DE PORTUGESE INVLOED OP HET PAPIAMENTO


door Henk de Beijer


     Toen ik mij, halverwege de jaren vijftig een kursus Portugees aanschafte, omdat ik van plan was behalve Spanje ook Portugal te bezoeken, konstateerde ik al snel, tot mijn verrassing, dat er een veel grotere verwantschap bleek te bestaan tussen die taal met het Papiamento dan men algemeen scheen aan te nemen. Mijn kennis van beide talen was toen echter nog niet diepgaand genoeg om verantwoorde konklusies te trekken.


     Eind jaren zestig hadden mijn vrouw en ik, toen -woonachtig in Amsterdam, vaak bezoek van kinderen uit haar sluisklas, waarin zij moest proberen, aanvankelijk kinderen van Spaanse en portugese gastarbeiders samen, later alleen portugese kinderen, klaar te stomen om door te kunnen stromen naar de normale klassen. Op een dag waren de twee broertjes Andrade bij ons thuis, afkomstig van de Kaap Verdische Eilanden, toen er een telefoontje kwam en mijn vrouw gedurende geruime tijd een gesprek voerde in rap papiamento. Na afloop zeiden de beide Andrades stomverbaasd: "Juffrouw, we hebben alles bijna letterlijk kunnen verstaan! Zo praten wij thuis ook!"


CRIOLHO


     De Kaap Verdische Eilanden, oftewel de republiek Kaap Verde, liggen, vijftien in getal, zo'n 600 kilometer ten Westen van Kaap Verde, de meest westelijke punt van West Afrika in de Atlantische oceaan. Wat klimaat en bevolking betreft hebben ze vrij veel gemeen met de Nederlandse Antillen en Aruba. Ze werden pas in 1492 bevolkt door voornamelijk portugezen en later Afrikaanse slaven, zodat thans de bevolking van ruim vierhonderd duizend zielen vooral uit creolen en mulatten bestaat. Overigens de overgrote meerderheid van de kaap verdianen, zo'n miljoen, woont ver buiten hun geboorteland als "emigrantes".


     Hoewel de officiële voertaal het Portugees is, spreekt de bevolking Criolho, en die taal lijkt bijna een tweelingzusje van het Papiamento, zij het dat het uiteraard de Nederlandse en Engelse invloeden ontbeert.


     Hoe men het ook wendt of keert, Dit feit toont op de eerste plaats onomstotelijk aan dat het Papiamento met de negerslaven uit Afrika naar de Nederlandse Antillen is meegekomen. Het omgekeerde is namelijk volstrekt onaannemelijk. Op de tweede plaats toont het aan dat de denigrerende benaming die het Papiamento in het begin van de 20ste eeuw wel meekreeg, namelijk: "negerSpaans" op z'n hollands gezegd als een tang op een varken sloeg, niet vanwege het woord "neger" daarin, want wie daarover valt is een rassist, maar vanwege de totale miskenning van het wezenlijke taaleigene, door het tot verbasterd Spaans te kleineren.


     Echter, het moet ons van het hart, ook degenen die het Papiamento wel degelijk een warm hart toedroegen, of het nu was omdat het hun moedertaal was, of omdat men taalkundige belangstelling had, bleven de taal toch steeds benaderen als een soort Spaans dialect, daarmee volkomen voorbijgaand aan de grammaticale structuur van het Papiamento, die met het Spaans weinig of niets van doen heeft, op enkele vormen na die er later zijn ingeslopen. Ook in meer recente jaren zijn het toch steeds hispanisten die trachten de taal diepgaander te bestuderen en die zich maar moeilijk los weten te maken van de Spaanse linguistiek.


     De gramatica van het Papiamento is evenmin Portugees, al zijn er wel degelijk een aantal typische Portugese trekjes in aan te wijzen, zoals bijvoorbeeld de ingewikkelde beleefdheidsvorm en de persoonlijke infinitief waar we verderop op terug komen. Niettemin kan zonder meer gesteld worden dat de spraakkunst van het Papiamento čn van het Kaapverdische criolho Afrikaans van oorsprong moet zijn.


PORTUGESE WOORDEN


     Van vele woorden kan eenvoudig met geen mogelijkheid worden vastgesteld of ze oorspronkelijk aan het Spaans of aan het Portugeees zijn ontleend, omdat ze in beide talen min of meer gelijk zijn. Bijvoorbeeld "señor" en "señora" kunnen evengoed van oorsprong Portugees zijn als Spaans. Alleen worden ze in het Portugees anders gespeld, namelijk met "nh" in plaats van "ñ". De uitspraak is hetzelfde.


     Het meest bekende Portugese woord in het Papiamento is de naam van het eiland Curaçao. Het moet eigenlijk gespeld worden: "Curação" en betekent gewoon "hart". Een aantal woorden die dagelijks in gebruik zijn en die het Papiamento aan het Portugees heeft ontleend, kunnen zo worden opgesomd. Daarbij zij opgemerkt dat in het Portugees de Spaanse "ñ" wordt geschreven als "nh" en de Spaanse "LL" als "lh". De uitgang "ão " klinkt ongeveer als "aung"; "ãe" (als "aing".


PAPIAMENTO     PORTUGEES     NEDERLANDS


ainda          ainda         nog
anto           então          dan, dus
bon            bom            goed
forsa          força         kracht
lensu          lenço         zakdoek
mai            mãe           moeder
man            mão           hand
morto          morto         dood
nobo           novo          nieuw
pai            pãe           vader
porku          porco         varken
pretu          preto         zwart
soño           sonho          droom
te             até           tot
tempu          tempo         tijd
tera           tera          land

     Het bovenstaande rijtje is verre van kompleet. Het geeft slechts enkele voorbeelden. Daaruit kan echter al één ding worden opgemaakt: die woorden, die een beklemde "e" of "o" hebben, waar het Spaans diezelfde "e" of "o" diftongeert naar "ie" en "ue" zijn kennelijk aan het Portugees ontleend, dat die diftongering niet kent.


     Veel sprekers van het Papiamento hebben de sterke neiging om, bij het substantiveren van werkwoorden niet de Portugese uitgang "mento" maar de Spaanse vorm "miento" te hanteren, blijkbaar in de overtuiging dat dat mooier klinkt. De vorm "mento" staat al in de naam van de taal: "Papiamento", en derhalve zou iedereen zich er voor eens en voor altijd van bewust moeten worden dat diezelfde substantiveringsuitgang ook aan andere werkwoorden dient te worden gehecht. Dus: "fayesimento" en niet "fayesimiento" (= overlijden), enzovoort.


     Een ander typisch Portugees trekje van het Papiamento is de verschuiving van een onbeklemde "o" naar de klank "U" (Nederlands "oe") wat vooral sterk is op Curaçao, en in mindere mate op Aruba. Bovendien kan met zekerheid worden aangenomen dat de sterke nasalisering van bijvoorbeeld een slot"n" in het Papiamento aan het Portugees is ontleend, hoewel die klank in het Portugees met de letter "m" wordt gespeld of als "ão" of "ãe". Bijvoorbeeld:


PAPIAMENTO     PORTUGEES     NEDERLANDS tin            tem            heb(ben)
den            em             in
mañan          amanhãe        morgen
man            mão            hand
ruman          irmão          broer/zus


BELEEFDHEIDSVORM


     Heel typisch Portugees is de beleefdheidsvorm in het Papiamento. Elke buitenlander heeft daar in het begin de grootste moeite mee. Een vraag als:

Pai a kome pai su kuminda kaba? (Heeft U Uw eten al op (vader)?)
klinkt een buitenlander heel vreemd in de oren, maar is vrijwel letterlijk overgenomen uit het Portugees. In die taal is men al heel familiair als men "você" gebruikt; "tu" bestaat alleen bij verregaande intimiteit. In het algemeen gebruikt men, net als in het Papiamento de titel, of de naam, of de titel plus naam waar de Nederlander gewoon "U" zal zeggen en tegenwoordig trouwens al hoe langer hoe minder zelfs "U" (helaas!).


     Grappig is overigens, - dat doet de vraag rijzen of het inderdaad puur Portugees is - dat ook in het surinaamse Nederlands dergelijke vormen voorkomen, zoals in het bekende grapje van de tante die een nichtje met een boodschap naar haar zus stuurt. Het kind zegt, daar aangekomen:"Tante vraagt of tante vanavond bij tante kan komen, en als tante niet bij tante kan komen komt tante bij tante." In het negentiende eeuwse Nederlands kwamen dat soort vormen ook voor.



PERSOONLIJKE INFINITIEF


     Een puur Portugese structuurvorm is de zogeheten "infinitivo pessoal" (persoonlijke infinitief), die in het Spaans niet bestaat. In het Portugees is het zelfs een vervoegde vorm, waarbij er een persoonsvorm aan de infinitief wordt gehecht, omdat in die taal het voornaamwoord arbitrair is. Bijvoorbeeld: "falar" = praten/spreken. De persoonlijke infinitief is: falar, falares, falar, falarmos, falardes, falarem . In het Papiamento bestaat die verbuiging niet, maar de constructie is verder gelijk aan het Portugees: pa + onderwerp + onbepaalde wijs, waarmee een hele bijzin vervangen wordt. Bijvoorbeeld:


Pa mi bin na ora, mi mester sali timpran. = Als ik op tijd wil/moet komen moet ik vroeg vertrekken.
Pa bo sa! 't Is maar dat je 't weet!

     Ook de Papiamentse werkwoordstructuur waarin werkwoorden niet zelf verbogen worden, maar met, wat we zouden kunnen noemen "tijdspartikels" (ta, a, lo) worden vervoegd, wat vermoedelijk Afrikaans van oorsprong is, kan heel goed, bij het ontstaan van het Papiamento ondersteund zijn, door de Portugese gewoonte om progressiviteit uit te drukken met behulp van "estar a" + infinitief. Daarbij zij opgemerkt dat "está a" klinkt als "shta". Bijvoorbeeld:

PORTUGEES     PAPIAMENTO     NEDERLANDS
Está a falar;   E ta papia      Hij praat.

     Het Portugees heeft geen dynamische invloed meer op het Papiamento, wel op het Criolho op de Kaapverdische Eilanden, waardoor de twee tweelingtalen gestaag uit elkaar groeien. Het Papiamento verwatert hoe langer hoe meer, onder invloed van spaans, Nederlands en Engels. Dat is jammer, maar onvermijdelijk. Het is een verschijnsel dat zich overal ter wereld voordoet, door de toegenomen internationale communicatie. In Nederland, bijvoorbeeld, zijn vele oude dialekten langzaam maar zeker aan het verdwijnen. Ook dat is erg jammer, maar het zijn niet de eerste "talen", die in de geschiedenis der mensheid zijn uitgestorven. Of het Papiamento ook dat fatale lot beschoren zal zijn, hangt mede af van de vraag wanneer de onderwijs ministeries er nu eindelijk eens een keer toe overgaan de moedertaal minstens als vak op het lesrooster te plaatsen van zowel basis als voortgezet onderwijs. Me dunkt dat er al kasten genoeg vol liggen met rapporten dienaangaande.


Retour hoofdmenu