IS HET LEVEN UNIVERSEEL?

IS HET LEVEN UNIVERSEEL?



DOOR



Henk de Beijer





     Als we sommige dagelijkse"drukwerkjes"mogen geloven, dan bestaat er niet alleen buiten de aarde leven, maar zelfs hoog ontwikkeld intelligent leven, dat zich met behulp van vliegende schotels (of UFO's) door het heelal verplaatst, en regelmatig op aarde zijn opwachting maakt op zeer afgelegen plaatsen, bij lieden met een minimum aan intelligentie. Zoiets moet de nuchtere lezer wel concluderen. want er is nog nooit één zinnige boodschap van hen doorgekomen. Hoewel ... een Engelse kennis van mij, Gavin Gibbons M.A., die begin jaren vijftig van de vorige eeuw een boek schreef onder de titel: Flying Saucers have landed, had daar een, voor hemzelf aannemelijke verklaring voor. Di buitenaardse lieden hadden helemaal niet de bedoeling zich in onze zaken te mengen! Tenzij het helemaal de spuigaten zou uitlopen, want ze hielden ons wel in de gaten.



UFO'S



      Vooral eind jaren veertig en zowat de hele jaren vijftig van de vorige eeuw, waren de UFO's (= Unidentified Flying Objects = Ongeïdentificeerde vliegende objecten) niet uit onze danpkring weg te slaan. Daarna hebben ze wat minder aandacht aan onze planeet geschonken, maar helemaal verdwenen zijn ze nooit. Hoe het ook zij, velen gelovenheilig in het bestaan van buitenaards leven en zelfs van buitenaardse intelligentie en de sensatiepers zorgt er wel voor dat het lezerspubliek zijn dagelijkse portie opwinding op vliegende schotels"krijgt opgediend.



      Er zijn echter ook vele hoogontwikkelde personen, die een diepgeworteld vertrouwen hebben in de universaliteit van de aardse wetmatigheden,en die niet willen aannemen dat al die miljarden sterren en melkwegstelsels louter Voor de goede sier door de kosmos wentelen. De te vroeg gestorven Amerikaanse astronoom dr Carl Sagan (1934 - 1996) is één van hen en menige televisiekijker zal begIN jaren tachtig met ons genoten hebben van zijn warme stem en zijn boeiende voordracht in de televisieserie COSMOS". Als het aan Carl Sagan had gelegen, zou de reusachtige radioteleskoop van Arecibo op Puerto Rico uitsluitend worden aangewend om te zoeken naar signalen van buitenaardse intelligente wezens.





PULSARS



      Er is een korte periode geweest,aan het eind van de jaren vijftig, dat enkele astronomen hun hoofd verloren en werkelijk dachten dat zij de eerste signalen uit de ruimte hadden opgevangen met de ontdekking van de zogenaamde pulsars. Dat zijn snel en ritmisch pulserende sterren, waarvan heel wat nuchterder astronomen en natuurkundigen uitrekenden, dat de enorme energie die nodig is, om dergelijke sterren zeer snel te laten opvlammen en weer uitdoven, onmogelijk kunstmatig kon zijn opgewekt. Als er al wezens bestonden, die in staat zouden zijn dergelijke onvoorstelbare natuurkrachten te ontketenen, om daarmede signalen overte brengen, zouden ze dat toch zeker niet doen in een zinloos ritmisch stergeflikker. De vraag is trouwens of het überhaupt wel zin heeft te trachten zelfs radiosignalen over te brengen over afstanden van honderden tot duizenden lichtjaren. Wezens die signalen zouden kunnen opwekken die krachtiggenoeg zijn om over dergelijke afstanden te worden opgevangen, zullen ook wel snugger genoeg zijn om het benul te hebben om een konversatie met tussenpozen tussen vraag en antwoord, van een paar honderd tot een paar duizend jaar, vrij vermoeiend te vinden. Het enige wat ze de moeite waard zouden kunnen vinden is, gedurende voldoende lange tijd signalen uit te zenden bestaande uit rekenkundige en wiskundige reeksen, om hun bestaan en hun lokatie in het melkwegstelsel kenbaar te maken, in de hoop, dat ergens anders, in hetzelfde melkwegstelsel, een andere soort voldoende ver ontwikkeld is om ze niet alleen te kunnen opvangen, maar ook te herkennen. Daar zouden ze dan nog niet veel mee opschieten. zelfs als die andere soort ook over de kapaciteit beschikt om even krachtige signalen de ruimte in te zenden om getuigenis te geven van zijn eigen bestaan. want tegen de tijd dat dit getuigenis bij de oorspronkelijke uitzenders zou arriveren, is de kans groot dat men daar inmiddels is vergeten dat er ooit signalen werden uitgezonden.





PSEUDO-RELIGIE



      Met andere woorden: wijlen dr CarlSagan met alle respekt voor zijn astronomische kennis en arbeid maakte zich wat dit betreft een beetje schuldig aan wensdenken. Zelfs zijn zeer indrukwekkend klinkende waarschijnlijkheidsberekeningen met betrekking tot het bestaan van andere intelligente soorten in het melkwegstelsel, zoals hij die, met veel verve en overtuigingskracht probeerde te presenteren in één van zijn laatste programma's in de serie "Cosmos", moeten helaas voor hem als niet helemaal wetenschappelijk worden gekwalificeerd. Een waarschijnlijkheidsberekening dient uit te gaan van een relevant minimum aantal en één enkele bekende planeet -de aarde - met één enkele bekende intelligente soort-de mens - is geen relevant minimumaantal.





      We mogen er echter beslist niet toe overgaan om Carl Sagan over één kam te scheren met een warhoofd als Erich von Däniken ("Waren de Goden Kosmonauten?) en diens aanhang maar de man uit Bazel en de fantasierijke astronoom uit de Verenigde Staten maken zich beiden wel schuldig aan het najagen van een soort pseudobewijzen om een soort Godloos religieus verlangen voldoende voedsel te verschaffen om het levend te houden.





HET ZONNESTELSEL



      Met dat al zijn we nog steeds niet toe aan enig antwoord op de vraag, of er buiten de aarde leven bestaat. Een definitief antwoord zullen we trouwens schuldig moeten blijven totdat er in de toekomst ergens buiten de aarde leven wordt ontdekt. Christiaan Huygens (1629 - 1695) was er in zijn tijd al van overtuigd dat al die andere werelden geen verspilling van de natuur konden zijn. Daarbij had Huygens het uitsluitend over ons eigen zonnestelsel, waarvan hij niet eens alle planeten kende, want de drie buitenste planeten waren toe nog niet ontdekt. Huygens dacht dat het met name bij de planeten Venus, Mars, Jupiter en Saturnus ging om een soort duplikaten van onze eigen Aarde en ging, met zijn veronderstelling dat ze eveneens bewoond zouden zijn dus al een paar honderd jaar voordat de evolutieleer zoveel opzien baarde, uit van de universaliteit van het leven en daarmee van een natuurlijk evolutieproces (waarmee hij overigens niet de eerste was!).





      Inmiddels weten wij echterheel wat meer over de omstandigheden op de andere planeten in ons zonnestelsel en staat als een paal boven water vast, dat zelfs op de planeet Mars de dampkring nauwelijks sporen van zuurstof bevat en dat zij bovendien extreem ijl is. De hoogst gemeten druk tot nog toe is slechts zeven milibaar. Alle andere planeten van ons zonnestelsel kunnen we gevoeglijk buiten beschouwing laten. De enige bekende planeet waarop leven ontstond is onze bloedeigen aarde. Op de meest belovende van onze naaste buren, Mars, zijn zelfs de allerlaagste levensvormen nog niet aangetroffen, alle fraaie fantasieën als van H.G. Wells (The War of the Worlds 1905) en Ray Bradbury (The Martian Chronicles 1950) ten spijt.





      Maar ja, wildespeculaties zijn de mens nu eenmaal eigen, zoals ook bleek, toen Giovanni Schiaparelli (1835-1910) in 1877 de zogenaamde 'marskanalen' ontdekte. Nu dacht hij zelf geen moment aan kanalen"maar gebruikte het Italiaanse woord "canali" dat de betekenis van "groeven" heeft, doch dat door de sensatiepers ogenblikkelijk werd overgenomen in de betekenis van kanalen en dus van aangelegde waterwegen. Achteraf bleek dat de meeste van die groeven gezichtsbedrog waren, door de zeer sterke vergroting, die de Milanese astronoom behoorlijk parten heeft gespeeld. De volledige kaarten, die thans van de planeet Mars gemaakt zijn, aan de hand van de foto's van de kunstmatige marssondes, vertonen een zeer pokdalig uiterlijk dat op vele plaatsen meer weg heeft van een maanlandschap en op andere plaatsen zeer vulkanisch is. Hoe het ook zij, onder de negen planeten van ons zonnestelsel is er maar één waarop leven voorkomt, en zelfs intelligent leven, tenminste, dat vinden wij zelf! en dat is onze bloedeigen Aarde, al zijn er heel wat stemmen die verkondigen dat wij driftig op weg zijn om ook aan die toestand een einde te maken; een soort eigenhandig uitgevoerde egalisatie met de restvan het planetenstelsel.


[Intussen echter zijn er talloze exoplaneten ontdekt, waar er zeker een aantal bij zijn waarop leven zich kan hebben ontwikkeld, of zich nog zal ontwikkelen, zodat Carl Sagan, als hij nog leefde, in verrukking zou zijn.]





TEILHARD DE CHARDIN



      Om te kunnen vaststellen of het leven een universeel karakter heeft, moeten we eerst de vraag beantwoorden wat leven eigenlijk is. En dat niet zomaar in filosofische termen, maar in fysisch-biologische zin. De beste bron om daarop een antwoord te krijgen is wat mij betreft Pierre Teilhard de Chardin (1881 1955), de door weinigen wezenlijk begrepen geleerde. Maar die hem begrepen hebben is er alles aan gelegen om zijn visie te verspreiden en gemeen goed te maken, omdat zijn wetenschappelijke extrapolaties uitlopen op een grandioze mensvisie.





     In plaats van dat hier uitvoerig te doen, verwijzen we naar het artikel "Stammen we nu wel of niet van de apen af?" dat U onder de volgende link kunt vinden, of desgewenst op een ander tijdstip kunt oproepen in de rubriek: Brieven aan zuster Judith."Daaruit zal snel duidelijk zijn, dat we inderdaad te maken hebben met een universele wetmatigheid, en dus had dr Carl Sagan toch gelijk!





Stammen we nu wel of niet van de apen af?