heeft geleid hoewel dat in ons huidige perspectief zeer onwaarschijnlijk is, aangezien we met onze moderne astronomische kennis tot miljarden jaren in het verleden kunnen kijken. Maar, zo bedenk ik mij, dat kunnen eventuele reflexief bewuste wezens op andere planeten evenzeer. Stel dat er op dit moment EEN ASTRONOOM op een planeet in een zonnestelsel in de Andromeda nevel de aarde als exoplaneet ontdekt, dan is dat wel de aarde van meer dan twee miljoen jaar geleden, toen de prehomininen, zoals Teilhard de Chardin dat heeft genoemd, oftewel de Australopithecus en de eerste homo erectus in Afrika leefden, en toen de 'homo sapiens' nog minstens een miljoen jaar op zich liet wachten. En als hij gedacht had dat er wellicht radiosignalen van die verre exoplaneet konden komen kwam hij zwaar teleurgesteld uit, want die zouden nog minstens twee en een halfmiljoen jaar op zich laten wachten. Dus nogmaals, hoe onnozel is het zoeken naar radiosignalen uit de kosmos! En nog onnozeler het zenden van radiografische signalen naar andere planetenstelsels als Trppist-1 op 38 lichtjaar van ons verwijderd. Het meest onvoorstelbare daarbij is dat het wetenschappelijk hoogontwikkelde mensen zijn die zich daarmee bezig houden.


terug naar hoofdmenu.


III


     Ondanks al deze overwegingen kan ik het geloof toch nog steeds niet van mij afzetten, maar mijn geloof verwerpt wel de sprookjes en fabeltjes van het oude testament. Een groot deel van het Oude Testament bestaat uit fantasie verhalen en sprookjes, die door velen nog als letterlijke geschiedenis worden opgevat. Het mooie scheppingsverhaal met Adam en Eva is voor vele fundamentalistische christenen - waaronder ook veel eenvoudige katholieke gelovigen - tot op de dag van vandaag nog een historische waarheid, zoals ik al eerder heb geconstateerd. Zo vraag je je af hoe iemand er echt van overtuigd kan zijn dat, bijvoorbeeld de vrouw van Lot bij de vlucht uit Sodoma in een zoutpilaar veranderde omdat ze tegen het gebod in toch had omgekeken. Het grappige is echter dat het slot van dit verhaal nooit in de Kerk wordt voorgelezen. Lot en zijn twee dochters, die hij al aan de homoseksuelen van Sodoma had aangeboden, brachten namelijk de nacht door in een grot, waar de beide dames hun vader stomdronken voerden om seks met hem te kunnen hebben. Dat moet met voorbedachten rade zijn geweest, want waar haalden ze anders al die alcohol vandaan. En dat relaas wordt wijselijk weggelaten voor de 'beminde gelovigen', want je kunt in de kerk toch moeilijk porno verspreiden, ook al is het bijbels. Ik zie die meiden al bezig, uit woede dat de mannen in hun woonplaats hen niet moesten!


     De verhalen over Sodoma en Gomorra zijn tot op de dag van vandaag de oorzaak van de homofobie in de joodse, christelijke en moslim wereld en zijn uiteraard pure fantasie met als doel de homoseksualiteit te veroordelen. Want het leven in die twee steden was zo verderfelijk (= homoseksueel!) dat de toenmalige God ze vernietigde. Wie dus ook dit verhaal voor waar aanneemt - en dat doen alle fundamentalisten, ook binnen de katholieke kerk - kan niet anders dan homoseksualiteit afwijzen, want dat was Gods wil! En omdat het Gods wil was, is het nog steeds Zijn wil, want Zijn wil is onveranderlijk. En bijgevolg zijn het Christendom, het Judaïsme en de islam sterk homofoob, althans wat betreft homoseksueel gedrag. Dat een afwijkende aard eenvoudig het gevolg is van het kansspel van de natuur, dat is een feit dat niet past in het fundamentalisme, want het betekent aanvaarding van de evolutie van het leven en dat is, voor de meeste religies nog verwerpelijk. Dat men daarmee ook andere anomalieën in de natuur zou moeten afwijzen, zoals allerlei handicaps past niet in de gedachtenwereld en religieuse overtuigingen van de meeste godsdiensten, want al wat gebeurt, is immers de wil van God. Maar dat dat ook van toepassing is op homoseksualiteit en alle anders-geaardheid verwerpt men eenvoudig zonder te beseffen dat dat in strijd is met de eigen overtuiging dat alles de wil van God is ook al is het in strijd met de leer van Christus als 'hebt Uw nasten lief zoals Uzelf'. Die anders-geaarden zijn dus niet onze naasten en dus maakt God een uitzondering op Zijn eigen geboden. Gek, dat ik daar zelf ook ingetrapt ben geweest!


     Overigens, in het verhaal over Sodom en Gomorra en ook elders in de Bijbel, gaat het uitsluitend over “homosexuelen” dat wil zeggen: mannelijke afwijking van wat men normaal vindt, niet over lesbiënnes, noch over trans-sexuelen, noch over geslachtslozen en wat dies meer zij.


     Wat bijbelse sprookjes en fabeltjes betreft, herinner ik mij een gesprek met een blind Spaanstalig meisje dat bij mij op les was voor Nederlands, waar we het op een gegeven ogenblik ook kregen over het verhaal van Jonas in de walvis. Ik verklaarde dat als een symbolisch verhaal om aan te geven dat God iemand onder druk kon zetten om Zijn opdracht uit te voeren. Toen ze de volgende keer terugkwam, zei ze dat de predikant van haar 'kerk' had gezegd dat het verhaal echt waar was en niet symbolisch. Op mijn vraag hoe een walvis daar helemaal in Ninivee kon zijn terechtgekomen, en hoe hij zijn baleinen had verloren om een complete mens op te happen, had ze geen antwoord, maar toch had de predikant gelijk en niet ik. Er zijn natuurlijk wel walvissensoorten die geen baleinen hebben en een bek die groot genoeg is om een heel mens naar binnen te slikken, maar dat weerlegt niet de symboliek van het verhaal.


     Zelfs in de evangeliën zijn nogal wat fabeltjes opgenomen, zoals de ster van bethlehem, de wijzen uit het oosten, de moord op alle onnozele kinderen in bethlehem, de verleiding van Christus door de duivel aan het eind van zijn veertigdaagse vasten, het neerdalen van een duif bij de doop van Christus door Johannes de Doper en de gedaanteverwisseling op de berg Tabor, om er maar enkele te noemen. Het hele kerstverhaal zelf is natuurlijk al een sprookje, want de geboortedatum van Christus is nog steeds volledig onbekend. De meest aangenomen schatting is dat die datum ongeveer zeven jaar voor onze jaartelling ligt. Maar goed beschouwd is ook dat een sprookjesveronderstelling, want er is geen enkel bewijs voor te vinden. De hele viering is gebaseerd op het evangelie van Lucas, want behalve hij verwijst alleen Matheus ook naar de geboorte van Christus maar rept niet over een volksstemming en ook niet over een geboorte in een stal.


     Vooral echter het feit dat de kerk het romeinse Solis Invicti feest (het feest van de onoverwinnelijke zon) op 25 december aangreep om dat te kerst enen door er de geboortedatum van Christus van te maken, is een duidelijke indicatie dat de toenmalige kerk uitsluitend een datum koos om een heidens feest te vervangen door er een Christelijke feestdag van te maken, zonder de pretentie dat die datum inderdaad de geboorte van Christus was. Intussen werd het wel een lekker sentimenteel verhaal, nog versterkt doordat het in de winter viel. Dat er tot op heden miljoenen kinderen op veel erbarmelijker wijze geboren worden dan Christus in het kerstverhaal, ontgaat de meeste gelovigen geheel. Bovendien is het volslagen onbekend in welk jaar en welk jaargetijde Christus geboren is. De Romeinse archieven zijn kennelijk zo slordig dat niemand ooit heeft weten te achterhalen wanneer die zogenaamde volkstelling van Keizer Augustus plaatshad, als zij ooit plaatsvond. Waarschijnlijk nooit, want gezien de verschillen van het kerstverhaal tussen de evangeliën is het wel duidelijk dat de evangelist Lucas aardig aan het fantaseren is geweest. En die fantasieën worden tot op de dag van vandaag voor waar gebeurd aangenomen, ondersteund door de commercie, die er telkenjare een fikse slag door kan slaan. Daarom heb ik een hekel aan het kerstfeest, dat verworden is tot een nietszeggend sentimenteel gedoe, waar de meeste kerken ook nog een kinderlijke pantomime van maken die met religieuse diepgang helemaal niks meer te maken heeft, vooral nu ook Santa Claus overal de kop opsteekt. Voor de kerk was van oudsher Pasen het 'hoogfeest', terwijl de geboorte van Christus niet eens gevierd werd voor de kerk het Solis Invicti feest ervoor aangreep.


     menigmaal heb ik mij al ge ërgerd tijdens het bijwonen van de nachtmis voor Pasen, omdat er dan maar liefst vijf tot zeven van die Oudtestamentische sprookjes en gruwelverhalen weer worden opgedist, zoals het krankzinnige verhaal van de exodus uit egypte. Waarom een moderne kerk zich in die onzin blijft vastbijten is mij een volkomen raadsel. niemand kan mij wijsmaken dat mensen met een gezond verstand kunnen aannemen dat dit waanzinnige verhaal op waarheid berust. en toch zijn er grot joodse en christelijke groepperingen en sekten die heilig geloeven in de meest onwaarschijnlijke verhalen uit de Bijbel. zij geloven dus in een God, die zo wreed is dat hij alle eerstgeborenen van dieren en mensen in Egypte in één nacht om het leven bracht om het kleine groepje israelieten de kans te geven te vluchten. hij was daarbij blijkbaar niet alwetend, want de israelieten moesten wel hun deurposten met lamsbloed besmeren om te voorkomen dat hij ook bij hen zou binnenkomen. Maar die God leidde 'Zijn volk&āpos;wel naar Israel, waar Hij maar liefst veertig jaar over deed, terwijl de afstand makkelijk in minder dan een week had kunnen worden afgelegd.


     Het grappige is eigenlijk dat menige overtuigde Christen ook nog naar rationele oorzaken gaat zoeken voor Bijbelse fabeltjes, zoals de vlucht van de Joden uit Egypte door een zeedoorgang die door Mozes werd opgeroepen en het lopen van Jezus over water en voor de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging. Het geloof zit zo diep ingebakken dat het verlangen naar rationaliteit gaat zoeken naar mogelijke natuurlijke verklaringen in plaats van de verhaaltjes in twijfel te trekken. Zelfs in discussiegroepen over Godsdienst en filosofie op het internet ben ik dat soort verklaringen tegengekomen. Het is gelukkig al geruime tijd geleden dat ik daaraan meedeed, want veel van de 'postings' waren nogal onnozel, om niet te zeggen kinderlijk. Maar laten we het nou maar eens eerlijk zeggen: hoe je het ook wendt of keert, kinderlijkheid is essentiëel voor godsdienstige overtuigingen.


     Trouwens, ten tijde van het bijbelse verhaal regeerde de Egyptische Farao het hele gebied van Syrië en Libanon tot Egypte zelf, en konden de Israëli dus niet aan de Egyptenaren ontsnappen, want die bezetten het hele gebied waar ze, volgens het Exodusverhaal doorheen trokken. En dus wordt ook bij mijn weten nergens in de welbekende geschiedenis van egypte gerept over israelische slaven; noch over een plaag waarbij alle eerstgeborenen op één dag omkwamen; noch over een prinses die Mozes in een mandje in de rivier vond. Dat doet me denken aan die Rabbi die aan de kinderen vroeg:

Wie was Mozes?” waarop Brammetje antwoordde:

de zoon van een Egyptische prinses.

Nee,” zei de Rabbi verbolgen: “die prinses vond hem in een mandje in de rivier.

ja, ” zei Bram, “zulke smoesjes verzinnen die meiden allemaal.

En de Rabbi bedacht toen dat Brammetje misschien nog gelijk had ook.


     In veel oudtestamentische verhalen is God een wrede potentaat. Betweter eerste klas Karel van 't Reve zei het ooit zo: God is als Idi Amin (de toenmalige wrede dictator van Oeganda). Hij moet boven alles vereerd worden terwijl hij de ene na de andere ramp over zijn volk brengt. Het is leuk bedacht, maar is kletskoek dat niet getuigt van enig respekt voor de Godsdienstige overtuigingen van de overgrote meerderheid van de mensheid. Trouwens respekt voor andermans overtuigingen was niet het sterkste pun van Karel van 't Reve getuige ook zijn in één adem noemen van een eminent geleerde als Teilhard de Chardin en de godsdienst waanzinnige Lou de Palingboer. Niettemin is ook voor mij God een dilemma dat ik al vele jaren wegstop in het agnostische deel van mijn verstand. Karel van 't Reve en velen met hem verwerpen daarom het idee van het bestaan van een God. Want, als hij wel bestaat is Hij ook de Schepper van het Al en daarmee dus ook de schepper van alle ellenbe en kwaad. Waarom liet Hij het toe dat de natuur zoiets teweeg bracht als de malaria muskiet, het Spaanse griepvirus, het coronavirus, de pest, de cholera,alle natuurrampen en oorlogen en ga zo maar door. Ik heb er geen antwoord op, dan alleen dat ik heel goed kan begrijpen waarom zovelen God verwerpen, terwijl het voor mij ronduit onbegrijpelijk is dat miljoenen anderen het zien als de straffende hand van God, om de mensheid in het gareel te krijgen. Dat is Hem dus kennelijk in het hele bestaan van de mensheid, zelfs ondanks de zondvloed nog niet gelukt. Neem mij niet kwalijk dat ik me nogal sarcastisch uitdruk.


     God is echtder met name in het christendom veranderd in 'onze Vader', waarbij Hij voor de 'beminde gelovigen' een soort Sinterklaas is, met koek en roede. “God lone U!” “God zal hem straffen!” want, pas maar op: “God ziet alles!”. of in het Papiaments: “ei ariba tin un!” (= Daarboven is iemand (die ziet wat jij doet)!) En die God daar boven ziet niet alleen alles, Hij bemoeit zich ook met alles. In het Papiaments vliegt 'papa Dios' je om de oren. Hij straft en beloont er op los en je moet niet wagen dat in twijfel te trekken. “Papa Dios no ta drumi!” (= God slaapt niet). En dat slaat niet op onszelf, maar natuurlijk op de ander! Want God ziet alles wat jij doet en zal jou daarvoor straffen. Jijzelf wordt uiteraard nooit slachtoffer van de straffende hand van God.


     Onze politici zijn er grootmeesters in om God met de haren overal bij te slepen, vooral bij al hun politieke behoeften. Daar zou de staatkundig gereformeerde partij in Nederland nog iets van kunnen leren. Maar ik heb zo'n vermoeden dat die streng gereformeerden het gedweep met God voor politieke doeleinden met kracht verwerpen, want bij hen geldt het gebod: “Gij zult de naam van God niet ijdel gebruiken”. En dat gebod is op Aruba blijkbaar volledig onbekend.


     Betico Croes trachtte zijn 'zending' overtuigend te maken met het herhaald uitroepen van de kreet “Vox populi, vox Dei”, een gezegde dat van oorsprong stamt uit een brief aan Karel de Grote door de monnik Alduin van York, die hen daarmee aan zijn verstand probeerde te brengen dat hij meer naar het volk moest luisteren, in plaats van ijzereheinig zijn wil door te drijven. Overigens hing Betico Croes de uispraak snel aan de wilgen, toen hij in 1985 de verkiezingen verloor.


     God voor je privé karretje spannen is niet slechts een Arubaanse gewoonte. In de Verenigde Staten is men er grootmeester in. “This nation is the greatest religious nation on earth.” verklaarde de toenmalige presidentskandidaat Dukakis in 1988. Ik ben er niet rouwig om dat hij die verkiezingen verloor en dat niet alleen vanwege de geciteerde uitspraak. Hij bestond het ook heel stuntelig te reageren op de oerdomme vraag van de CNN moderator of hij ook tegen de doodstraf zou zijn als zijn vrouw verkracht en vermoord zou worden. Het enige zinvolle antwoord daarop was geweest: “Dat is een domme vraag, want je vraagt niet aan een slachtoffer om recht te spreken over degene die hem een misdaad heeft aangedaan.” Maar daar kwam hij niet op. Hij hakkelde nogal onbenullig over de mogelijkheid van onterecht opgelegde straffen, in plaats van zijn religieuse uitspraak door te trekken met 'Gij zult niet doden'.


     Boven menige overlijdensannonce in het Papiaments staat “Conforme cu voluntad di Dios” want men is er heilig van overtuigd dat het God is die bepaalt wanneer iemand sterft. Ook in Nederland kan men lezen: “God heeft gegeven, God heeft genomen.” Als ik dan soms waag te zeggen: “dus God is een moordenaar” kijkt men mij aan alsof ze het in Keulen horen donderen. Bij wijlen, als ik vermoed dat de betrokkene het zal begrijpen reageer ik wel eens bij een condoléance op het antwoord “Es cu Dios ke” (zo wil God het) “Dios no ke morto di ningun hende.” (God wil van niemand de dood). Meestal moet ik dan nog uitleggen dat 'willen' en 'weten' niet hetzelfde is. Maar hoe je het ook probeert te bestrijden, het zit zo vast ingebakken in de cultuur van het eiland dat er geen strijd tegen is opgewassen. “Dios ta grandi!”, nietwaar; en dus staat Hij aan het begin en einde van alles wat gebeurt. Dat vinden ook de Moslims: “Al-Lah u akhbar!” En waag het niet te zeggen dat een baby geboren uit verkrachting of pure sexverslaving dus ook “door God is gegeven.”; Hoe durf je! En toch: “Tur kos ta boluntat di Dios, no!”; - alles is de wil van God, nietwaar, dus ook die ongewenste baby? Dat zijn vragen die je niet mag stellen, want er is, voor een diepgelovig mens geen antwoord op. Gods wegen zijn immers wonderbaarlijk! En God bepaalt: 'Gij zult niet doden!' Maar Hijzelf doet het dus wel, dag in, dag uit.


     Ook in Portugal met zijn fatalistische 'saudade', het nostalgisch verlangen naar iets wat men kwijt is, is daarom “se Deus quiser”; = " (Als God het wil,) niet van de lucht. “Als God het wil schijnt morgen de zon.<”; en “als God het wil regent het morgen!”; en “als God het wil hebben we morgen iets te eten.”; en “als God het wil moeten we morgen honger lijden.”; Ook in het Papiaments kun je om de haverklap horen: “ku Dios ke.”; en “Te mañan, ku Dios ke!”;= Tot morgen, als God het wil! In het Arabisch zelfs onder de terroristen klinkt voortdurend: “insj al-Lah!”; - Als God het wil.


     Onder de Papiamentssprekende bevolking zou het vloeken in de kerk zijn te zeggen “Ik kom morgen, ijs en weder dienende.”;. want Gods wil is onveranderlijk en alom tegenwoordig, vooral ook bij politici, zoals ik al eerder heb opgemerkt, maar die zetten gods wil wel graag naar hun eigen hand, als ze elkaar - bijvoorbeeld in de Staten - voor rotte vis uitmaken. Het ontslag uit voorlopige hechtenis van een ex-minister, kwam natuurlijk door tussenkomst van 'papa Dios', ook al was het slechts om zijn rechtzaak in vrijheid af te wachten. Papa Dios had echt met hem t doen; per slot van rekening had hij alle corruptie uit liefde voor vriendjes gepleegd!


     En toch is ook in landen als Nederland de onbewuste of onderbewuste overtuiging onder alle gelovigen dat God aan de basis staat van alles wat gebeurt, niet slechts door het te weten, maar juist door het te willen. Dus ook alle rampspoed die ons overkomt! Ik heb dat meerdere malen moeten ervaren nadat ik blind was geworden en toch een positieve levenshouding bleek te hebben. Dan was de suggestie dat het geloof mij de kracht daartoe gaf. Ik heb daar een tijdlang mee geworsteld, maar concludeerde uiteindelijk dat ik mij, zonder mijn geloof, volgens de wereld meelijwekkend moest wanen. In een tafeltoespraak voor de Rotary Club van Aruba heb ik het zo gesteld: “De veronderstelling is dus dat de opgelopen handicap mij ongelukkig heeft gemaakt en dat ik daarom, alleen door het geloof in de eeuwige gelukzaligheid het ongeluk heb kunnen aanvaarden. Welnu, dat is een sofisme 'pur sang'. Een zeer diepgelovige Evangelische Duitser, in Bad Nauheim,in Hessen, waar wij op vakantie waren bij vrienden die ook Evangelisch Luthers waren, kwam daar ook mee aan: “ Ihren Glaube hat ihnen die Kraft gegeven.”;Hij ging dus, zoals zovelen ervan uit dat ik zonder mijn geloof mijzelf een beklagenswaardig wezen zou hebben gevoeld. Ik was even stil want mijn Duits was nogal verwaterd na het zoveel jaren niet meer gesproken te hebben - onze vrienden daar spraken namelijk Nederlands omdat ze in Suriname hadden gewerkt. Ik was vermoedelijk het eerste 'beklagenswaardig wezen' met wie hij geconfronteerd werd. in mijn gehegen met moeite naar Duits gravend, probeerde ik hem te overtuigen dat die veronderstelling uitgaat van de gedachte dat mijn leven zwaarder was dan het zijne. Ik hoop dat ik hem aan zijn verstand heb gebracht, dat mijn handicap misschien wel minder zwaar was dan wat hijzelf in zijn leven ervoer, want dat is niet , zoals mijn blindheid, opvallend zichtbaar. Volgens mij was hij zeer teleurgesteld dat ik het belang van het geloof minimaliseerde. Het hield namelijk in dat ik mijzelf dus niet beklagenswaard vond en dat was blijkbaar voor hem ondenkbaar.


     Helaas was mijn Duits ontoereikend om hem voor te houden dat menige diep-gelovige juist in opstand komt tegen God, omdat die niet heeft voorkomen dat dit 'noodlot' hem of haar is overkomen. Ik HEB EENS GEHYOORD VAN een geval van een jonge vrouw die alle revalidatie weigerde omdat ze ieder jaar naar Lourdes ging om in een wonder daar haar gezichtsvermogen terug te krijgen. Dat hield ze acht jaar vol uiteraard zonder resultaat. Anderen hangen hun geloof aan God aan de wilgen, omdat ze een God die hun dit aandoet verwerpen, wat beslist niet onbegrijpelijk is. Nota bene een priester in Amsterdam reageerde kort nadat ik blind was geworden met de geschrokken opmerking: “Maar daar zou je toch zelfmoord van plegen!”; Met andere woorden, ook voor hem als katholiek priester, was de aanvaarding van het lot - lees 'noodlot' - ondenkbaar. Het had mij toch tot een beklagenswaardig wezen gemaakt! En dan te bedenken dat ik later in mijn leven eens heb verwezen naar het 'amor fati' - de liefde voor het noodlot, van Nietsch - omdat ik, dankzij mijn blindheid ervaringen heb gehad, die ik niet graag gemist zou hebben.


     Toen eens iemand mij vroeg of ik mij wel eens had afgevraagd waarom mij dit was overkomen antwoordde ik, zonder aarzelen, “Nee, want er bestaat geen 'waarom'”;. Het ligt besloten in het kansspel van de natuur en dus ook in dat van de evolutie dat er anomalieën voorkomen, zowel naar de ene kant als naar de andere. En daar tegen in opstand komen is pure onzin, niet alleen omdat dat ook je leven vergalt. Maar staat God dan niet aan de basis van dat hele kansspel van de natuur? Jawel, dat kan ik nog steeds niet helemaal bewust van mij afzetten, maar ik neem dan maar aan dat “hij zag dat het goed was”;, al heb ik daar wel steeds meer twijfels over!


     In mijn toespraak op het symposium over blinde peuters op Aruba in mei 1983 onder de titel “The most Persistent Lie on Earth”; Heb ik gepoogd duidelijk te maken dat het juist de negatieve ervaringen van velen zijn geweest die de sociale betrokkenheid van grote delen van de mensheid hebben veroorzaakt, door empathie op te wekken. De hele sociale ontwikkeling is veroorzaakt door ons, blinden en slechtzienden en andere gehandicapten en zieken, vooral de (visueel) gehandicapt kinderen heb ik daar gezegd. Na afloop kwamen twee Amerikaanse blinde dames naar mij toe en zeiden “U hebt namens God gesproken.”;. Helaas kon ik er niet om lachen want dat zouden ze niet begrepen hebben. Ik bestreed namelijk de praktijk van veel instellingen van gezondheidszorg om tot abortus te adviseren bij het vaststellen van een ernstige handicap bij het ongeboren kind, waarbij ik echter niet abortus 'an sich ' veroordeelde. De hele tekst van mijn toespraak daar staat op mijn website:www.de-beijer.aw/English/The most persistent Lie on Earth. Dat sloeg op het Latijnse spreekwoord: “Mens sana in corpore sano”;, dat ik met klem bestreed. Het bezwaar daartegen, waar onder anderen de toen befaamde en beroemde Lilie Nielson uit Denemarken mij mee confronteerde, dat een handicap geen 'ongezond lichaam' hoeft te zijn heb ik verworpen met de stelling dat de goegemeente een handicap wel degelijk als iets 'ongezonds' beschouwt terwijl de handicap vaak ook het gevolg is van een ziekte of kwaal.


     Ik vraag mij ook nog steeds in gemoede af, waarom ik God dank moet zeggen voor de maaltijd die ik eet terwijl Hij niet voorkomt dat miljoenen mensen sterven van honger. En toch kan ik het niet laten! En waarom zou een wonder bij de een wel genezing brengen en bij de ander niet? Ik kom er dan ook niet onderuit te geloven in psychische verklaringen voor wonderen in plaats van ingrijpen van boven. Ik zal pas in wonderen geloven als iemand die een been verloren heeft een nieuw been krijgt door een wonder.


     Een aantal jaren geleden zaten mijn vrouw en ik op Curaçao eens aan tafel met twee Colombiaanse priesters, waarvan er een een ernstige hartkwaal had. Hij vroeg mij of ik wel eens bad om mijn gezichtsvermogen terug te krijgen, waarop ik ogenblikkelijk antwoordde: “Nee, want ik zou niet weten hoe ik verder moest leven als God ingreep in mijn persoonlijke leven met een fysiek onmogelijke genezing.”; - in het Spaans natuurlijk. Hij bleef even stil , en zei toen: “Ni yo tampoco.”; (= Ik ook niet.)


Een ander voorval dat mij te binnen schiet was toen wij in Houston een kerk verlieten en de pastoor, die in de ingang afscheid nam van alle kerkgangers, tegen mij zei: “Pray to Saint Lucy.”; Ik was op dat moment te verbouwereerd om te antwoorden. Het antwoord kwam pas toen we al buiten waren, namelijk “Why? I don't want to get my sight back!”;


     Maar ja, het was toen te laat. Ik wist niet eens wie Saint Lucy was. Later, na een vluchtige blik in de Wikipedia bleken er meerderen te hebben bestaan, maar de oudste wordt geassocieerd met blindheid, vermoedelijk vanwege de naam die in het Latijn “Lucia” moet zijn geweest. en omdat dat “licht” betekent veronderstellen sommigen dus dat zij iets met blindheid te maken had. Want hoe ik het ook bestrijd, zoals in een toespraak in Puerto Rico met de bondige formulering: “the absence of sight is not the same as the absence of light”, de veronderstelling vooral onder zienden is dat blinden in duisternis leven.


     Bovendien was de 'goede raad' van de goede man niets anders dan een bewijs dat hij mij als meelijwekkend benaderde, iets wat mij en andere gehandicapten uiteraard veelvuldig overkomt. Ik wil maar zeggen: het christelijk geloof - en vermoedelijk ook alle andere religies - hangt aan elkaar van uiteraard verzonnen fantasie-ideeën en daar begin ik zo'n beetje aardig mijn buik van vol te krijgen.


     Neem de Heilige Filomena verering op Aruba. Ieder jaar op haar naamdag is het in Paradera, waar de parochiekerk aan haar is toegewijd, groot feest, met processies en al. Een van de pastoors ervan reisde regelmatig - vrijwel zeker op kosten van de parochie - naar Italië om haar bedevaartplaats te bezoeken waar een of andere bisschop de devotie tot Santa Filomena te vuur en te zwaard promoveerde. Toch lekker zo'n vakantie op kosten van de parochianen! En dan te bedenken dat het al jaren geleden is dat de Heilige Filomena door het Vaticaan van de heiligenlijst is geschrapt, omdat het hele verhaal er omheen zou berusten op een foutieve interpretatie van een grafschrift. Niettemin is er een hele hagiografie over haar uitgebracht, zelfs in het Papiaments door pastoor Tony Peralta, op basis van volksverhalen uit de middeleeuwen. Toen pastoor Nico Pasadilla eens aan bisschop Willem Ellis voorstelde de naam van de parochie te veranderen weigerde hij dat resoluut. Want de kerk was aan Filomena toegewijd als smeekbede dat Aruba gespaard zou blijven van het oorlogsgeweld. En Aruba bleef gespaard! Dus ..... Wat Filomena daarmee te maken had, moet je mij niet vragen. Het zou wel een beetje te veel gevraagd zijn geweest van de Duitse strijdkrachten om een hele vloot naar Aruba te sturen en de Duitse vliegtuigen konden dat soort afstanden nog bij lange na niet halen. Een enkele U-boot haalde het wel, maar mislukte naar verluidt in zijn missie, hoewel hij wel enkele doden op zijn geweten had bij de mannen die een bij de Shell op de Eagle afgeschoten torpedo omkwamen bij de poging hem te demonteren. Nou ja, zo zie je hoe onnozel ook een bisschop kan zijn, wat achteraf gezien niet zo verbazingwekkend is. En hij was vermoedelijk niet de enige, als je het mij vraagt. Kijk naar sommige Amerikaanse bisschoppen die hebben verklaard dat president Joe Biden - praktiserend katholiek - de communie moet worden geweigerd omdat hij zich niet verzet tegen de pro-abortus wetten. Met andere woorden, zij strijden nog steeds ten faveure van een theocratie, maar dan wel een katholieke.


     En dus: de “ware”;kerk, buiten welke geen heil bestaat, want haar leer is de enige waarheid, eist van mij te geloven in sprookjes! Bij voorbeeld ook in de sprookjes van relequieën. Tot mijn stomme verbazing las ik in de NRC van 2 december 2021 een uitvoerig verslag van de overdracht van een relequie van de heilige Nicolaas aan de Amsterdamse kerk toegewijd aan Sint Nicolaas. En dat relequie bestond uit een stukje bot van het lichaam van Sint Nicolaas. Moet ik daar in geloven? Welnu, dat weiger ik en ik erger mij te pletter aan zulke onzin maar heb er moeite mee die kerk de rug toe te keren, want zij vormt nu eenmaal mijn ouderlijk huis. En met je ouderlijk huis kun je veel oneens zijn geworden in de loop der tijd, maar je keert je er niet snel helemaal van af.


     Trouwens, die leerstelling dat buiten de Katholieke Kerk geen heil bestaat is precies dezelfde overtuiging als die van de Moslims en van alle sekten. Met andere woorden, het geloof in een onbarmhartige God, die iedereen verdoemd die niet in zijn kerk gelooft! Maar zoals gezegd, leert die kerk ons ook dat wie te goeder trouw dwaalt ook zaligheid kan verwerven. En die overtuiging leeft bij mijn weten in geen enkele andere godsdienst en absoluut niet bij de Islam en in de ontelbare christelijke sekten.


     We kunnen ook opmerken dat als we het over sekten hebben we meestal voorbijgaan aan het feit dat de Katholieke Kerk zelf ook vol zit met sekten. Denk maar aan de communistendoodbidders van de Blue Army; de Charismatische beweging; het Maria Legioen; Opus Dei; en, bijvoorbeeld, de sekte van wijlen Atan Lee, op Aruba, die een visioen beweerde te hebben gehad van de Heilige Maagd van Alto Vista, die hem gevraagd zou hebben haar beeltenis naar de bevolking te brengen. Dat deed hij dus met een replica waarmee hij bij particuliere gelovigen novenen ging organiseren. In de psychiatrie zou dit waarschijnlijk zijn geduid als 'hallucinatie'. En dan te bedenken dat deze zelfde man ooit verklaarde grote bewondering te hebben voor Hugo Chávez in Venezuela. Trouwens, Francisco Franco Bahamonte in Spanje was ook een vrome katholiek. En zo zijn er nog heel wat meer, zoals ik al eerder heb opgemerkt!


     Die Maria van Alto Vista heeft niks te maken met verschijningen of zo maar met een kapel die vele jaren geleden daar is opgericht ter ere van de eerste priesters die daar aan land zouden zijn gekomen. Dat verhaal roept ook wel enige twijfel op, want waarom zouden ze op zo'n ruwe kust zijn geland, terwijl er weinig kilometers naar het westen heel rustig strand lag en er al allerlei zeevarenden gedrost waren in bewondering voor de mooie meisjes. Maar intussen is Maria van Alto Bista wel uitgeroepen tot patrones van Aruba. Volgens mij heeft elke stad, en vaak ook elk dorp in de katholieke wereld wel een of andere Maria als patrones. Denk maar aan La Vírgen de Montserrat en la V írgen del Pilar in Spanje en la vírgen de Coromoto - in de Dominicaanse Republiek, geloof ik, en la Vírgen de Guadelupe in Mexico en eentje in Kevelaar in Duitsland en eentje in Baneux in België en eentje in Echternacht , enzovoort, enzovoort over de hele wereld, dat wil zeggen, de Katholieke en orthodoxe wereld want daarbiten komt het niet voor.


     Trouwens, ik durf best te zeggen dat de meeste kloosterordes ook als sekte zijn ontstaan. En wat wellicht het belangrijkst is, dat sektariërs zich altijd verheven voelen boven ieder ander. De reden daartoe is doodsimpel: “Wij kennen de waarheid en ieder ander is fout.” Dus wij zijn superieur. We kunnen het gerust vergelijken met complotdenkers. En bijgevolg discrimineren ze er op los, want al wat anders is, is minderwaardig, dat spreekt toch vanzelf!


     Toen we, in 1976 of 1977 in Suriname logeerden bij onze Duitse vrienden Dietmar en Dorothee Gemeinhart, midden in het regenwoud in Bronsweg, waar hij arts was voor de medische zendingspost van de Evangelische Broedergemeente, kwam er af en toe ook een Amerikaanse zendeling langs, met wie ik interessante gesprekken had,hoewel niet over religie, God zij dank. Tot hij, op een namiddag binnenkwam met een grote Aukaner op blote voeten en in lendedoek gehuld, en hij - de zendeling - uitreiep: “He has accepted Jezus Christ as his saviour.”; Ik vroeg me af of hij dat werkelijk geloofde. Ik denk het wel, maar ik geloof weinig van zo'n plotselinge bekering. Als je het mij vraagt verwachtte de 'bekeerling' materieel gewin met zijn daad. Hoewel, het komt natuurlijk wel eens voor dat iemand gegrepen wordt door iets in een bezielende toespraak, ook op niet-godsdienstig gebied. Helaas kon ik niet vaststellen of Ditmar en Dorothee die allebei ook evangelisch-Luthers waren, in de overtuiging van de zendeling meegingen of niet.


     Missionarissen en zendelingen zijn duidelijk bewogen mensen voor wie het redden van zoveel mogelijk zieltjes hun doel is. En alweer, want buiten hun geloofsovertuiging is geen heil! Ook de erkenning dat met name missionarissen ook materiële welvaart, onderwijs en gezondheidszorg hebben gebracht, neemt niet weg dat hun basisdoel zieltjeswinnerij was en is. Maar laten we nu maar eerlijk erkennen, dat die Europese zendingsdrang gewoon als basis een meerderwaardigheidscomplex had en heeft. Wij brengen beschaving aan onbeschaafden!


     We leerden het echtpaar Gemeinhart kennen aan boord van de Neptunus, het KNMS vrachtschip met passagiersaccommodatie waarmee we eind 1973 naar Aruba kwamen. Ze zaten samen met ons bij de stront-eigenwijze eerste stuurman aan tafel. Ze hadden, uiteraard ook op grond van hun evangelisch-Lutherse geloofsovertuiging besloten in het binnenland van Suriname te gaan werken tegen een loon, waarvoor een loodgieter in Nederland zijn neus zou hebben opgehaald. Nog aan boord zaten ze veelvuldig met de neus in hun leerboeken om het Sranang Tongo en het Saramakkaans onder de knie te krijgen. Want in Brownsweg in Saramaka spreekt de bevolking Saramakkaans, een taal waarvan men vindt dat hij wat gelijkenis vertoont met het Papiaments, vanwege de uit het Portugees stammende woordenschat. Nederlands kenden ze al uitstekend.



terug naar hoofdmenu.


IV


     Ik hoorde eens iemand zeggen: “als mensen zich gaan verkleden om hun geloof, dan krijg ik de kribbels.”;en juist dat gebeurt in vele godsdiensten, om aan te tonen dat men tot de uitverkoren groep behoort die gods wil kent en nakomt. joodse mannen moeten een keppeltje dragen en voor orthodoxen zelfs speciaal in Leviticus voorgeschreven kleding; islamitische vrouwen moeten minimaal een alle haren bedekkende hoofddoek dragen, en in de orthodoxie een volledig lichaamsbedekkend kleed; in de Nederlandse Bible-belt moeten vrouwen zwarte kousen dragen; de Shiks in de Punjabi moeten een tulband dragen; echte moslim mannen dienen lange baarden te dragen, evenals orthodoxe joden trouwens. en dat alles omdat het de wil van God is. Zo wil God ook dat joden en moslims geen varkensvlees eten en voor hindoes en boeddhisten is de koe, op gezag van Ram of Krishna (God) een heilig dier, vandaar dat ze alle straten mogen onderscheiten en pissen en een bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde met hun hoge methaanproductie, want dat is de wil van Ram. In India is het zelfs meerdere malen tot bloedige rellen gekomen omdat Moslims een koe hadden geslacht.


     Orthodoxe joden en moslims gaan zelfs zo ver dat ze een vaccin weigeren omdat daar bij de productie wellicht varkensvet is gebruikt! En sommige orthodoxe joden rijden op zaterdag -sabbat - geen auto omdat er in de motor vuur ontstaat, en vuur op de sabat is door God verboden. God mag weten waar dat verbod staat en de vraag waarom zullen we maar niet stellen. God beveelt eveneens dat slachtdieren bij het slachten niet verdoofd mogen worden want God eist dat het volgens rituele regels geschiedt; dat heet allemaal koosjer of halal. Waarom God verordineert dat die arme beesten per se ritueel op pijnlijke manier geslacht moeten worden is mij ook een volslagen raadsel. God houdt er kennelijk nogal onbegrijpelijke geboden op na. We zullen daar maar niet verder op ingaan, want de lijst is onuitputtellijk als men alle godsdiensten nagaat.


     Overigens doen wij christenen er goed aan onze afkeer van dat rituele slachten niet al te hoog aan de klok te hangen, want wie ooit kennis heeft genomen van de praktijken in onze slachthuizen zou zich nog wel eens kunnen bekeren tot het rituele slachten!


     Het verbod op varkensvlees is niet helemaal onbegrijpelijk, omdat de ervaring waarschijnlijk had geleerd dat het gemakkelijk tot ernstige kwalen kan lijden als het niet zeer goed is bereid. en daar maken joden en moslims dan de wil van God van, net als van het besnijden van alle jongens. Gods wil, zo heb ik eens geschreven in een lijstje aforismen op mijn website, is bij alle gelovigen bekend. Het enige probleem is, dat er evenveel, vaak volkomen tegenstrijdige willen van God bestaan als er gelovigen zijn. Het zou mij niets verbazen als er ook nog een veganistische godgeleerde opstaat die het veganisme tot de wil van God verklaart. Zo zijn er ongetwijfeld ook multi-miljardairs die hun absurde rijkdom aan de wil van God toeschrijven en er gelijktijdig van overtuigd zijn dat het Gods wil is dat miljoenen mensen sterven van honger. Want “God is groot!”;, “Dios ta grandi!”;, “Allah u akhbar!”;. Je krijgt er inderdaad de kriebels van.


     Ook in de christelijke wereld zijn kledingvoorschriften niet onbekend, maar in het algemeen gaat het dan om een soort functie uniformen, zoals bij nonnen en monniken, die in een habijt of toog gekleed dienden te gaan; of bisschoppen die in functie een mijter op het hoofd moeten dragen en pastoors een priesterboord om de hals, allemaal vergelijkbaar met bijvoorbeeld militairen, rechters, advocaten en andere beroepen in de seculiere wereld. Het is dan ook geen verplichting voor iedere gelovige in het openbare leven. Alleen in sommige zeer conservatief katholieke landen worden nonnen en monniken nog geacht geacht in habijt of toog in het openbaar te verschijnen. In de Nederlandse 'bible belt' moeten vrouwen het niet wagen om in een minirok op straat te komen en er zijn nog steeds dorpen waar zwarte koesen voor vrouwen verplicht zijn. Ook zogenaamde katholieke opvoeders - priesters, nonnen, fraters enzovoort - hebben nogal eens de neiging met name meisjes voor te schrijven wat voor kleding ze dienen te dragen, maar daar trekt men zich tegenwoordig gelukkig niet zo veel meer van aan, hoewel weinigen beseffen dat dit alles uiteindelijk niet alleen neerkomt op vrouwendiscriminatie,maar vooral ook met de benadering van de vrouw als oorzaak van het sexuele 'kwaad'. Soms gaat die discriminatie zo ver dat een verkrachting aan de vrouw of het meisje zelf wordt verweten omdat ze niet decent genoeg gekleed was. 'victim blaming' heet dat in het Engels. 'Die Umwertung aller Werte' zou Nietsche dat hebben genoemd.


     Maar ik herinner mij ineens dat toen ik als slechtziende eind 1945 als 13-jarig jongetje naar het blindeninstituut Sint Henricus in Grave werd gebracht, mijn ouders vooraf een lijst met regels kregen, waar onder andere op stond vermeld dat ik lange zwarte kousen moest dragen! Nu kijk je daar met verbazing op terug. Maar voor die tijd waren ook in katholieke kring dit soort voorschriften niet onbegrijpelijk. Immers, onkuisheid moest ten koste van alles voorkomen worden En veronderstel dat een van de fraters verleid zou kunnen worden door een paar blote knieën van zo'n onnozel jongetje! Ik heb echter in de zes jaar in dat instituut geen misbruik meegemaakt.


     Goed beschouwd is het allemaal natuurlijk volstrekte onzin want geloof zit niet in je uiterlijk! Wat zou het voor God uitmaken of iemand naakt of gekleed is? Ik durf gerust te stellen dat pronken met je geloof getuigt van arrogantie en beslist niet van nederigheid. Dat geldt ook voor het pronken met kruisen op de kleding en zelfs met grote kruisen aan een ketting op een ambtelijk uniform, iets wat mij betreft verboden zou moeten worden. Ikzelf heb in mijn jonge jaren ook nog met een klein, gouden kruisje in de revers van mijn colbert gelopen. In de westelijke wereld wil men wel de islamitische hoofddoek en Boerka verbieden maar niet de Christelijke ornamenten en het joodse keppeltje. Meten met twee maten dus, of zoals een Arubaans gezegde luidt: “E lei di trektu, hanchu pa mi, smal pa bo.” - de wet van de trechter: wijd voor mij en smal voor jou.


     In vroeger tijden - en dat is echt niet zo lang geleden - werden vrouwen geacht met een hoed op en een voile voor het gezicht in de kerk te verschijnen. Ik heb dat in de jaren vijftig nog in zuid-Spanje meegemaakt. De vrouwen droegen daar een 'Mantilla', en hoed en mantilla boden tegen elkaar op wat stijl en schoonheid betrof, vooral omdat ze apart zaten van de mannen in de kerk. Ook de bont gekleurde waaiers die ononderbroken heen en weer zwiepten waren ook een soort prestige bewijzen. Mannen moesten bij het betreden van de kerk hun hoed afzetten. Het zou best interessant zijn te achterhalen waar die rare gebruiken van het Rijke Roomse Leven vandaan kwamen. Natuurlijk had het wat de vrouwen betreft te maken met de seksualiteit, de vrouw als oorzaak van alle kwaad. Maar ik kijk er wel met enige nostalgie op terug. Waar ik ook kwam, ik ging naar de kerk en voelde mij thuis en zong van harte de Latijnse gezangen mee. Gelukkig wist je bij de meeste van die gezangen niet wat je zong, anders zou je vaak gauw je mond hebben gehouden. Bekijk maar eens het lied bij een uitvaart: “Dies irae”;. Ik heb er een tijdlang aan gedacht om dat prachtige lied voor mijn uitvaart te vragen. Maar als je kennis krijgt van de tekst, Dan rijzen je je haren te berge. De titel al, prachtig vertaald door Guido Gezelle als “Dag der toorn, dag der wrake”; en dat met betrekking tot de overlijdensdag!


     Volgens het oraal overgeleverde verhaal veroorzaakte de welbekende Pastoor Erkamp op Aruba jaren geleden nogal wat opschudding toen hij in korte broek op straat verscheen. Ongepast, riep menigeen uit. Ik ken hem echter als een nuchtere, oprecht gelovige priester. Dan zou ik liever mijn afkeur richten op met name Filippijnse priesters die met gouden kettingen om hun nek lopen of peperdure gouden ringen aan hun vingers hebben. Die vervallen bij hun komst naar onze eilanden van 'rags to richess', want ze krijgen een behoorlijk maandsalaris en het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen.


     Katholieken mochten op gezag van de kerk tot in de jaren zestig op vrijdagen geen vlees eten en in de grote vasten voor Pasen, mochten volwassenen niet meer dan één volle maaltijd per dag nuttigen. Dat doet me denken aan die pastoor die 's avonds laat op straat overvallen werd door een mand die van hem zijn portemonnee opeiste. De pastoor gaf hem die maar zei erbij: “Ik weet niet of je het beseft, maar je hebt de pastoor overvallen.”

     “o, gut nee toch!”;riep de overvaller uit en gaf hem onmiddellijk zijn portemonnee terug, waarop de pastoor hem een sigaret aanbood. “ O, nee, meneer pastoor!”riep de man uit. “in de vasten rook ik niet.


Niet God, maar de kerk bepaalde deze voorschriften zelfs als plicht op straffe van zonde. In vele katholieke gemeenschappen, zoals op Aruba worden die voorschriften nog steeds als verplichting gezien, net als de verplichte weekeind- en feestdagmissen. En waag het niet daar je schouders over op te halen, want “ei ariba tin un!”; Dekerk bepaalde ook wat een dagelijkse zonde was of een doodzonde. als je een doodzonde pleegde, ging je op je kop naar de hel. en bijvoorbeeld: “onkuisheid is altijd doodzonde!”;, zei een frater mij als dertienjarig puber, waadoor ik mentaal in grote moeilijkheden kwam, want alles wat ook maar in de verste verte met je piemel te maken had was onkuisheid! Op die leeftijd kwam je nog niet op het idee je af te vragen, waarom God dat sexuele genot geschapen had als je er op je kop door naar de hel ging. Dat de biologische evolutie er een probaat middels in had verzonnen om de soort in stand te houden en uit te breiden, daar hadden we toen nog geen idee van. Trouwens, zelfs het woord “evolutie”;was ons nog onbekend. Maar er was natuurlijk God zij dank, altijd de uitweg van de biecht, waarin een priester namens God je ontsloeg van je zonden, al had je bij wijze van spreken een moord gepleegd. Een Capucijner monnik die ons jonge jongens moest beleren in zijn preek, bezwoer ons dat we het best konden slapen met de armen gekruist voor de borst! Stel je voor dat je per ongeluk je piemel zou aanraken, dan ging je gelijk weer naar de hel. Het was de Kerk die bepaalde wie er al dan niet naar de hel zou gaan. Dat ontlokte een jeugd 'influencer' - zoals dat tegenwoordig heet - in mijn jeugd eens de opmerking: “[...] dan laat mij maar naar de hel gaan; daar zitten alle filmsterren.”; De hel in Dante'Divina Comedia' wordt echter onder anderen bevolkt door pausen en bisschoppen.


     Overigens, door potsierlijke rituelen uit te voeren, als het STOEP op, STOEP af bij een kerk, kon je ook aflaten verdienen voor jezelf of anderen en onder sommige omstandigheden kreeg je zelfs een volle aflaat. Dat hield in dat je zelf, of je begunstigde van alle zonden werd ontslagen. Wie geen trappen kon lopen was dus uitgesloten voor het verdienen van aflaten. Het schijnt dat deze aflaten onzin nog steeds niet is afgeschaft. Het 'voorgeborgte der hel' waar alle ongedoopte kinderen werden opgeslagen, is dat gelukkig inmiddels wel, evenals het stuk ongeweide aarde op de kerkhoven, waar die onnozele, ongedoopte kinderen moesten worden begraven, evenals zelfmoordenaars trouwens. Hoe hebben ze het ooit kunnen verzinnen!


     Het doopsel bleef niettemin de 'conditio sine qua non' voor de eeuwige gelukzaligheid. Met andere woorden, de overgrote meerderheid van de mensheid kan die eeuwige gelukzaligheid wel op zijn buik schrijven. Per slot van rekening komt het doopsel alleen in het christendom voor en zijn er meerdere christelijke groeperingen die het nog verwerpen ook, of die eisen dat het op een zeer specifieke manier wordt toegediend, anders accepteert God het niet en gaat die arme baby toch naar de hel. En dus: de eeuwige gelukzaligheid hangt af van de vraag of er wel of niet een paar druppels water over het hoofd hebben gevloeid. Uit mijn jeugd herinner ik mij dat er een ernstige controverse was binnen de Katholieke kerk, over de vraag of het doopsel van protestante predikanten wel erkend moest worden, want sommigen deden het met een sprenkelkwast en dan kon het gebeuren dat er over het hoofd van de dopeling geen druppel water had gevloeid, waardoor de doop ongeldig moest worden verklaard. Vindt iemand het vreemd als we dat geestelijke mierenneukerij vinden? Maar, kom nou toch! De kerk kent toch ook 'het doopsel van begeerte'! Wat dat precies inhoudt, moet je mij niet vragen. Ik moet altijd denken aan dominee Wouwelaar in de Max Havelaar van Multa Tuli. Die kreeg met name zijn vrouwelijke gemeenteleden tot schreiëns to bewogen met zijn gloedvolle bewondering van 'onze jongens in Oost Indië', die zoveel heidense kinderen uit duivelshanden wisten te redden door ze te dopen.


     En bedenk wel, de doop moet in de Katholieke kerk wel worden uitgevoerd met wijwater tenzij in noodsituaties. En wat is wijwater? Heel eenvoudig: een emmer water - uit de kraan of uit de sloot, dat maakt niet uit, waar een priester een kruisteken over heeft gemaakt, waarbij natuurlijk een of ander gebed wordt gepreveld. Bij de kerkingangen hangt nog steeds een wijwatervat,om de hand in te steken om een kruisteken te maken. Gedurende de corona pandemie zijn ze gelukkig leeg gebleven, maar bij de gebedsbijeenkomsten na een overlijden, bij voorbeeld wordt, althans op Aruba, nog steeds rondgegaan met een bakje wijwater om je vingers in te dopen voor een kruisteken. Als ik dat weiger en erom lach, wordt ik aangekeken alsof ik een ketter ben.


     Het vagevuur bestaat nog steeds, althans in ieder geval in de Rooms-katholieke Kerk, en vermoedelijk ook in de oosters orthodoxe kerken en wie weet waar nog meer. Het 'pulgatorium' is dat waar je, als je niet helemaal 'in staat van genade' bent gestorven, je nog een tijdlang je zonden kunt uitboeten. Dat 'in staat van genade' betekent dat je geen doodzonde meer op je geweten hebt. met ander woorden, na de dood treedt je ziel niet in de tijdloze eeuwigheid maar in een tijdgebonden niet hemels gebied om je alsnog klaar te stomen voor die eeuwige hemel. Op Aruba kun je in vrijwel alle misintenties horen “pa tur e almanan den purgatorio”; (voor alle zielen in het vagevuur). Ik kan niet zeggen dat het mij spijt dat ik die onzin vierkant verwerp en mij afvraag hoe de kerk ooit tot dat soort vreemde fantasieën is gekomen. Bij mijn weten heeft Christus daar nooit over gerept. Hij riep zelfs Lazarus weer tot leven, maar niemand kwam op het idee de verezene te vragen hoe het in het vagevuur was geweest. In feite besteedde in de bijbel niemand meer enige aandacht aan de arme donder.


     Trouwens ook die 'zielen', dat zijn blijkbaar onze geesten die het lichaam verlaten bij de dood, en dus zonder lichaam voortleven. Daar heeft Pierre Teilhard de Chardin een stevige streep door gehaald, met de constatering dat lichaam en geest onverbrekelijk verbonden zijn. Het bewustzijn is het gevolg van de complexificatie van de materie en daarmee rijst de vraag of het bewustzijn kan doorbestaan zonder het lichaam. Ik weet het niet ... en ik geloof het niet, hoewel ik het stilletjes wel hoop.


     Wat ik wel weet is dat het begrip 'ziel' in de bijbel igenlijk niet voorkomt. “Het woord is vlees geworden”;, luidt een overbekende tekst waarin 'vlees' synoniem is aan 'mens'. Het begrip 'ziel' kwam pas op toen de scolastici de Griekse filosofie gingen bestuderen en overnemen. Thomas van Aquino ontwierp er zijn hele “Suma teologica”; mee.


     Tussen twee haakjes, het “Handboek der Filosofie”; van pater Boyer SJ aan de hand waarvan tot voor kort alle priesterstudenten hun filosofische kennis moesten opdoen, stelt aan het eind dat alle filosofie die na Thomas is gekomen 'valse filosofie' is. Het hele boek is opgezet in de vorm van scolastieke disputen, dat wil zeggen in de vorm van syllogismen, wat volgens de auteur blijkbaar het summum van filosofisch denken inhield. En zo kregen alle seminaristen tot voor enkele tientallen jaren - en wie weet misschien nog - hun kennis van de filosofie voorgeschoteld. Ik heb begrepen dat bij katholieke juristenopleidingen dit boek ook als leidraad in gebruik was. met andere woorden, de waarheid van de schrijver is de absolute waarheid waaraan twijfel ketterij is. Dat is dus de absolute waarheid van de Katholieke Kerk.


     Hoe we het ook wenden of keren, in alle godsdiensten stikt het van de vreemde verhalen en rituelen, om niet te zeggen 'onzinverhalen' en 'onzinrituelen'. Het is interessant t zien hoe alle scheppingsverhalen over de godsdiensten van de wereld vaak deels overeenkomen, met name ten aanzien van de vrouw als eerste verleidster. Ik heb hartelijk gelachen in het boek “kain” van de Portugese schrijver josé saramago, waar kain zich afvraagt of God niet besefte dat er in sodom en gomorra ook onschuldige kinderen hebben rondgelopen. bovendien bedacht hij dat vermoedelijk de vrouwen in de ark van noach al de dagelijkse uitwerpselen van al die beesten moesten opruimen. En de engel, die Abraham ervan moest weerhouden zijn zoontje Isaak de keel af te snijden, kwam bijna te laat want “hij had vlegelpech”;. Saramago spot hier duidelijk met het waanzinnige idee dat een God van Abraham eiste dat Hij zijn zoon, geboren uit zijn tachtigjarige vrouw en halfzus Sarah (wie gelooft dat nog? En wie vindt het nog normaal dat Izaak dus een incestueus verwekt kind was? ) moest offeren. De veronderstelling is echter niet ongewettigd dat ten tijde van Abraham nog mensenoffers werden gebracht, en dat Abraham op het laatste moment bedacht dat God zoiets niet kon eisen. Intussen wordt in de Kerk echter nog steeds het waanzinnige verhaal opgedist van een God die Abraham op de proef wil stellen, met zo'n gruwelopdracht.


     Mensenoffers kwamen zelfs nog voor in de Griekse mythologie: zo was daar het offer van Agamemnon. Om de woede van de godin Artemis tot bedaren te brengen moet maagdelijk bloed vloeien. Agamemnon toont zich daarop bereid Iphigeneia, zijn dochter, te offeren. Maar zoals Izaak op het altaar uiteindelijk vervangen wordt door een ram, zo wordt Iphigeneia dankzij goddelijk mededogen vervangen door een hert. Met beiden loopt het dus goed af. Mensenoffers waren tot vrij kort geleden in de geschiedenis met name in Midden Amerika niet ongewoon, zoals onder de Asteken en Maya's. De partner van mijn zwager - een Maya - beweert dat haar grootvader nog betrokken was bij mensenoffers.


     God is dus blijkbaar voor vele Godsdiensten nogal een bloeddorstige potentaat, want waar dan uiteindelijk de mensenoffers zijn verdwenen bleven de arme dieren er nog lang het slachtoffer van. In onze dagen zou de hele dierenbescherming in het geweer komen als een godsdienst weer dierenoffers zou invoeren. Toch bestaat het nog steeds, want volgens Joden en Moslims is het de wil van God dat slachtdieren onverdoofd de keel afgesneden worden. Ik heb nog steeds geen idee op welke bijbeltekst dat is gebaseerd. Maar ja, zo diepgaand heb ik de bijbel ook niet bestudeerd en ben ook niet van plan dat te doen. En al had ik dat wel gedaan, het zou mij niet tot acceptatie van dit sadistische 'gebod' gebracht hebben. Men moet mij niet kwalijk nemen dat ik een God verwerp die eist dat mensen en dieren zwaar leed wordt aangedaan om Hem te behagen. Wie daarbij denkt aan sadisme kan ik geen ongelijk geven.


     Over bijbelteksten gesproken: ik hoorde eens iemand op de radio zeggen tegen een streng gereformeerde Tweede Kamerlid dat zijn fundamentalistische bijbelgeloof de polygamie moest aanvaarden, want een man als de aartsvader jakob hield er vier vrouwen op na, de gezusters Rachel en Lea en hun beider slavinnen. maar het antwoord was: “nee, wij baseren ons op Adam en eva.”;de vragenstelster was niet snugger genoeg om daarop de suggestie te lanceren dat de mensheid dus volgens hem puur uit incest is ontstaan. Er is in het boek genesis wel sprake van drie zonen van Adam en eva, maar van geen enkele dochter. De meeste gelovigen weten niet eens dat er een derde zoon in Genesis staat vermeld. In Genesis 4 worden Kaïn, Abel en Set genoemd als kinderen van Adam en Eva. In een van de pseudepigrafen van de Bijbel, het Boek der Jubileren, waar weinigen ooit van zullen hebben gehoord, worden negen kinderen van Adam en Eva genoemd, waaronder dochters met namen als Azûrâ, Awân, Lebuda en Qelimath. Azûrâ werd de vrouw van Seth en Awân de vrouw van Kaïn. Daar had ik ook nooit van gehoord, tot ik het met Google vond, toen ik op zoek was naar de naam van de derde zoon van Adam en Eva, die ik was vergeten. Maar ja, voor de fundamentalisten is nu eenmaal de natuurlijke evolutie een verwerpelijke leer en dus zouden zij moeten concluderen dat de mensheid puur door incest is ontstaan. Waarom de fundamentalisten desniettemin incest - of bloedschande zoals het vroeger heette - verwerpelijk vinden, zou eigenlijk bij hen verbazing moeten wekken, want het is mij een raadsel hoe de creationisten dan het ontstaan van de mensheid anders kunnen uitleggen.


     Trouwens,het zootje dat Adam en Eva had voortgebracht naar Gods beeld en gelijkenis nota bene, maakte er kennelijk zo'n beestenboel van dat God besloot ze allemaal te verzuipen met de Zondvloed, en alleen een kleine familie van Noach te redden. Zodat diens drie zonen - Sem, Cham en Jafeth - er een nieuw zootje van konden maken. En bedenk wel, ook dit krankzinnige verhaal wordt door vele Joodse en Christelijke godsdienstige groepen nog steeds voor waar gehouden. Nog in de negentiende eeuw waren er geologen die meenden bewijzen te hebben gevonden voor de zondvloed en er ging een tijdlang het verhaal rond dat er overblijfselen van de Ark van Noachgevonden waren op de berg Ararat in Turkije!


     De creationisten zitten ook nog diep geworteld in de Katholieke Kerk, en dragen bij aan mijn groeiende verwijdering van de kerk en van het geloof. Teilhard de Chardin kwam in moeilijkheden met zijn orde oversten omdat die de evolutieleer niet wilden aanvaarden. Tot op de dag van vandaag is er in de kerk nog steeds een anti-evolutie beweging. Hoe iemand met gezond verstand en een klein beetje kennis van de natuur en de natuurkunde dit vol kan houden is voor mij het zoveelste raadsel en dus een zoveelste twijfel aan de kerk. In feite een minder brute afwijzing van een natuurkundig feit als indertijd met Galileo Gelilei gebeurde. Zijn voorganger, waarop hij zich baseerde, Copernicus werd niet door de kerk vervolgd en droeg zijn geschrift “Over de omwenteling der Hemellichamen”; zelfs op aan de toenmalige paus. In een later stadium echter werd zijn boek wel degelijk ook door de kerk verboden en Galileo Galilei werd bezworen zijn stellingen alleen als hypothese naar voren te brengen. Copernicus had et voordeel dat hij een Poolse Monnik was, die ze in Italië niet konden vervolgen.


     Menige ergerlijke ervaring met de Kerk heeft mijn levenspad gekruist, zoals toen Amado Rudy Lampe op Aruba tot priester geweid werd. Diezelfde avond moest hij op de Arubaanse TV opdraven, maar wel ingekapseld tussen Pater Wybe Fransen, Jossy Mansur - of all people! - en een dame van de Blue Army. Nadat Jossy Mansur hooghartig had getracht de nieuwbakken priester aan zijn verstand te brengen dat hij zich niet moest bemoeien met sociale aangelegenheden, kwam de mevrouw van de Blue Army ook nog even de nodige kletskoek uitbraken, zoals het feit dat er geen vrouwelijke priesters waren omdat Jezus alleen mannelijke apostels had gehad! Lampe zelf kreeg weinig kans iets zinvols te zeggen. Zo werkt dat nu eenmaal in de Kerk! Hou je aan de dogma's en gij zult Uw zaligheid verwerven!


     Een andere ergerlijke ervaring - een van vele!- had ik toen een drietal Filippijnse priesters de wereld bereisden en onder andere Aruba bezochten, om den volke kond te doen van het belang van grote gezinnen, om daaruit de zo dringend nodige priesters en nonnen te krijgen. Geboortebeperking was uiteraard in strijd met de wil van God. Vandaar dat de Filippijnen bevolkt worden door talloze buitenechtelijke kinderen, want het huwelijk schijnt daar in sommige gebieden slechts sporadisch voor te komen. God wil dus blijkbaar dat de aarde niet bevolkt, maar overbevolkt wordt. Waar de heren uit zo'n economisch onderontwikkeld land het geld vandaan haalden voor hun wereldreis is mij een raadsel. Dat geldt trouwens ook voor die pater die de wereld afreist met een mariabeeld van Fatima, en voor dat beeld zelfs een vliegtuigstoel betaalt. Vervolgens slepen ze op onder andere Aruba dat stuk steen van parochie naar parochie om er speciale diensten aan te wijden, waarvoor de beminde gelovigen worden opgeroepen om massaal aanwezig te zijn. Bij dat soort potsierlijke onzin groeit bij mij ook weer de aandrang om de kerk de rug toe te keren. En toen besefte ik nog niet de implicatie van exo-planeten.


     Overigens geef ik ruiterlijk toe dat ik in mijn jonge jaren ook nog heilig geloofde in verschijningen als in Fatima en Lourdes. In Fatima in 1957 was ik nog zo kindderlijk gelovig dat ik een gekochte rozenkrans voor Marina streek over de grond waar Maria verschenen zou zijn in de Capelinha das apareções = de verschijningskapel.


     Een ander potsierlijk gedoe zijn de zogenaamde gebedsgenezers, ook in de katholieke kerk. Ik herinner me het geval van Pastoor Tony Peralta, die naar zo'n 'sanashon/i>' dienst was geweest en er kapot van was dat een paar oudere dames uit hun rolstoel waren opgestaan, tijdens die dienst. Gelukkig trof hij bij terugkomst bij de pastorie drie nuchtere vrouwen, de mijne, haar vriendin Josefa en Mimi Ecury die hem uitlachten en hem aan zijn verstand brachten dat die vrouwen in hun rolstoelen vreselijkekomedianten waren en algemeen bekend als aandachttrekkers. Ikzelf heb hem er daarna ook nog van overtuigd dat deze kolderieke onzin nog gevaarlijk was op de koop toe. Want wat die kerkelijke wereldreizigers op kosten van het gelovige volk bij eenvoudige zielen veroorzaken, is dat zij bang worden dat hun geloof niet goed genoeg is want zij worden niet genezen. Maar dat zal hen een zorg wezen. Als zij maar de wereld kunnen bereizen zondder dat het henzelf een cent kost!


     Ik vroeg eens aan pastoor Nico Pasadilla, die uit zichzelf naar Aruba was gekomen omdat zijn tweelingbroer Felix er pastoor van Santa Cruz was geworden, hoe het mogelijk was dat wij zo gemakkelijk buitenlandse priesters kregen, waarop hij zei, dat dat heel eenvoudig was. “De bisschop vraagt bij zijn ontmoetingen met buitenlandse bisschoppen altijd of ze geen priesters voor hem hebben en elke bisschop heeft wel een of meer priesters die hij graag kwijt is.”; Maar ik denk dat het feit dat Aruba en Curaçao priesters van overheidswege een goed salaris betalen ook een doorslaggevend argument zal zijn. Degenen die op Aruba aankwamen hadden meestal een koffer bij zich met vrijwel niets erin en van pastoor Tony Peralta weet ik dat hij van zijn eerste salaris gelijk 500 dollar naar zijn zus op de Filippijnen stuurde. Vandaar dat die rondreizende verknipte bevolkingsaanwas promotoren mij nog steeds verbazen.


     De bewering van pastoor Nico klopte wel, want er zijn er meer dan één gekomen die maar beter thuis hadden kunnen blijven. Pastoor Tony Peralta, die in zijn parochie Paradera zeer geliefd was, vertrok na zijn pensionering met zijn AOV en APFA pensioentjes,terug naar zijn geboorteland, vooral ook om zijn oudere zus bij te staan, maar was gedwongen een aantal jaren later een beroep te doen op zijn voormalige Arubaanse parochianen, toen hij kanker kreeg. Die voormalige parochianen brachten met twee bake-sales zo'n twaalf duizend gulden bij elkaar zodat hij zijn behandeling kon betalen. En dan ontkom ik er niet aan te denken dat er in die kerk toch wel veel mooie dingen gebeuren ook, die je moeilijk anders kunt defini ëren dan als liefde. Helaas heeft pastoor Tony de kanker niet overleefd.


     Toen ik, tijdens een vergaderpauze van de Caribbean Council for the Blind in Barbados in 1984, eens in een discussie verzeild raakte in een internationaal groepje,waar ze elkaar ondervroegen over hun geloof, zei ik: “I'm a Roman Catholic, because it's my parental home.”; Een Amerikaanse jongeman reageerde daarop met “I suppose that goes for most of us.”; . En zo is het! Het geloof,evenals trouwens het ongeloof, wordt bij vrijwel alle mensen in de wieg geboren, net als de moedertaal. Ik ben niet katholiek omdat ik de leer van die kerk als waarheid heb aanvaard, maar omdat ik in een vroom katholiek gezin geboren ben, waar dat geloof mij met de paplepel is ingegegeven en nooit tegen wil en dank en daarom er maar niet toe kan komen om er afstand van te doen. Het is het huis waar je bent opgegroeid en kinderlijk gelukkig was in de heilige overtuiging dat het was zoals het moest zijn. 's Avonds om negen uur op de knieën om gezamenlijk de rozenkrans te bidden en dan naar bed te gaan! Ik herinner me nog het voorval dat het hoofd van de katholieke jongdnsschool, meneer Dennesen op zo'n avond op bezoek kwam en mooi buiten bleef staan wachten tot we klaar waren. Mooi toch?


     Het is inderdaad, zoals die Amerikaanse jongeman toegaf over de hele wereld voor de overgrote meerderheid als het ware een aangeboren geloofsovertuiging en daarom eigenlijk helemaal geen overtuiging, maar een aangeboren eigenschap. Toen mijn vriend Piet Wouters en ik op weg naar Spanje in 1955 in de buurt van Limoge in de Franse Dordogne een lift kregen van een Fransman die zei dat hij communist en atheïst was en mij vroeg wat ik was, kreeg ik van een Franse soldaat die hij al eerder had opgepikt een hand toen ik zei: “Je suis catolique.”;. Het werd een urenlang debat tussen de chauffeur en mij, want Piet sprak geen woord buiten de deur en de soldaat hield gespannen zijn mond. Ikzelf had er ook nogal wat moeite mee, want mijn kennis van het Frans liet me af en toe een beetje in de steek. Wij werden midden in de nacht in hartje Toulouse afgezet, waar wij de nacht doorbrachten tussen de daklozen op het centraal station. De volgende dag bereikten we Lourdes en keken er nogal sceptisch rond naar de vele winkeltjes met prullaria in de vorm van Mariabeeldjes. In 2001, toen ik er voor de tweede keer kwam tijdens onze rondreis door Europa bleken er ook al medaille automaten te hangen, waarover zelfs onze reisgenoot pastoor Raffy Cananea zijn verbazing niet onder stoelen of banken stak. Dat had hij trouwens ook al niet gedaan in Padua bij en in de kerk waar Antonius van Padua begraven ligt. Voor in die kerk stond een priester die niets anders te doen had dan rozenkransen wieden die de bezoekers gekocht hadden bij de prullaria stalletjes voor de kerk. En wat die stalletjes het meest bewijzen is dat duizenden katholieken heilig blijven geloven in godsdienstige sprookjes. Lourdes is de meest bezochte stad van Frankrijk, met de meeste hotels en hotelletjes op Parijs na.


     Er zijn, denk ik, maar weinig mensen die een godsdienstige leer op latere leeftijd uit opgedane overtuiging aannemen. Er zij er natuurlijk wel, zoalsGerard van 't Reve, en anderen die een voor hen mystieke ervaring hebben gehad, maar het zijn er weinigen. Het geloof wordt normaliter geboren in de wieg. Bij een overgang naar een ander geloof zal er Meestal iets anders in het spel zijn, zoals de liefde voor een man of vrouw, soms tot in het absurde toe, als jonge, westers opgevoede meiden zich van top tot teen in een zwarte boerka hijsen en zelfs een baardige islamitische terrorist volgen en zijn overtuiging aannemen dat God opdracht heeft gegeven alle 'ongelovigen' de keel af te snijden en dat aan de hele wereld te laten zien want dat is de wil van Al-Lah (= God. Ik vraag mij in arren moede af, wat voor hersenspoeling ervoor nodig is, om dit soort waanzin als wil van God in onze tijd nog aan te hangen. En toch zijn het er miljoenen.


      Maar laten we wel wezen, soortgelijke krankzinnige geloofsovertuigingen komen niet alleen in de radicale islam voor. Ze zijn ook niet onbekend in het orthodoxe Judaïsme en in het fundamentalistische Christendom. Die zijn echter niet meer zo moorddadig, al bewijst de moord op Yitzhak Rabin in 1995 dat er wel degelijk ook in het Judaïsme zulk radicalisme nog bestaat evenals in het Christendom, zoals in het geval van de moord op vier abortusartsen in de Amerikaanse Bible-belt. Eén ding is overduidelijk, en ik móét het zeggen: Godsdienst verblindt het verstand. Ik realiseer mij dat dat ook bij mij het geval was in mijn jonge jaren. Voor mij kon een telefoonpaal geen boom zijn en een boom geen telefoonpaal, tot ik ontdekte dat dat wel degelijk mogelijk was. In de natuurkunde leerden wij later dat atomaire deeltjes tegelijk golf en deeltje konden zijn.


     “Het doet er niet toe wat men gelooft,”; zei mij eens een streng gereformeerde medepatiënt in het ziekenhuis, toen hij erachter was gekomen dat ik katholiek was, “als men maar in waarheid gelooft.”; Vermoedelijk had ik hem, door het verlies van mijn gezichtsvermogen genezen van anti-papisme.


     In de Middeleeuwen waren slachtpartijen op ketters aan de orde van de dag, zoals op de Katharen, of Albigenzen in de twaalfde en dertiende eeuw. Die wrede vervolgingen, die voor de toenmalige kerk uiteraard de wil van God waren en waar de radicale Islam nog iets van kan leren, stonden onder leiding van de Dominicanen monniken, als groot inquisiteurs. En die inquisitie en vervolging van ketters was nietiets van korte duur, maar bleef in stand vanaf de twaalfde tot en met de achttiende eeuw! De heksenjachten bijvoorbeeld hielden nog stand tot ver in de achttiende eeuw. Naar schatting tussen de dertig tot zestig duizend, voornamelijk vrouwen kwamen daarbij in Europa om hetleven.


     Beroemd is natuurlijk de reeds genoemde Giordano Bruno, de dominicaner monnik, filosoof en cosmoloog, wiens cosmologische overtuiging zijn geloof had ontwikkeld tot pantheïsme, waarvoor hij in 1600 op de brandstapel met de dood moest boeten. Zo ging dat toen in de katholieke kerk. Op afvalligheid of ketterij stond de doodstraf, net als nu bij de radicale islam. En niet zo maar de doodstraf, maar een voor ons onbegrijpelijk wrede doodstraf. Terwijl hij op de brandstapel stond hield een andere monnik een groot kruis voor hem omhoog en het verhaal gaat dat hij zijn gezicht ervan afkeerde. En dat gebeurde niet in de dertiende of veertiende eeuw, maar in het laatste jaar van de zestiende eeuw, dus net vijfhonderd jaar geleden.


     Hij - Geordano Bruno - was, mede door Copernicus al de overtuiging toegedaan dat de sterren even zovele zonnen waren met evenzovele planeten, waarop ook intelligent leven bestond. De Carl Sagan van de zestiende eeuw zouden we kunnen zeggen. En dan was hij nog volledig onbekend met het bestaan van miljarden andere melkwegstelsels, vele op miljarden lichtjaren van ons verwijderd. Zelfs het feit dat de Andromeda nevel een ander melkwegstelsel was was hem en alle andere astronomen van die tijd nog volledig onbekend, hoewel dat stelsel op 'slechts' twee miljoen lichtjaar van ons verwijderd is. Pas begin jaren vijftig ontdekte men dat, want tot dan toe was de overtuiging dat het tweehonderd duizend lichtjaar was. Maar zelfs van de lichtsnelheid had Bruno waarschijnlijk ook nog geen kennis. Vermoedelijk dacht men dat wat men zag op datzelfde tijdstip bestond, dus dat licht zogezegd de snelheid van de gedachte had.


     De logische consequentie van het feit dat er miljarden andere planetenstelsels bestaan is , dat dus ook de anthropocentrische godsdiensten niet op waarheid konden noch kunnen berusten. En daar zit ook mijn voornaamste probleem. Als er vele, zeker miljarden planeten bestaan, niet slechts in ons eigen melkwegstelsel, waar het bewustzijn reflexief is geworden, of nog zal worden, want waarom zou ook dat niet een natuurlijke wetmatigheid zijn, als het bestaan van duizenden exoplaneten inmiddels al is aangetoondin ons eigen melkwegstelsel, kunnen godsdiensten die zich louter op één enkele planeet in het eindeloze heelal richten - de aarde - eenvoudig niet de enige waarheid zijn. Dus ook het Christendom niet, hoe moeilijk het ook is om die conclusie te aanvaarden. Dan kunnen we hooguit terugvallen op: 'wie te goeder trouw dwaalt...'. Alleen, hoe kan de kerk aanvaarden dat het een dwaling te goeder trouw zou zijn om de Godmens te ontkennen? Eerlijk gezegd huiver ik bij die gedachte, want diep in mijn hart kan ik de godmens Christus niet van mij afzetten. Maar de logica zegt mij onverbiddelijk dat ik het wel moet doen, tenzij ik de mystieke ervaring van onder anderen Angelus Silesius aanvaard, als “Ich bin wie Gott, Got ist wie ich”;. En daar neig ik sterk toe.


     Goed beschouwd is het ook het geloof - ook niet godsdienstig geloof - dat ook alle terrorisme voortbrengt. Dat wordt bewezen door de radicale islam maar ook door zoiets krankzinnigs als het Leger van de Heer in Oeganda, gebaseerd op het christendom, en Sendero Luminoso in Perú, gebaseerd op het Leninisme-Maoïsme. Hun fanatisme is in onze tijd wat de inquisitie in de middeleeuwen was. Het racisme is ook een geloof, gebaseerd op een collectief meerderwaardigheidscomplex van de eigen groep. Vandaar dat racistische discriminatie op de hele wereld voorkomt, zelfs tussen kleine groepen zoals streken en stammen en zelfs godsdienstige stromingen onderling. Het is dus gebaseerd op de alomtegenwoordige xenofobie. En die xenofobie ligt besloten in de evolutie met haar oorspronkelijke divergentie van de mensheid. De veronderstelling bestaat dat de Neanderthalers bestonden uit groepen van hooguit honderdtallen individuen, die uiteraard hun groepje superieur achtten boven alle andere. Hoe onbewust dat gevoel ook moge zijn, het is ins ons allen aangeboren. Alle vormen van nationalisme komen eruit voort en zijn een bedreiging voor de mensheid en daarmee ook alle godsdienstige waarheidsovertuigingen. Ook de mijne! En daarmee moet ik haar verwerpen! Maar ik durf niet! En dus verschuil ik mij liever in agnosticisme.


     En laten we nu wel wezen, wie durft te ontkennen dat hij of zij zijn/haar . godsdienstige overtuiging niet verheven acht boven alle andere? Bij de meeste sekten is dat zelfs het speerpunt van hun geloof en dus, hoe dan ook, een absoluut meerderwaardigheidscomplex. God heeft hen uitverkoren en daarmee zijn alle anderen verdoemd. Ik vraag me al lang af, hoe wij - want ook wij katholieken hingen en hangen die overtuiging als een absolute waarheid aan - een dergelijke God konden en kunnen aanvaarden en zelfs aanbidden! want het houdt per slot van rekening in dat de overgrote meerderheid van de mensheid door die God bij voorbaat verdoemd is. En toch houden we vol dat het een God van liefde is. Ra ra hoe kan dat? Oké, de katholieke kerk heeft tenminste nog het 'doopsel van begeerte' en de 'wie ten goeder trouw dwaalt', maar de basisdoctrine is dat er buiten haar - de katholieke kerk - geen heel bestaat en dat is zonder meer de overtuiging van alle godsdiensten en van alle secten binnen alle godsdiensten.


     Ondanks mijn toenemend agnosticisme en de sterke neiging tot pantheïsme, liep Ik tot voor weinige jaren nog met een rozenkrans in mijn broekzak, samen met mijn Zwitserse zakmes in dezelfde zak. Hij wordt alleen gebruikt in de maand oktober, als de gezusters Mathilda iedere avond samenkomen om haar te bidden. Daar moet ik dan om der wille van de lieve vrede aan meedoen. Alleen als ze aan de litanie van Maria beginnen, haak ik af, om iets anders te doen. Ik erger me namelijk al jaren aan de onzin aanroepingen in die en andere litanieën, die allemaal uit het “rijke roomsxhe leven”;van de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw stammen. Op Aruba zijn ze nog volop van kracht in een kinderlijke geloofsovertuiging. Je bent een 'pagano' (= heiden) als je dit verwerpt. “Papa Dios no ta drumi!”; (= vadertje God slaapt niet!) en je zult Zijn straf niet ontlopen! Want dat is, volgens Zijn gelovigen wat Hij het liefste doet, met iedereen,behalve henzelf natuurlijk.


     Acht dagen na een begrafenis op Aruba, moet ik altijd in stomme verbazing meedoen aan een soort middeleeuwse pantomime van gebeden uit en voor het Rijke Roomsxhe Leven …en potsierlijke rituelen. En dat alles om ervoor te zorgen dat de overledene een gezellig leven in het Hiernamaals heeft in alle eeuwigheid. Na het opdragen van een Heilige Mis voor een overledene wensen vele Arubanen elkaar “probecho p'e difunto.”; = voordeel voor de overledene - al is die persoon al tien jaar of langer dood. Ik kom er niet onderuit om dat in stomme verbazing te ondergaan en er niet om te lachen. Ik kan er maar niet aan wennen! In mijn geboortedorp werd vroeger nog jaarlijks een zogenaamde 'jaarstonde' gebeden tijdens een Heilige Mis, voor de Baronesse van Bemmel, hoewel niemand ook maar het minste idee had wie dat was of was geweest. Vermoedelijk iemand die ergens in de negentiende eeuw een flink legaat aan de kerk geschonken had om tot in alle eeuwigheid missen voor haar opgedragen te krijgen. Dus ze moet zich wel een groot zondaar gewaand hebben! Op Aruba zijn er in alle missen reeksen intenties voor overledenen, die soms ook al tientallen jaren dood zijn en, zoals gezegd, “voor alle zielen in het vagevuur”;. Laten we er maar van uitgaan, dat het een katholieke vorm van voorouderverering is, want uit de Spaanse cultuur is bekend dat iemand niet dood is als hij sterft, maar als hij vergeten wordt. En dat is op Aruba met de grootouders het geval, ten minste wat betreft misintenties.


     Ook bij gebedsbijeenkomsten thuis van familie of vrienden wordt naarstig gezocht naar zoveel mogelijk dingen die als gebedsintenties kunnen dienen, tot de bede om regen toe. En uiteraard voor alle zielen in het vagevuur en alle zieken, en alle overledenen in de familie enzovoort, enzovoort want je moet toch laten zien dat je overal aan denkt!


     En als ik dan zeg: “God krijgt het wel druk met jullie.”; wordt mij dat niet in dank afgenomen. Dan ben ik een 'pagano' (= heiden(! Het zij zo.


     De religeuse verering richt zich, niet alleen op Aruba, denk ik, voornamelijk op heiligen, want dat zijn begrijpelijke wezens, die voor je kunnen bemiddelen bij die onbegrijpelijke God. De belangrijkste daarvan is uiteraard de Heilige Maagd Maria. Dat doet me denken aan die vrouw die voortdurend voor een Mariabeeld met het kindje Jezus op de arm kwam bidden om een mand te krijgen. Na de nodige tijd van ergernis besloot de koster er een eind aan te maken door met een draadje aan het loszittende kopje van Jezus het nee te laten knikken, waarop de vrouw verbolgen uitriep: “Ik vraag 't niet aan jou, snotaap, ik vraag 't aan je moeder!”;.


VI


     Al vele jaren geleden kreeg ik ernstige twijfels aan de maagdelijke geboorte van Christus. Laten we maar zeggen dat die twijfels inmiddels ook zijn opgeslagen in de hoek “agnosticisme”van mijn brein, zodat ik er maar geen probleem van maak. Menigeen zal het grapje kennen over Joodse moeders die allemaal denken dat hun zoontje God is en joodse zoontjes die allemaal denken dat hun moeder maagd is. Of die non, die iemand rondleidde in haar klooster en in een zaal aangekomen de vele schilderijen aanwees, waarop haar bezoeker vroeg wie dat waren. “Dat,”;zei de zuster “is de maagd van Fatima en dat is de maagd van Lourdes, en dat is de maagd van Montserrat en dat is de maagd van Guadelupe.” “En dat?”; vroeg haar bezoeker wijzend op een grote foto. “o,”;zei ze “Dat is geen maagd, dat is moeder overste.”;


     Volgens deheilige overtuiging van vrijwel alle katholieken is de heilige maagd Maria op allerlei plaatsen in de wereld verschenen, maar uitsluitend aan katholieken, en altijd aan kinderen of vrouwen, nooit aan mannen, bij mijn weten. In de niet katholieke en oosters orthodoxe kerken speelt Maria geen andere rol dan dat zij de moeder van Jezus was. Dus is ze ook nooit aan andere Christenen verschenen, want ze geloven daar eenvoudig niet in. En iets waar je niet in gelooft, bestaat ook niet! Zo is dat maar net! In veel evangelisch-christelijke kerken en sekten zit men te wachten op het einde van de wereld, en alle voor hen onverklaarbare gebeurtenissen, zoals de corona pandemie zijn daar voorboden van. Voor hen is de 'wereld' synoniem met de 'aarde', wat natuurlijk volstrekte onzin is. Teilhard de Chardin schreef al: “het is niet de aarde die moet vergaan; het is het universum dat moet verdwijnen.”; Nou, dan hebben we nog wel even de tijd. Maar ja, voor de eschatologen - en die zijn er nogal wat! - gaat het niet om een natuurramp maar om ingrijpen door God, die dus alweer de potentaat is die gewoon de hele mensheid naar de verdoemenis zal helpen. Wat een liefdevolle God! Maar daar vergis ik me natuurlijk in, want Hij redt wel degenen die tot hun sekte behoren! Dat spreekt toch vanzelf! Overigens zou het algemeen bekend moeten zijn dat Christus zelf ook heilig geloofde dat het 'einde der tijden.' er aan stond te komen. Dat idee hing ook Sint Paulus aan; daarom had hij zo 'n haast met zijn bekeringsdrift.


     De Mariaverering is met name in de Rooms-katholieke kerk wijd verbreid. Het is opvallend dat juist vrouwen zo heilig geloven in de maagdelijkheid van Maria. Zij die het kunnen reizen minstens eenmaal in hun leven naar Lourdes en/of Fatima -zoals Moslims eens in hun leven de Hadj naar Mekka maken. Overal in de katholieke wereld vindt men mariabedevaartplaatsen, groot of klein. En waag het niet de Mariaverschijningen te ontkennen. Daarmee haalde pastoor Nico Pasadilla in Paradera op Aruba zich grote problemen op de hals want hij had in een van die gebedsgroepen gezegd dat de Kerk niemand verplicht om in verschijningen te geloven. Men keek hem aan alsof hij een ketter was. Zelfs op het eiland zelf was (en is er nog steeds, bij mijn weten) een zielige vrouw die bij hoog en bij laag beweerde - en nog beweert - dat ze Mariaverschijningen kreeg en krijgt. En bisschop Ellis was nog zo kinderlijk onnozel dat hij het wilde meemaken. De cultus die er omheen is ontstaan heeft gelukkig maar enkele volgelingen opgeleverd. Een van die volgelingen, die wij kennen, een douanier, loopt met een groot kruis op zijn douaniersuniform rond. Dat zou wettelijk verboden moeten zijn. Ik herinner mij trouwens hoe een lokale bisschop in Kroatië over de Mariaverschijningen in Medjugorje verklaarde dat de Heilige Maagd nogal wat onzin uitkraamde.


     Eigenlijk is het nogal verbazingwekkend dat vrouwen in, bijvoorbeeld de sport, in universitaire opleidingen en in hoge functies zelfs als hoogleraren, al jarenlang uitblinken en in aantal mannen soms overtreffen. In de kerk echter, en vermoedelijk in de meeste godsdiensten, blijven ze volledig achtergesteld. Vooral in de radicale islam waarin de misogynie zowat tot speerpunt van de godsdienst is gemaakt, hoewel ook daar een kentering in ontwikkeling is, zoals in Tunesië, waar op 29 september 2021 een vrouw tot premier werd benoemd. Zij hield het 2 jaar vol .


     Niettemin bestaan, in de Katholieke kerk de meeste gebedsgroepen en vrijwilligersgroepen althans op Aruba ALLEEN uit vrouwen. De sporadische mannen erbij worden geacht niet helemaal normaal te zijn. Maar laten we niet voorbijgaan aan de vele kloosterzusters, die vooral in het onderwijs en de gezondheidszorg ook buiten hun eigen land hun sporen ruimschoots hebben verdiend, al was het vaak wel met een nogal kolonialistische instelling, van 'wij beschaafden komen beschaving brengen aan onbeschaafden'.


     Al heel lang heb ik ook problemen met heiligen en heiligverklaringen, evenals met wonderen teweeggebracht door heiligen. Ze komen alleen voor in de Katholieke en Oosters orthodoxe kerken evenals sporadisch in de Anglicaanse kerk. Het houdt in dat de kerk zeker denkt te weten dat de betrokkenen in de hemel zijn. Met het verwerpen van het anthropocentrisme moet dat logischerwijze ook verworpen worden. Wie zich eens wil verdiepen in de vele hagiografieën zal in stomme verbazing concluderen dat hallucinaties in de middeleeuwen en tot op de dag van vandaag niet als psychische afwijkingen werden en worden geduid, zo lang het maar met de Christelijke overtuiging te maken had en heeft.


     Hele gebedsgroepen van vrouwen, zoals op Aruba, komen regelmatig samen om op een eentonige dreun de rozenkrans te bidden. Een niet-katholieke kennis van mij refereerde daar eens aan met de opmerking dat het om afgestompte mensen ging. Ik zei: “Denk je niet dat die mensen op hun manier oprecht met hun God bezig zijn?”; Het is een soort mantra die alle andere gedachten uit je hoofd zet. Veel Boeddhistische sekten hebben ook de gewoonte door het opdreunen van een betekenisloze mantra tot meditatie te komen. Het gaat daarbij niet om de betekenis van de woorden, maar om intens bezig te zijn met God, als een vorm van mystieke beleving. Ik heb dat zelf soms ook, als ik een kerkdienst bijwoon. Boeddhisten zouden dat waarschijlijk meditatie noemen, waarbij allerlei gedachten door je hoofd gaan. Van de preken van de pastoors blijft bij mij zelden iets hangen, niet slechts omdat mijn hoofd bezig is met de vraag naar wat religieus waarheid is, maar ook omdat ik eigenlijk zelden een predikant iets heb horen zeggen wat mij aangreep. In tegendeel. Preken zijn monologen waar je niet op wordt geacht te reageren. De 'belerende' kerk die weinig t leren biedt, dan alleen oer-conservatieve standpuntenen dogma's , die als onveranderlijke waarheden worden verkondigd. Discussie of vragen stellen na zo'n toespraak die men “preek” noemt, zoals bij normale toespraken of lezingen, is uitgesloten. De priester heeft gelijk en dat heb je maar te aanvaarden. Vandaar dat zoveel toehoorders, zoals ikzelf, met enige regelmaat erbij in slaap vallen. En dan zijn er nog priesters die hun belegen overtuigingen zodanig dringend willen uitdragen dat ze aan het eind dan de mis nogmaals gaan staan preken. Natuurlijk ook zonder tegenspraak of discussie te dulden. En dan besefen ze in het geheel niet dat de 'beminde Gelovigen' het al lang zat zijn om nog meer geleuter te moeten aanhoren, want gewoon opstaan en weggaan is natuurlijk onvergeeflijk. En gegarandeerd dat zo'n preker ervan uitgaat dat hij het weer eens geweldig heeft gezegd.


     Bij de buitenlandse priesters op Aruba komt daar nog bij dat bij velen hun Papiaments veel te wensen overlaat, met veelvuldige klemtoontouten en verkeerd woordgebruik, terwijl ze er OOK van overtuigd blijven het weer eens geweldig gezegd te hebben. De beminde gelovigen verlaten dan ook de kerk zonder ook maar één herinnering aan de 'wijze woorden ' van de predikant. En deze praktijken bestaan al eeuwenlang en worden nooit vernieuwd. Zelfs al slaat de predikant kolder uit, dan nog is het verboden om hem tegen te spreken. Zoals die Colombiaanse pastoor op Bonaire die bij het geringe aantal gelovigen tijdens zijn mis, verklaarde dat in Colombia de kerken wel ieder weekeinde vol zaten. Helaas was ik daar niet bij, anders zou ik zeker zijn opgestaan om te zeggen: “zeker met drugsbaronnen, guerrilla terroristen en moorddadige militia's.”;


     Zo is er ook het idiote feit dat de priester per se het evangelie moet voorlezen, vaak met een afgrijselijk accent in de taal die niet de zijne is, met als gevolg dat een groot deel van de parochianen nauwelijks iets begrijpt van wat er gelezen wordt. En dat geldt, uiteraard ook voor de preek. Een keer hebben wij het meegemaakt dat een Peruaanse priester schijnbaar dacht dat hij Papiaments sprak door gewoon voor elk Spaans werkwoord 'ta' te zetten. De werkwoorden zelf liet hij in hun spaanse vorm. Moet dit soort ridicuul gedrag mijn geloof versterken?


     En dan hebben we het nog niet eens over een Arubaanse pedofiele priester, die doodleuk staat te preken alsof hij Zijne Heiligheid zelf is. Gelukkig is hij uiteindelijk, na zich meerdere malen misdragen te hebben, uit het priesterambt gezet. Ondertussen heeft hij wel een aantal jaren de kerk 'gediend' (Ja!) net als die Filippijnse pastoor die zijn parochie voor meer dan een ton heeft opgelicht - om daar nota bene de pastorale medewerkers van te beschuldigen - en die na zijn ontslag nog een jaar of zo in een andere parochie werkte en preekte dat het een lust was, waardoor hij door een van de parochiale leidsters bij vertrek nog de hemel in werd geprezen.


     En wat ook bijzonder ergerlijk is, zijn de sektariërs, die vinden dat ze vooral te pas en te onpas tegen je aan moeten gaan staan preken, om niet te zeggen 'zeiken'. Getuigen van Jehova hebben daar een handje van, om tijdens een normaal gesprek ineens op de proppen te komen met “in het boek der openbaringen staat in hoofdstuk zoveel, vers zoveel, ....”;. Dan heb ik gelijk gegeten en gedronken en vraag me af, of de godsdienst werkelijk de waarde heeft die wij eraan toedichten. Een keer heb ik me echt kwaad gemaakt toen de dochter van een nieuwe werkster voor ons na afloop van het sollicitatiegesprek zei, in het Spaans: “Wij zijn evangelische christenen en beleven ons geloof ...”;waarop ik het niet kon laten te reageren met “en wij zijn katholiek en appreci ëren geen gepreek in dit huis.”; Mijn vrouw was daar boos over, omdat het zo onvriendelijk klonk, maar ik heb er geen spijt van, want gepreek van sektariërs is helemaal onverdragelijk. Trouwens ook van katholieken of protestanten die te pas en te onpas met hun religieuze overtuiging te koop lopen, heb ik mijn buik al lang vol.


     In de biecht, die ik als jongen zoals iedereen om de twee weken aflegde was een van mijn klachten telkens opnieuw dat ik tijdens de hele mis altijd verstrooid was. Nu besef ik dat het een vorm van meditatie was, die mij, zelfs in mijn geloof, rijpte. In die jonge jaren waaraan ik refereer, begon een predikant meestal, na de nietszeggende brul: “beminde gelovigen!”;, met een zin in het Latijn, die blijkbaar de indruk moest wekken dat de spreker zeer geleerd was. In het Grieks probeerden ze het wijselijk maar niet, hoewel het Nieuwe Testament vrijwel helemaal in het Grieks geschreven is, zodat de Latijnse tekst feitelijk al een vertaling is. Vrijwel niemand in zo'n kerk begreep ook maar iets van die Latijnse woorden, evenmin als hijzelf vermoedelijk, maar het klonk toch lekker indrukwekkend! Tijdens de preken zitten mijn gedachten dan ook heel ergens anders. Dat doet me denken aan die keer, toen iemand uit de kerk van Paradera komend zei: “Wat heeft hij mooi gepreekt!”; Het was een Spaanstalige priester, die inderdaad met fraaie spaanse volzinnen een nietszeggende preek had gehouden. Dus vroeg ik: “Wat heeft hij dan gezegd?”; Ik kreeg geen antwoord, alleen maar een beledigde blik, volgens mijn vrouw, want aangezien ik blind ben kon ik dat gelukkig niet zien.


     De kerk - ik houd mij maar even bij de Katholieke kerk - die kerk zit vol van middeleeuwse gebruiken en rituelen, die om aanpassing schreeuwen maar niet krijgen. Bijvoorbeeld, in alle landen van Noord Europa - behalve Polen natuurlijk - zal geen pastoor het meer wagen om te verklaren dat een bepaalde dag “een verplichte zondag”; is, zoals Hemelvaartdag, Allerheiligen en dergelijke. Op Aruba Bonaire en Curaçao staan deze dagen op de parochiekalenders nog steeds aangegeven als “día wardá”;, dat is: ' verplicht' op straffe van zonde. Het houdt in dat men op zo'n dag verplicht is een mis bij te wonen. Maar ook hier haalt menigeen er zijn schouders over op en sinds de Corona pandemie al helemaal.


     In het hele Christendom, en nadrukkelijk in het Katholicisme en de Oosters Byzantijnse kerken, is de maagdelijke geboorte van Jezus Christus eenvoudigweg een dogma waarop geen tegenspraak wordt geduld. Jezus is een conceptie van de Heilige Geest aangekondigd door de engel Gabriel, geboren uit de maagd Maria, die daarbij altijd maagd is gebleven. Hoe dat in vredesnaam mogelijk is, is mij een raadsel, want de keizersnede was toen bij mijn weten nog onbekend. Dat dogma heb ook ik echter tot mijn huidige verbazing gedurende een groot deel van mijn leven aanvaard als de waarheid, en WAAROM IK begin jaren zestig ook sceptisch WAS over een BBC hoorspel, waarin Christus op natuurlijke wijze geboren was en ook broers en zusters had.


     Waar er, in het Nieuwe Testament sprake is van de broeders van Christus, werd dat altijd uitgelegd als synoniem voor neven, wat in verschillende talen gebruikelijk zou zijn geweest. Nu komt dat inderdaad wel voor, ook in moderne talen als het Russisch, maar dan is er meestal een voor- of achtervoegsel aan toegevoegd. En een vertaler die die beroepsnaam waard is, zou dan eenvoudig “neven”;zetten. Overigens bedenk ik dat er alleen sprake is van 'broeders' niet van 'zusters', terwijl Christus toch omringd werd door verschillende vrijgevochte vrouwen, zoals Maria Magdalena.


     Afgezien van de vraag of ik Jezus Christus nog als Godmens aanvaard, heb ik grote bewondering voor de meeste van zijn uitspraken. Niemand kan ontkennen dat met name de sociale leer die hij verkondigde tot op de dag van vandaag nog steeds actueel is. Die blijft niet slechts actueel maar verkondigt pure onveranderlijke medemenselijkheid, ook zonder alle bijkomstige verhalen over wonderen, die ik liever met een korreltje zout neem. Een van Zijn belangrikste geboden “hebt Uw naaste lief zoals Uzelf” wordt met name in Christelijke sekten met voeten getreden. Denk maar aan de verwerping van homoseksualiteit en andere vormen van andersgeaardheid. Ondanks dat heden ten dage vrijwel algemeen bekend zou moeten zijn dat het kansspel van de evolutie naar beide kanten ook van de norm afwijkende vormen voortbrengt, worden die afwijkingen verworpen als van God verboden, als ze op de seksualiteit betrekking hebben. Andere genetische afwijkingen zijn natuurlijk niet verboden, zoals blindheid, doofheid, autisme, verstandelijke beperking en ga zo maar door, hoewel ze in wezen dezelfde oorsprong en oorzaak hebben, maar dat is de straf van die 'liefdevolle'God, voor eigen of ouderlijke misdragingen (lees'zonden'(!) En ja, die evolutieleer is natuurlijk verwerpelijk, want volledig in strijd met de Bijbel! In die Bijbel immers worden de sodomieten en Gomorrezen door God zelf naar de verdoemnis geholpen.


      Er zijn in de loop der geschiedenis een aantal Maria-dogma's door pausen afgekondigd , waarin iedere katholiek verplicht is te geloven, waarvan je je nu afvraagt: Hoe kwam zo'n paus op die onzin! Neem de “onbevlekte ontvangenis van Maria”;. Die houdt in dat Maria niet belast werd met de erfzonde, maar aan dat begrip heb ik al vele jaren een broertje dood. In een commentaar voor Zuster Judith van vele jaren geleden - zie mijn website: www.de-beijer.aw onder de link “brieven aan zuster Judith” - heb ik in feite het idee van een overerfelijke zonde als absurd verworpen. Als wij willen geloven in de universele liefde aan het eind van de evolutie, dan is elk kwaad van elke mens een vlek op de staat van hyperreflexie, zoals Teilhard de Chardin dat heeft genoemd. En dus bedrijft ieder van ons, volgens deze redenering, de erfzonde, behalve Maria, want die heeft, volgens de heilige overtuiging van het hele christendom, nooit gezondigd. En daar heeft een paus dus een dogma van gemaakt, hoewel hij ervan uitging dat dat betekende dat zij niet belast was met de zonde van Eva. Ik zou bijna zeggen: hoe verzin je het! Maar dat mag ik niet zeggen, want het gaat om een geloofsovertuiging en daar mag je niet mee spotten.


     Daarbij moeten we ook nog bedenken dat iemand die zijn leven lang geen enkele verkeerde gedachte heeft gehad en geen enkele verkeerde daad heeft gepleegd, wel een levenlang durend gevecht moet hebben geleverd om alle verleidingen te weerstaan, want als zij nooit enige verleiding heeft gevoeld is er geen sprake van zondenloosheid, maar van totaal gebrek aan enig menselijk gevoel. Dus iemand die in alle opzichten volkomen frigide en a-sexueel was, en dus een meelijwekkend mens. Maar hoe kom ik nou toch op zulke ondenkbare ideeën?


     Godsdienstige overtuigingen mag je niet bestrijden, zoals Socrates al ondervond toen bij het hele pantheon van goden en halfgoden van de Griekse mythologie in twijfel trok. Dat moest met zijn dood bestraft worden door het drinken van de gifbeker.


     Ook andere dogma's met betrekking tot Maria, zoals de Terhemelopneming met ziel en lichaam en de kroning in de hemel zijn volgens mij hallucinaties van een paus die nodig psychiatrische hulp had moeten zoeken. Maar ondertussen wordt elke gelovige wel verplicht dit soort dogma's als absolute waarheid te aanvaarden en hele volksstammen doen dat dan ook. Op Aruba wordt zelfs gebeden, tijdens de glorievolle geheimen bij de rozenkrans, dat men dit met hart en ziel aanvaardt! Welnu, dat doe ik dus absoluut al lang niet meer en dus ben ik voor Arubaanse begrippen een pagano.


     Echter, ik ben mij al geruime tijd geleden af gaan vragen wat er in vredesnaam verkeerd zouzijn aan een natuurlijke conceptie en geboorte van Christus. Engelen kunnen mij weinig bekoren, want ik kom er niet onderuit, dat de vijfde eeuwse Griekse theoloog en filosoof Pseudo-Dionysius de Areopagite geweldig aan het fantaseren is geweest met zijn rangen en standen van engelen. Het zijn schitterende fantasie ën die voor grote poëten als John Milton - Paradise Lost; paradise regained - en Joost van den Vondel - Lucifer - aanleiding zijn geweest tot het scheppen van grootse literatuur. Maar engelen zijn gewoon een vorm van heno-theïsme, dus een overblijfsel van poly-theïsme en dus in feite overblijfsels van een heidens geloof. Als je het mij vraagt was Pseudo-Dionysius gewoon bezich te proberen de Griekse mythologie te kerstenen. En dus zijn ze ook nog puur anthropocentrisch. De gevallen engelen, die John Milton en Joost van den Vondel tot schitterende literatuur brachten, kwamen in opstand vanwege Gods schepping van de mens! Dus ook onder hen de aarde en de mens als middelpunt van het universum.


     De fraaie namen als Gabriel en Michael stammen uit de bijbel. De andere zijn door Pseudo-Dionysius verzonnen. In de vroege middeleeuwen verzon men wel meer rare dingen, zoals de drie koningen, terwijl het evangelie van Lucas het heeft over “wijzen uit het oosten”;, zonder referentie aan een aantal. Vermoedelijk waren de drie geschenken daaraan debet. Waarom het koningen werden zal wel altijd een raadsel blijven, maar de drie kregen zelfs fraaie namen (Caspar, Balthasar en Melchior) aan wie ook persoonlijkheden werden toebedacht. Men geloofde zelfs dat er relikwieën van de beenderen van de drie koningen waren! Zulke vreemde fantasieën waren niet ongebruikelijk in de vroege middeleeuwen.


     Zo schijnt ook de Heilige Catarina van Siena (veertiende eeuw) er van overtuigd te zijn geweest dat ze de voorhuid van Christus als ring aan har vinger droeg. Hoe verzin je het in vredesnaam! De moderne psychiatrie zal daar ongetwijfeld wel een naam voor hebben. En die is dus heilig verklaard! Dat betekent dat zo'n persoon zelfs kan interveniëren in ons leven, als we het vragen. Zij moet dus, volgens de huidige regels van de canonisering, minstens een onweerlegbaar wonder op haar naam hebben. Ik zou wel eens willen weten wat dat dan was. Trouwens in alle gevallen, ook heden ten dage, geloof ik geen fluit meer van die 'bewezen' wonderen. Van de Friese priester Titus Brandsma, die in 1942 in Dachau stierf, en op zondag 15 mei 2022 is heilig verklaard, wordt aangenomen dat hij een wonder heeft verricht bij een Amerikaanse priester. Maar het commentaar van een bekende patholoog luidde dat dit soort plotselinge genezingen wel meer voorkomen. Zoals ik al eerder stelde: laat mij een mens zien bij wie een been geamputeerd was en die een nieuw been krijgt - en geen prothese! Dan zal ik in wonderen geloven. En zelfs dat kan in de toekomst wellicht zonder wonder werkelijkheid worden als de wetenschap ontdekt hoe een afgestorven lichaamsdeel kan worden geregenereerd.


     Vreemde en onbegrijpelijke veronderstellingen waren in de Middeleeuwen niet ongebruikelijk. Denk maar aan de dertiende eeuwse schrijfster en mystica Hadewijch van Antwerpen, die een visioen beschrijft van een omhelzing door Christus dat op een volledig orgasme uitdraait. Zij noemt het niet zo, maar haar beschrijving laat geen andere uitleg toe. Bij een man zou je het een 'natte droom' hebben genoemd. Wat moet ikdaarmee? Zoals ook met de visioenen van Daniël, in het oude testament en het boek der openbaringen van Johannes in het Nieuwe Testament, waar de Getuigen van Jehova mee dwepen. Het zijn even zovele dromen die op grond van de godsdienstige overtuiging 'visioenen' worden genoemd. Dat is niet ongebruikelijk, want hallucinaties worden door de psychisch zieke persoon ook veelvuldig visioenen genoemd.


     Dat doet me denken aan een ervaring die mijn vriend Piet Wouters en ik hadden in Toledo in Spanje, in 1955. We waren daar omdat Piet grote kunstzinnige belangstelling had en zelf ook niet onverdienstelijk kon tekenen. Maar naast het huis van Goya en Velásquez bezochten we ook het kerkje met de “Cristo de la braza caída”; (= Christus met de gevallen arm). De legende verhaalt dat een jongeman voordat hij afreisde als soldaat naar de “Guerra de Flandres”;- zoals de tachtigjarige oorlog in Spanje wordt genoemd - hij aan zijn geliefde beloofde dat hij met haar zou trouwen als hij terugkwam. Maar ja, zo'n mooie blonde meid in het verre Flandres - die later wellicht door een stamboomonderzoeker werd ontdekt als de ongehuwde moeder van zijn voorouders, vader onbekend, had hem zijn belofte waarschijnlijk volledig doen vergeten en hij ontkende dus. Daarop riep de ex-geliefde Christus aan om een teken te geven als bewijs dat zij gelijk had. En wat gebeurde er: Een van de armen van het Christusbeeld aan het kruis viel omlaag! Diezelfde avond kwamen wij bij een wandeling op het Plaza del Alcázar een klein pastoortje tegen - klein van gestalte bedoel ik - en herkenbar aan zijn toog en priesterboord en ik ging een praatje met hem maken. Op een gegeven moment liet ik mij ontvallen dat wij ook waren wezen kijken naar de 'leyenda'van de 'Cristo de la braza caída&apos. Daarop riep hij geërgerd uit: “¡No es leyenda!”; - dat is geen legende! Ik kon er met mijn pet niet bij dat hij dat verhaal voor echt gebeurd aannam.


     Vele jaren later, IN 1970, bezochten mijn vrouw en ik de Sowjet Unie. En toen, in wat toen nog Leningrad heette, gaf onze Intourist gids, een meisje van voor in de twintig, Lena Jemeljanova geheten, ons een rondleiding door een kerk met prachtige iconostasen, met bijbelse voorstellingen. En dan zei Lena bij die voorstellingen, in het Duits, “Die Legende erzählt ....”;. Toen dat kleine pastoortje in Toledo zo fel uitriep dat ik het fout had met dat woord “leyenda”;, bedacht ik al: het kan toch niet waar zijn dat de kerk dergelijke onzin nog voor waar gebeurd houdt ook! En toen in Leningrad, stond ik voor hetzelfde dilemma. Had Lena geen gelijk...?


     Zo namen de oude Germanen het Walhalla en de Noordamerikaanse inheemsen de Eeuwige Jachtvelden voor absolute waarheid aan en de Grieken en Romeinen hun hele goden en halfgoden circus en geloofden er heilig in. Met andere woorden: elke kultuur verzint zijn eigen ideale hiernamaals, op grond van zijn aardse leefwereld! De meeste christenen geloven er heilig in dat ze hun overleden gelieven weer zullen zien. Zoals mijn grootvader, die vlak voor zijn dood op 96-jarige leeftijd zei: “Ik ga naar Moeke toe.”; 'Moeke' was zijn vrouw, mijn grootmoeder. En mijn eigen moeder zei: “Ik ga naar vader toe.”; Hindoes en Boeddhisten geloven heilig in reïncarnatie, volgens hun leer een vloek waar men aan moet ontsnappen, maar in werkelijkheid, vermoedelijk, een verlangen naar voortleven. Als zodanig nemen veel westerse dwepers de reïncarnatie over, niet als een vloek maar als een droomwens. Wat ik verwacht kan ik niet zeggen. Ik heb namelijk geen verwachting meer, ik wacht maar af en blijf agnostisch hopen. Na onze dood zullen wij alles begrijpen, zei een diepgelovig mens eens. En wat als het begrijpen met de dood ophoudt?


     We kunnen natuurlijk re ïncarnatie ook opvatten als het doorgeven van onze genen aan ons nageslacht. In dat geval zal ik niet reïncarneren, aangezien ik geen nageslacht heb voortgebracht. Maar hoe vaak horen we over iemand zeggen: “Net haar moeder”;, of “net zijn vader.”; en kennen we de bekende spreekwoorden zoals 'de appel valt niet ver van de boom'. Ik heb eens een opvallend geval daarvan gehoord in een televisieprogramma waarin nmen de stamboom uitzocht van iemand die bij geboorte werd aangezien voor een meisje, maar later een jongen bleek te zijn. En wie schetst zijn verbazing bij de ontdekking dat een bet-bet overgrootvader geboren was als “=quo;Marina”;en gestorven als “Marinus”;.


     

Sommige mensen hebben een bijna dood ervaring, meestal met een aantrekkelijk beeld aan het einde van een tunnel. Mijn grootvader vermoedelijk ook, want hij zei mij, kort voor zijn dood: “Doodgaan is helemaal niet erg.”; De Britse filosoof Alfred Ayer (o.a. “Language Truth and Logic”; waar ik mij gruwelijk aan geërgerd heb) had ook zo'n bijna doodervaring, maar in zijn geval leek het universum in felle strijd. Echter, op de vraag van een BBC verslaggever: “Are you still an atheist?”; was zijn antwoord simpel: “Yes”;.



VII

     Ik wil maar zeggen, mijn geloof wordt steeds meer agnostisch omdat ik mijn ouderlijk huis - de Katholieke Kerk - niet helemaal de rug toe kan noch wil keren. Daarbij blijf ik, al was het alleen maar uit nostalgie, vasthouden aan de oude rituelen. De rozenkrans in mijn broekzak was als het ware een talisman geworden, die mijn geest rust gaf in weerwil van alle toeneemende twijfels.


     Als ik het anthropocentrisme verwerp, kan ik niet anders dan ook de overtuiging loslaten dat een God zich specifiek en uitsluitend op een minuscule zandkorrel in het universum - de aarde - heeft gericht. Geordano Bruno concludeerde daarbij al in de zestiende eeuw tot pantheïsme, waarvan ook Pierre Teilhard de Chardin door zijn eigen confraters werd beschuldigd. Maar toen waren de brandstapels gelukkig verdwenen en kon men hem alleen maar verbieden zijn theorieën te publiceren. Over vrijheid van meningsuiting gesproken! Daar moet je bij de meeste religies niet mee aankomen! Met als extreem voorbeeld, de Islam, want daar word je bij afvalligheid nog steeds ter dood veroordeeld, zoals Salman Rushdy persoonlijk ondervond en daarom moest onderduiken. Dertig jaar na die periode werd hijj alsnog aangevallen en zeer ernstig verwond. En vergis je niet, vele ook in het geheel niet radicale moslims, ook in Nederland waren het wel degelijk eens met de uitgeroepen 'fatwa', feitelijk een vogelvrijverklaring zoals die in de middeleeuwen ook in het Christendom bestond, tegen Rushdy, zelfs zonder ook maar één letter gelezen te hebben van zijn 'Duivelsverzen'. En het zou mij niet verbaasd hebben als er in Nederland iemand die ook nog had uitgevoerd als hij de kans had gekregen.


     Het duurde tot ver in de twintigste eeuw dat het Vaticaan einderlijk de Index van verboden boeken afschafte. Ik herinner mij dat ik het boek 'Les Mains Sales' van Jean-Paul Sartre zat te lezen toen iemand mij waarschuwde met: “weet je niet dat dat boek op de Index staat?”;Het bleek dat alle boeken van Sartre automatisch op de index van verboden boeken kwamen. 'Opera Omnia' heete dat. Ik heb daar toen mijn schouders over opgehaald met de reactie: “Ik zou niet weten waarom dit boek verboden zou moeten worden!”; Intussen is de kerk gelukkig tot het inzicht gekomen dat het verbieden van lectuur niet alleen een inbreuk is op de menselijke vrijheid, maare het individu ook zijn eigen verantwoordelijkheid ontneemt. De zeventiende eeuwseBritse schrijver en politicus John Milton verklaarde in zijn Areopagitica ter bestrijding van een voornemen van het toenmalige Britse parlement om over te gaan tot boekverbranding, dat het verbranden van een boek overeenkwam met het vermoorden van een mens. Dat is, eerlijk gezegd, ook van toepassing op de Koranverbrandingen die in onze tijd door domme hethoofden worden uitgevoerd.


     Teilhard de Chardin vatte zijn theologische overtuiging samen in een uitspraak van Paulus, die in de lezingen in kerkdiensten nooit genoemd wordt, namelijk: “en pase pantha Theos”;, of in het Latijn “in omnes omnia Deus”; = in allen alles God. Als dat geen pantheïsme is, weet ik niet meer wat dan wel. En dan denk ik aan Angelus Silesius, de zeventiende eeuwse Duitse mysticus die zegt:

     “Ich bin wie Gott, und Gott wie ich.
     Ich bin so groß als Gott,
     er ist als ich so klein,
     Er kann nicht über mich,
     ich unter ihm nicht sein.”



     Hoe hij dat kon rijmen met een eerdere uitspraak van hem is mij een beetje een raadsel. Hij zegt namelijk voor deze laatste strofe:

     “Christ' vlucht toch niet voor 't kruis,
     Gij moet gekruisigd worden,
     want anders klimt ge nooit
     tot in de hemelse orden.
”.


     Dat Sint Paulus uiteindelijk pantheïstisch zou zijn geworden, wordt in alle christelijke kerken angstvallig genegeerd, want het panthe ïsme verwerpt vanzelfsprekend logischerwijs de Godmens als verlosser. De priester of broeder die bij Geordano Bruno op de brandstapel een kruis voor hem omhooghield, had dan ook totaal niets begrepen van de overtuiging van de man die daar op zo wrede wijze aan zijn einde kwam. Daar kon hij ook niets van begrijpen, want zijn waarheid was de enige en eeuwige waarheid, waar hij die dat ontkende op grond van bijbelse uitspraken, het leven moest worden ontnomen, zodat hij voor alle eeuwigheid in de hel kon branden. Voor vele godsdienstige overtuigingen blijft hun waarheid de enige en bij sommige moet voor ontkenning daarvan nog steeds met de dood geboet worden , zoals in de Islam. Meister Eckhart in Duitsland ontliep de brandstapel omdat hij als het ware tijdig overleed. Ook deze onvergetelijke wijsgeer en mysticus was in feite tot pantheïsme gekomen, al noemde hij het niet zo.


     En daarmee zit ik muurvast in mijn (on)geloof en moet ik tegen mijn wil en verlangen geloven in de entropie van het bewustzijn, want hemel en hel zijn louter een verlangen. In feite is die entropie het Nirwana van de Boeddhisten. Alle druppels gaan op in de oceaan. Teilhard de Chardin had mij de zo verblijdende hoop gegeven, dat het bewustzijn aan de entropie zou ontsnappen. Bij hem gaat de oceaan op in alle druppels, dat wil zeggen, elk individu elke persoonlijkheid is zich niet slechts bewust van zijn eigen bewustzijn, maar ook ten volle van het bewustzijn van ieder ander. Hyperreflexie noemt hij dat, en het is in feite de universele liefde! Maar ook dat is een vorm van entropie, zou ik zeggen, maar dan niet het Nirwana van de Boeddhisten, dat geen liefde erkent. Ik vraag mij af of de entropie van Teilhard de Chardin door het pantheïsme wordt atgesloten. Het leven is per saldo dynamisch en buiten plaats en tijd bestaat er geen dynamiek. En dus kan er buiten plaats en tijd logischerwijs geen leven bestaan. Echter, buiten plaats en tijd bestaat wel alles wat ooit tot bestaan is gekomen, want al wat eenmaal bestaat kan nooit meer niet bestaan. En dus moet het leven ook blijven bestaan!


     Dat geldt ook voor onsbewustzijn. Ik geef toe, dat is een moeilijke paradox waar ik ook geen antwoord op heb. Ik balanceer tussen hoop en realiteitserkenning. Of, zoals ik al eens geschreven heb in een Amigoe artikel in de jaren negentig, getiteld “Geloof en Ongeloof”;(zie mijn website www.de-beijer.aw onder de link “brieven aan zuster Judith”;): Ik balanceer op de rand die de scheidslijn vormt tussen theïsme en atheïsme, dat wil zeggen tussen geloof in het bestaan van God en geloof in het niet bestaan van God. Soms dreig ik over te stappen maar telkens opnieuw haal ik mijn voet weer terug omdat het geloof dat God niet kan bestaan, mijn eigen bestaan onmogelijk maakt. Maar daarmee is het atheïsme geen ongeloof en zal Einstein volmaakt oprecht zijn geweest toen hij zei: “Ik ben een diep religieus ongelovige.” Alleen, het laatste woord is eigenlijk misplaatst. Want ook het atheïsme is uiteindelijk een geloof, want het is even onbewijsbaar als het theïsme. Echter, bij alle nieuwste astronomische ontdekkingen, ligt de aanvaarding van het atheïsme wel meer voor de hand dan het theïsme. En daarmee sa ik weer voor het dilemma van mijn leven: Atheïsme of theïsme? Ik balanceer! Of misschien beter: ik neig sterk naar het monisme van de God van Spinoza. En dus toch naar pantheïsme!


     Toch moet ik hier tot slot een oud verhaaltje invoegen om mijn overdenkingen te relativeren. In de middeleeuwen waren er eens twee monniken die samen uitvoerig debatteerden in het neo-Latijn, dat toen gebruikelijk was, over het leven na de dood, want daar is iedere gelovige vast van overtuigd. Zij spraken af dat na de dood van de eerste hij aan de ander zou verschijnen in een droom om hem te vertellen of ze gelijk hadden gehad. En zo gebeurde het dat broeder Jacobus overleed, en aan broeder Johannes verscheen op de dag na zijn dood en Broeder Johannes gespannen vroeg: “Taliter qualiter...?”; waarop broeder Jacobus antwoordde: “totaliter aliter!” en hij verdween.


     En dus kan ik het geloof in een persoonlijke God niet helemaal uit mijn wezen verbannen. Ik hunker naar Hem, en zelfs naar de drieëenheid en kan de mij met de paplepel ingegeven riten en gewoonten niet van mij afzetten. Tweemaal in mijn jong volwassen leven heb ik de ervaring gehad dat bij het bidden van een noveen op de negende dag de in mijn gebed gevraagde gunst uitkwam, al was het niet helemaal gelijk aan de wensen, maar wel de verlangde gunst. Meerdere malen in mijn leven heb ik telepathische ervaringen gehad, die alleen in persoonlijke verbondenheid buiten plaats en tijd konden ontstaan. Bijvoorbeeld, op het moment dat mijn beste vriend in Nederland stierf, moest ik op Aruba om drie uur in de ochtend ineens hevig overgeven, terwijl ik niet ziek was. Ik begreep niet wat de oorzaak kon zijn, maar een telefoontje van zijn vrouw, de volgende ochtend bewees dat hij op dat moment was overleden. Is dat te rijmen met de entropie van het bewustzijn en van het wegvallen van de dynamiek van het leven? Een frater onderwijzer vertelde eens dat hij één keer had meegemaakt dat een jongen in zijn klas ineens uitriep: “Frater, mijn broer verdrinkt!”. Die broer was inderdaad op dat momen in ... Indonesië verdronken.


     trouwens,laten we nu wel wezen: hoe vaak overkomt het ons niet dat we uitroepen “Als je het over de duivel hebt, trap je hem op z'n staart!”; Iemands geest, of bewustzijn, of hoe je het ook noemen wil, is in de nabijheid en wij voelen het telepathisch. En het is een menselijke ervaring van overal, want de uitdrukking bestaat in verschillende vormen in allerlei talen, zoals in het Spaans: “Hablando del rey de Roma por la puerta asoma.” of in het Frans: “quand on parle du loup, on en voit la queue.”; en in het Papiaments: “Papia di diablo bo ta trapa su rabo.”; en in het Engels: “Talk of the devil and his imp appears”;en in het Duits: “Sieh mal wer da kommt!”; Als het in sterkere mate voorkomt, zoals bij sommige mensen, noemen we het wel een zesde zintuig. Een goede vriend van ons en van de hele familie, Jos Sambo, bezat dat vermogen. Op een dag dat ik alleen thuis was en een ernstige stroomstoring kreeg, stapte hij tien minuten later binnen met de mededeling: “Ik was op weg naar huis en dacht ineens, 'laat ik Henk eens even gaan bezoeken.'.” en hij keerde zijn auto en zo werd de stroomstoring in een wip opgelost.


     We bezitten het dus allemaal in meerdere of mindere mate. En dat houdt in dat ons bewustzijn wel degelijk ook buiten ons eigen lichaam bestaat. En dus, zou ons bewustzijn, onze ziel, zo men wil, ook na onze dood kunnen bestaan. Ik weet het niet ....


     Het gaat hierbij niet om visioenen, of fantasieën! Het zijn ervaringen, die door menige atheïst wel zullen worden weggezet als door het menselijk brein zelf opgewekte verlangens. Als je ze echter kunt koppelen aan directe ervaringen, zijn het ook reële ervaringen en geen zelf verwekte mystieke visioenen. Dat geldt ook voor ervaringen die meestal aan toeval worden toegeschreven, maar die op het moment van de gebeurtenis precies het gewenste effect hadden. Ik heb dat meerdere malen ervaren, maar wil er liever niet diper op ingaan, al kan ik met de hand op het hart verzekeren dat een hevige regen en onweersbui in Madrid mij heeft gered van een ernstig probleem.


     Eén geval , hoewel dat natuurlijk geen toeval met effect was, is het volgende: toen mijn vrouw en ik ons net op Aruba gevestigd hadden eind december 1973 kregen wij bezoek van pastoor Kranwinkel van Paradera, die bij de eigenaar van ons huis had gehoord dat wij daar waren komen wonen. Hij vroeg mij toen waar ik vandaan kwam en ik zei “uit een dorp dat U zeker niet zult kennen, uit Gendt in de Betuwe. &dquo; En zijn antwoord was: “daar heb ik mijn eerste openbare mis gedaan.”;. en op mijn vraag in welk jaar, was het antwoord “in 1932.”;mijn geboortejaar. Later realiseerde ik mij dat hij natuurlijk in het Dominicanenklooster in Huissen had gezeten.


     Als gevolg daarvan kan ik niet besluiten tot atheïsme of pantheïsme en houd het dus maar op agnosticisme en de twijfel uit mijn jeugd, met een onweerstaanbaar verlangen naar de 'Verijsenis van het lichaam' en het eeuwig leven! Misschien kan ik beter zeggen dat het een hoop is, dan een verlangen. Ook al druist die hoop in tegen alle logica van de kennis van nu. Maar het sluit de verwerping van het anthropocentrisme niet uit. Wens mij daarom geen 'eeuwige rust' maar eeuwig leven.


     Henk de beijer, Sero Biento 13-E, Aruba.

     Geboren op 7 juli 1932 te Gendt, Over Betuwe, Gelderland, Nederland.

     Ouders: Willem de Beijer en Anna de Beijer-Ederveen, beiden geboren in 1900.


retour hoofdmenu


____________________________________________________________________

Reactie Jan Veneman:


Ik maak een tweedeling:

- je opsomming van de vele “ongerijmdheden” in de officiële opvattingen over God en in de leer van de RK Kerk welke je constateerde en bediscusiëerde met menigeen.

- je denkwijze mbt tot het bestaan van é én waarheid of God in relatie tot de opvatting van de Kerk en anderen.

De opsomming van “ongerijmdheden”.

Het zijn er vele! Ik vind ze goed verteld. Je bent een goede verteller en schrijver, vind ik. Als lezer wil ik altijd wel naar de volgende alinea of paragraaf. Compliment daarvoor, evenals voor je geheugen en/of wijze van documenteren: je hebt veel onthouden en bewaard. Dat is een prestatie! En het is mooi!

Het is ook een behoorlijk omvangrijke opsomming van ongerijmdheden en @@inconsistenties in een inmiddels millenia oud geloof. Dat daarin –om et met understatement te zeggen- enige inconsistenties voorkomen na zo lange tijd én met een aantal dogma”s is te begrijpen. Maar je zou er als Kerk iets mee moeten….. Dat is ook

deel van je bezwaar; de Kerk laat ze voortbestaan of benoemt ze anders dan een inconsistentie.

De ongerijmdheden zullen nog lang een bron kunnen zijn van vermaak en ergernis: Het Rijke Roomsche Leven.

Het bestaan van één waarheid.

Je stelt : “…… godsdiensten die zich louter op één enkele planeet in het eindeloze heelal richten - de aarde – kunnen eenvoudig niet de enige waarheid zijn. “

Echter: godsdiensten richten zich niet expliciet op één enkele planeet, in die zin dat ze er in hun leer en dogma's andere planeten en mogelijk leven aldaar bij halen en vervolgens verklaren dat het aardse het enige juiste is. Er is voor hen niets anders dan het aardse. Het aardse is het niet ge-expliciteerde vertrekpunt en eindpunt en er is geen noodzaak zich in te laten met buitenaards leven, laat staan een buitenaardse godsdienst.

De introductie van een “leven elders” is vooralsnog een gedachtenexperiment. Interessant, zeker, maar voor een gevestigde leer niet relevant en vooral riskant om uit te voeren. Doen ze dus niet.

Overigens denk ik dat de kerkelijke leer in het geval van de erkenning van “leven elders” zal verklaren dat er één God is voor het gehele heelal en alles daarin, die zich op diverse plekken op diverse manieren manifesteert en in de taal en context van elke afzonderlijke planeet. Monisme dus. We krijgen dan de exegeses die de mogelijke verschillen in beleving van universele goddelijke aanwezigheid moeten verklaren. We krijgen overwerk voor de theologen en onherroepelijk verklaringen over ketterij…. op wat grotere schaal ……. Oftewel: het centraal stellen van de eigen opvatting, waarvan je aangeeft dat de Neanderthalers er reeds mee begiftigd waren (of gezegend als overlevingsmechanisme).

Dat centraal stellen klopt wel; maar er is méér: we kunnen als mensen ook bijstellen wat we centraal stellen, of zelfs geheel wijzigen. Ik meen dat Saulus/Paulus daar een voorbeeld van is. En er zijn er meer te noemen op het terrein van de wetenschap: elke paradigma shift getuigt ervan.

De vraag blijft dan: bestaat er één waarheid. Ik denk dat daar niets op tegen is zolang andere waarheden daaruit afleidbaar zijn. Laten we het anders stellen: kunnen er méér waarheden zijn die niet tot elkaar herleidbaar zijn? Elkaar uitsluiten? Dat leidt onherroepelijk tot de vraag: wat is een waarheid; wat is waarheid. In de wetenschap zoals die opgebouwd is, kunnen er geen elkaar uitsluitende waarheden zijn. Zelfs gaat men ervan uit dat er één natuurwet zou bestaan waarbinnen alle andere een plaats hebben; de unificatie theorie. Dit alles weet je al.

Wat is dan het verband van wetenschap met geloof? Ik denk: geen. Daarom heet het geloof. Geloof waarin? In een scheppende alwetende alomvattende oorsprong. Noemen we God.

Er is geen wetenschap van dit geloof in de zin van wetenschap die werkt met falsificeerbare stellingen welke gelden tot dat ze aantoonbaar niet voldoen aan de feitelijkheid.

Geloof is geen wetenschap. Geloof is rationeel de (onbewezen) aanname van het bestaan van een scheppende oorsprong en emotioneel de beleving ervan en –beter nog- de beleving ermee verbonden te zijn.

Is er dan één scheppende kracht? En is die nog werkzaam? Kun je ermee in contact komen? Welke vorm heeft die dan? En nog duizend en één vragen die over die scheppende oorsprong gesteld kunnen worden. En ook daadwerkelijk gesteld zijn en gesteld worden ……én beantwoord. Dan heb je een theologie. Wij werden ingewijd in één van deze theologiën via de catechismus. (vraag 1: wie is God? Vraag 2: Waar is God? Vraag 3: Waartoe zijn wij op aarde? )


Geloof en institutie


Ik denk dat je er geen moeite mee hebt de overgedragen beelden van God achter je te laten. Ook niet met het relativeren van de Goddelijke betekenis van de Kerk of Kerken. Dat doe je feitelijk met het aandragen van al die ongerijmdheden. Laten we dat en wat er allemaal bijhoort het “badwater”noemen. Tegelijkertijd ervaar je een diepe verbinding met de scheppende alomvattende oorsprong welke je niet kwijt wilt. Laten we dat “het kind” noemen. Je begrijpt”: Je kunt je van het badwater geheel of gedeeltelijk ontdoen –al naar believen- zonder je van het “kind” te ontdoen. Je geeft ook duidelijk aan dat je dat laatste niet wil.

In deze context leek me het boek van Huxley, De Eeuwige Wijsheid, een interessant boek voor je. Het is een gedegen studie. De synopsis op de achterkant luidt als volgt:


“Aldous Huxley stelt dat er drie poorten zijn waardoor we de eeuwige wijsheid kunnen benaderen.

We kunnen van de grond af beginnen met oefeningen en moraal, zoals Gautema Boeddha voorstond; we kunnen beginnen bij de top met het overpeinzen van metafysische waarden, zoals geboren filosofen en theologen; we kunnen ook binnengaan door de middelste poort, die van de devoot contemplatieve naturen, zoals soefi”s, mystici, Quakers e.d.

Huxley wil de lezer door de middelste poort binnenvoeren in de eeuwige wijsheid zoals die door de godsdienstige tradities is uitgedrukt in Azië en Europa.

Dit boek wijkt volkomen af van alles wat Huxley tot nu toe geschreven heeft en het moet een van zijn belangrijkste werken geacht worden.

Hij heeft er, onder verschillende hoofden gegroepeerd, in samengevat al wat de groter godsdientige denkers en mystici van oost en west hebben ervaren van de goddelijke werkelijkheid.

Men kan het zien als een inleiding tot die eeuwige wijsheid die, boven geloof en ras en nationaliteit uit, door de eeuwen heen steeds door de groten van het menselijk geslacht is beleden.

Deze moderne samenvatting dooe een man die jarenlang een dieoe en hartstochtelijke studie heeft gemaakt van dit onderwerp kan velen weer doen grijpen naar wat hun leven grond en zin geeft. “

Geloof en institutie zijn verschillende zaken. Gelukkig: daarom kun je beiden in je eigen leven – in jouw geval ook binnen de context van Aruba – een eigen plaats geven. En dat hoeft niet de plaats te zijn die “het instituut” zichzelf toedicht.

Zelf heb ik , op een paar kleinigheden na- voornamelijk goede herinneringen en positieve bewaarde belevingen aan het instituut van de Kerk. Ik kijk er al vele jaren “institutioneel” naar. Het heeft nut, droeg bij aan vooruitgang, alles op een menselijk, zeg maar “institutionele”manier, met liefde en betrokkenheid en met geweld en dwang. Typisch aards. Het is niet anders.

Persoonlijk geloof ik een Schepper (m/v/etc). Mijn thuis is het heelal, daaruit kom ik voort en daarheen keert dit stoffelijke weer. Wij waren er, zijn er en zullen er immer zijn; wij zijn geschapen naar het beeld en de gelijkenis van de oorsprong. Maken er onlosmakelijk deel van uit. Onze beperktheden in dit hier en nu staan de erkenning en beleving van die onlosmakelijkheid in de weg. In die zin begrijp ik wel dat de verlossing komt nadat deze beperkingen geheel afgelegd zijn.

De natuurkunde en daarbinnen de quantummechanica zijn spectaculaire pogingen om de oorsprong te benaderen en te doorgronden. Ik ervaar het –voor zover ik het kan volgen- als fascinerend. Én ik besef wel dat we hier deze doorgronding van de oorsprong dicht kunnen naderen maar nooit geheel.


Slotopmerking:


Je stelt: - “Buiten tijd en plaats bestaat wel alles wat ooit tot bestaan is gekomen. Want al wat eenmaal bestaat kan nooit niet meer bestaan. “

Maar waarom zou er een “buiten tijd en plaats ” moeten zijn? Alles was en wordt energie en is in die zin altijd bestaand in de een of andere vorm. De eerste en tweede wet van de thermodynamnica stellen dat. Het concept van “buiten tijd en plaats” is niet nodig om te verklaren dat wat eenmaal bestaat nooit meer niet kan bestaan. (Ockham”s scheermes).

Dank voor je vertrouwen en het toezenden,


Groet!


terug naar hoofdmenu.



Jan