NOGMAALS: NEDERLANDSE EXAMENS - JA OF NEE?


(gepubliceerd in de Amigoe van zaterdag 26 mei 2018)


     Het was niet mijn bedoeling, maar ik kom er niet onderuit nogmaals te reageren, deze keer op het stuk van Arnoud Kuijpers in de Amigoe van dinsdag 23 mei 2018. Als de minister van onderwijs zijn gezonde verstand gebruikt, legt hij alle suggesties die de heer Kuijpers opsomt, naast zich neer, want er is slechts één oplossing voor het probleem: verbeter het onderwijs in de Nederlandse taal in het basis onderwijs met minstens honderd percent. Het zal geen effect hebben als dat niet gebeurt volgens de "total emersion" methode, met andere woorden: onderdompeling in de taal.


     Goed, ik ben niet iemand die het verleden ophemelt, maar het bewijs ligt daar, waar in dat verleden alle onderwijskrachten de hele dag Nederlands spraken en soms zelfs zo ver gingen om het Papiamento op de speelplaats te verbieden, wat natuurlijk wel overdreven radicaal was. Ook hou ik er niet van onszelf als voorbeeld te geven, maar bepaalde ervaringen zijn betere getuigenissen dan alle suggesties van wijsneuzen die niet gehinderd worden door kennis van zaken. Mijn op Aruba geboren en getogen vrouw begon in 1957 als jong onderwijzeres - zo heette dat toen nog bescheiden! - aan de Christus Koning lagere school - ook nog een term van toen - met een gecombineerde vierde en vijfde klas met vijftig leerlingen! Die leerlingen waren in meerderheid Caribisch Engelssprekend. Tot op de dag van vandaag, komt zij nog regelmatig oud-leerlingen uit die tijd tegen, die dan roepen: "Juffrouw Marina!" En stuk voor stuk verklaren ze eveneens hoeveel beter zij het Nederlands beheersen dan de huidige jeugd.


     Na de periode van 1965 tot 1974 in Amsterdam, stond ze in januari 1974 tot begin 1980 aan wat toen nog bescheiden heette: de Sint Jozefschool in Santa Cruz en alleen in een korte periode in de eerste klas gebruikte ze tussendoor ook Papiamento. Haar ex-leerlingen van daar kennen haar ook nog als "juffrouw Marina". Daarna kwam ze aan de Mon Plaisir lagere school en leverde ieder jaar vanuit haar zesde klas minstens vijftien van de dertig leerlingen af voor Colegio Arubano, waaronder nu op Aruba en in Nederland werkende hoogopgeleide academici, evenals sommige leerlingen die niet wilden leren, maaar intussen wel vloeiend Nederlands spreken. En die begroeten haar allemaal altijd enthousiast als Juffrouw de Beijer".


     Ikzelf woon inmiddels geen twee jaare, maar 45 jaar op Aruba met mijn eega al 53 jaar getrouwd en heb velen (Nederlanders, Filippijnse pastoors, Amerikanen en zelfs een Russische dame) Papiamentse les gegeven, aan de hand van de door mijzelf ontwikkelde cursus en al zeg ik 't zelf, met goed succes. Vraag 't maar aan ex-leerlingen.


     Hoe je het ook wendt of keert, het basisargument is dat Aruba niet zonder Nederlands kan en dat we het dus goed moeten kennen! De Amigoe bestaat bij de gratie van een meerderheid aan Papiamentstalige abonnees van Aruba, maar als we de negatieve ontwikkeling van de laatste dertig jaar volgen, zou dat wel eens op een faillissement kunnen uitdraaien. De commentaren die ik krijg op mijn stukjes zijn vrijwel altijd van Papiamentstaligen en vrijwel altijd positief. Het hoeft van mij beslist niet op de manier van Frankrijk, dat in zijn "départements d'Outremèr" -Corsica, de Franse Antillen, Frans Guiana, Réunion en Frans Caledonië gewoon het Franse onderwijs handhaaft. Maar het moet wel stukke beter dan nu vooral ook met de opleiding van leerkrachten, want daar staat en valt je onderwijs mee.



}